Ethernet-problemen
• Probleem: De computer kan geen verbinding met het netwerk maken.
Oplossing: Controleer of:
– De kabel is correct geplaatst.
De netwerkkabel moet goed zijn aangesloten op zowel de Ethernet-poort van de computer als op de
RJ45-aansluiting van de hub. De maximaal toegestane afstand van de computer tot de hub is 100
meter. Probeer een andere kabel als de problemen zich blijven voordoen ondanks dat de kabel goed is
aangesloten en de afstand niet te groot is.
– Het juiste stuurprogramma wordt gebruikt.
1. Open het Configuratiescherm. Klik op Hardware en geluid ➙ Apparaatbeheer. Wanneer
er wordt gevraagd om een beheerderswachtwoord of een bevestiging, typt u dat wachtwoord
of geeft u die bevestiging.
2. Als het uitroepteken ! naast de naam van de adapter onder Netwerkadapters staat, gebruikt
u waarschijnlijk een verkeerd stuurprogramma of een stuurprogramma dat mogelijk niet is
geactiveerd. Om het stuurprogramma bij te werken, klikt u met de rechtermuisknop op de
gemarkeerde adapter.
3. Klik op Stuurprogramma bijwerken en volg de instructies op het scherm.
– De switch-poort en de adapter dezelfde duplexinstelling hebben.
Als u de adapter hebt geconfigureerd voor volledig duplex, zorg dan dat de switch-poort ook hiervoor
is geconfigureerd. Als u de verkeerde duplexinstelling opgeeft, kunnen de prestaties van het apparaat
achteruit gaan, kunnen er gegevens verloren gaan en kunnen er verbindingen verbroken worden.
– Alle netwerksoftware die voor uw netwerkomgeving nodig is, goed is geïnstalleerd.
Neem contact op met de netwerkbeheerder voor de benodigde netwerksoftware.
• Probleem: De adapter is er zonder aanwijsbare reden mee gestopt.
Oplossing: mogelijk zijn de netwerkstuurprogramma's beschadigd of ontbreken deze. Werk het
stuurprogramma bij aan de hand van de bovenstaande oplossing voor de procedure om te zorgen dat
het juiste stuurprogramma wordt geïnstalleerd.
• Probleem: als uw computer een Gigabit Ethernet-model is en u gebruikt een snelheid van 1000 Mbps,
werkt de verbinding niet of er treden fouten op in de verbinding.
Oplossing:
– Gebruik kabels van categorie 5 en controleer of de netwerkkabel goed is aangesloten.
– Gebruik een 1000 BASE-T hub/switch (niet een 1000 BASE-X).
• Probleem: De functie Wake on LAN werkt niet.
Oplossing:
– Zorg ervoor dat Wake on LAN is ingeschakeld in het programma ThinkPad Setup.
– Als de optie is ingeschakeld, neem dan contact op met de netwerkbeheerder voor het opgeven van de
vereiste instellingen.
• Probleem: U hebt een Gigabit Ethernet-model computer, en kunt geen netwerkverbinding tot stand
brengen met een snelheid van 1000 Mbps. In plaats daarvan wordt de verbinding tot stand gebracht met
een snelheid van 100 Mbps.
Oplossing:
– Probeer een andere kabel.
– Controleer of de link partner is ingesteld op "auto-negotiate".
126
Handboek voor de gebruiker