8. Wanneer twee of meer beeldschermtypen worden afgebeeld, selecteert u Generiek PnP-beeldscherm
of Generiek Non-PnP beeldscherm.
9. Klik op Eigenschappen. Wanneer er wordt gevraagd om een beheerderswachtwoord of een
bevestiging, typt u dat wachtwoord of geeft u die bevestiging.
10. Klik op de tab Stuurprogramma.
11. Klik op Stuurprogramma bijwerken.
12. Klik op Bladeren op mijn computer naar stuurprogramma's en klik daarna op Kiezen uit een lijst
van stuurprogramma's op mijn computer.
13. Schakel het selectievakje Compatibele hardware weergeven uit.
14. Selecteer de Fabrikant en het Model van het beeldscherm. Als u uw beeldscherm niet kunt vinden
in de lijst, breek dan de installatie van dit stuurprogramma af en gebruik het stuurprogramma dat bij
uw beeldscherm is geleverd.
15. Nadat het stuurprogramma is bijgewerkt, klikt u op Sluiten.
16. Klik op OK.
Opmerking: Om de kleurinstellingen te wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op het bureaublad en
klikt u op Schermresolutie. Klik op Geavanceerde instellingen, ga naar het tabblad Monitor en stel de
Kleuren in.
Overwegingen bij het aansluiten van een extern beeldscherm
• Wanneer u een besturingssysteem installeert, moet u het stuurprogramma voor uw beeldscherm
installeren dat bij de computer wordt meegeleverd, plus het beeldscherm-INF-bestand dat bij het externe
beeldscherm wordt meegeleverd.
• Als u een resolutie instelt die hoger is dan de resolutie die wordt ondersteund door het
computerbeeldscherm, en een extern beeldscherm gebruikt die die resolutie niet ondersteunt, kunt u de
functie Virtueel beeldscherm gebruiken, waarmee het mogelijk is een schermafbeelding met een hogere
resolutie dan het beeldscherm ondersteunt, toch op uw beeldscherm te bekijken. De andere delen van de
afbeelding kunt u bekijken door het beeld met behulp van het TrackPoint- of een ander aanwijsapparaat
over het scherm te verplaatsen.
• Als u een verouderd extern beeldscherm hebt aangesloten, zijn de resolutie en de verversingsfrequentie
daarvan waarschijnlijk beperkt.
De Mini DisplayPort-aansluiting gebruiken
Uw computer is voorzien van een Mini DisplayPort-aansluiting, de nieuwste digitale beeldscherminterface.
Op deze poort kunt u verschillende externe beeldschermen aansluiten. Deze compacte aansluiting maakt
een plug-and-play setup mogelijk en ondersteunt adapters die in DisplayPort of VGA-poorten kunnen
worden geplaatst.
De Mini DisplayPort-aansluiting van uw computer ondersteunt zowel audio- als videostreaming.
Dubbele beeldschermen gebruiken
Dit gedeelte introduceert de functie voor schermuitbreiding waarmee u (dezelfde of verschillende) uitvoer
zowel op het computerscherm als op een externe beeldscherm kunt weergeven.
De functie voor schermuitbreiding gebruiken
Uw computer ondersteunt de functie voor schermuitbreiding. Met de functie voor schermuitbreiding kunt u
de computeruitvoer tegelijkertijd op het beeldscherm van de computer en op een extern beeldscherm laten
weergeven. U kunt op elk van de beeldschermen zelfs een verschillend bureaublad weergeven.
.
Hoofdstuk 2
De computer gebruiken
37