Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

QNAP Turbo NAS Gebruiksaanwijzing pagina 280

Software. versie: 4.3.x
Inhoudsopgave

Advertenties

3. Schakel de quota-functie in en stel de quotagrootte in "Control Panel" (Configuratiescherm) >
"Privilege Settings" (Privilege-instellingen) > "Quota" in als u dat niet reeds gedaan hebt.
4. Geef het e-mailadres (optioneel) en telefoonnummer (optioneel) voor de gebruiker op.
5. Geef aan of u e-mailberichten wilt versturen naar de nieuw gecreëerde gebruiker (optioneel), vul
de berichtinformatie in (inclusief de mailserver (vanuit de NAS of een locale computer), afzender,
ontvanger, onderwerp, bericht, domeinnaam/IP-adres en linknaam) en geef aan of u SSL
(https://) in de URL wilt gebruiken.
6. Klik op "Create" (Creëren).
Remote Mount
Dankzij de externe verbindingsservice kunt u makkelijk bestanden beheren over locale apparaten,
externe apparaten, cloudservices, en externe apparaten vanuit één interface. U kunt makkelijk taken
voor het beheren van bestanden uitvoeren zoals kopiëren en het verplaatsen van externe naar locale
apparatuur of vice versa. De service voor externe verbindingen kan met meerdere cloudservices
werken (zoals Google Drive, Dropbox en OneDrive) en protocollen voor externe apparaten (zoals
CIFS/SMB, FTP en WebDAV), en automatische zoekopdrachten voor locale apparaten.
Externe koppelingen creëren
1. Klik op "Remote Mount" (Externe koppeling) > "Create remote mount" (Externe koppeling
creëren).
2. Kies een externe opslag waar via Auto Search, SMB/CIFS of FTP verbinding mee moet worden
gemaakt.
3. Voer de benodigde informatie in (inclusief het protocol, codepagina, hostnaam/IP-adres,
gebruikersnaam/wachtwoord, doelmap en verbindingsnaam) en geef aan of u het afspelen van
multimedia en het weergeven van miniaturen wilt inschakelen (het systeem zal miniaturen
genereren bij de bestemming. Als de bestemming een andere QNAP NAS is moet QTS 4.2 of
hoger zijn geïnstalleerd).
4. Klik op "Create" (Creëren).
Recentelijke verbindingsrecords controleren
1. Klik op "Remote Mount" (Externe koppeling) > "Connection record" (Verbindingsrecord).
2. Bekijk de recente verbindingsrecords en hun informatie waaronder de verbindingstijd, de
verbindingsnaam, het protocol, de hostnaam/IP-adres, accountgebruikersnaam, codepagina en
bronpad.
3. Klik op een kop om de records te sorteren.
Controleer de status van de huidige verbinding
1. Klik op "Remote Mount" (Externe koppeling) > "Current connection status" (Huidige
verbindingsstatus).
280

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave