De functie voor schermuitbreiding kan worden gebruikt zonder instellingen te wijzigen. Als deze functie niet
werkt, raadpleegt u "De functie voor schermuitbreiding inschakelen" op pagina 38 om de functie in te
schakelen.
Overwegingen bij gebruik van de functie voor schermuitbreiding
• Als u een volledig DOS-scherm wilt weergeven terwijl de functie voor schermuitbreiding is ingeschakeld,
verschijnt het volledige DOS-scherm alleen op het primaire beeldscherm; op het andere beeldscherm
wordt dan niets afgebeeld.
• Als uw computer is uitgerust met een grafische kaart van Intel
instellen als het primaire beeldscherm:
1. Druk op Ctrl+Alt+F12. Het venster Intel Graphics and Media Control Panel wordt geopend.
2. Selecteer Meerdere beeldschermen.
3. Wijzig de werkstand in Extended Mode.
4. Wijzig de instelling voor het primaire beeldscherm.
• Als er een programma is dat gebruikmaakt van DirectDraw of Direct3D en dat wordt afgespeeld in de
werkstand Volledig scherm, verschijnt de weergave ervan alleen op het primaire beeldscherm.
• U kunt de functie voor het wisselen van beeldscherm niet gebruiken wanneer u de functie voor
schermuitbreiding gebruikt.
De functie voor schermuitbreiding inschakelen
Ga als volgt te werk om de functie voor schermuitbreiding in te schakelen:
1. Sluit het externe beeldscherm aan op de aansluiting voor een extern beeldscherm en sluit het
beeldscherm aan op een stopcontact.
2. Zet het externe beeldscherm aan.
3. Druk op Fn+F7 en kies Uitbreiden.
Om de resolutie van het beeldscherm te wijzigen, doet u het volgende:
1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Schermresolutie.
2. Klik op het pictogram Monitor-1 (voor het primaire beeldscherm, het beeldscherm van de computer).
3. Stel de resolutie in voor het primaire beeldscherm.
4. Klik op het pictogram Monitor-2 (voor het secundaire, externe beeldscherm).
5. Stel de resolutie in voor het secundaire beeldscherm.
6. Zet de pictogrammen van de beeldschermen zo neer dat ze elkaar raken.
Opmerking: U kunt de beeldschermen in iedere gewenste positie zetten, maar de pictogrammen
moeten elkaar raken.
7. Klik op OK om de wijzigingen door te voeren.
Opmerking: Om de kleurinstellingen te wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op het bureaublad en
klikt u op Schermresolutie. Klik op Geavanceerde instellingen, ga naar het tabblad Monitor en stel de
Kleuren in.
De optie NVIDIA Optimus Graphics gebruiken
Sommige ThinkPad-notebooks bieden ondersteuning aan NVIDIA Optimus Graphics.
Om de beste balans te verkrijgen tussen de computerprestaties en een lange werkingsduur van de
batterij, afhankelijk van de kwaliteit van de gewenste grafische kwaliteit van de werkende toepassing en
38
Handboek voor de gebruiker
®
, kunt u het andere beeldscherm als volgt