o MS-CHAP: Het wachtwoord zal versleuteld worden via Microsoft CHAP version 1.
o PAP: Het wachtwoord zal niet versleuteld worden.
o CHAP: Het wachtwoord zal versleuteld worden via CHAP.
5. Als u kiest MS-CHAP of MS-CHAPv2, ga dan naar het menu "Encryption" (Encryptie) en kies een
optie:
o Geen: De VPN-verbinding zal niet versleuteld worden.
o Medium (AES 40/128 bit): De VPN-verbinding zal versleuteld worden via een 40-bit of 128-bit
sleutel.
o Hoog (AES 256 bit): De VPN-verbinding zal versleuteld worden via een 256-bit sleutel (het hoogst
mogelijke niveau.)
6. Specificeer het subnetmasker.
7. Selecteer een van de volgende opties, indien nodig.
o "Use the default gateway on remote network" (Gebruik de standaard gateway op het externe
netwerk): Hierdoor kunnen alles pakketjes overgebracht worden via de VPN-server.
o "Allow other network devices to connect to the VPN through the NAS" (Sta andere
netwerkapparaten toe verbinding te maken met de VPN via de NAS): Dit zal netwerkapparaten op
dezelfde LAN als de NAS toestaan verbinding te maken met dezelfde VPN.
o "Reconnect when the VPN connection is lost" (Weer verbinden wanneer de VPN-verbinding
onderbroken wordt): Hierdoor zal weer automatisch verbinding gemaakt worden met de VPN-server
wanneer de verbinding onderbroken wordt.
8. Selecteer "Create" (Creëren) om te beginnen.
Opgelet: Om verbinding te maken met een VPN-server via domeingebruikeraccounts,
moet u de service in "Domain Security" (Domeinbeveiliging) inschakelen.
209