De NAS ondersteunt een IPv6 verbinding met "stateless" (staatloze) adresconfiguraties en
RADVD (Router Advertisement Daemon) voor IPv6, RFC 2461 om de hosts op hetzelfde
subnet in staat te stellen om automatisch IPv6 adressen te verkrijgen van de NAS. De
NAS-services welke IPv6 ondersteunen zijn:
• CIFS/SMB
• AFP
• NFS
• FTP
• iSCSI
• Web-server
• QTS Desktop
• RTRR
• SSH
• Qsync voor Windows
• NetBak Replicator
Als u deze functie wilt gebruiken, moet u kiezen voor de optie: "Enable IPv6" (IPv6
inschakelen) en op "Apply" (Toepassen) klikken. De NAS wordt opnieuw opgestart. Nadat het
systeem opnieuw is opgestart moet u weer inloggen op de IPv6 pagina. De instellingen van
de IPv6-interface verschijnen. Klik op de knop "Edit" (Bewerken) om de instellingen te
bewerken:
• IPv6 automatische configuratie: Als een IPv6-router beschikbaar is op het netwerk,
moet u deze optie selecteren om de NAS in staat te stellen het IPv6-adres en de
configuraties automatisch te verkrijgen.
• Een statisch IP-adres gebruiken: Voer het ip-adres (bijvoorbeeld:
2001:bc95:1234:5678), de lengte van de prefix (bijvoorbeeld: 64), en het adres van de
gateway voor de NAS in als u een statisch ip-adres wilt gebruiken. U kunt contact
opnemen met uw ISP voor informatie over de prefix en de lengte van de prefix.
o Schakel Router Advertisement Daemon (radvd): Schakel deze optie in en voer de
prefix en de lengte van de prefix in om de NAS in te stellen als een IPv6-host en om
IPv6-adressen te distribueren naar de locale clients die IPv6 ondersteunen.
• IPv6 DNS-server: Voer de DNS-server waar uw voorkeur naar uitgaat in het bovenste
veld in, en de alternatieve DNS-server in het onderste veld. Neem contact op met de ISP
of de netwerkbeheerder voor de informatie. Als u ervoor hebt gekozen IPv6 automatisch
te configureren, moet u de velden als "::" laten staan.
Service-binding
De NAS-services werken standaard op alle beschikbare netwerkinterfaces. Schakel
service-binding in om de services te verbinden met één of meer specifieke netwerkinterfaces
(bedraad of draadloos). De op de NAS beschikbare netwerkinterfaces worden weergegeven.
164