Problemen met het beeldscherm van de computer
• Probleem: Er verschijnt niets op het scherm.
Oplossing: Voer de volgende handelingen uit:
– Met Fn+F7 kunt u het beeld op het LCD-scherm herstellen.
– Als u de wisselstroomadapter gebruikt, of als u de batterij gebruikt en de batterijmeter aangeeft dat de
batterij nog niet leeg is, drukt u op Fn+F9 om het scherm helderder te maken.
– Als de computer in de slaapstand staat, drukt u op de aan/uit-knop om de normale werking te hervatten.
– Als het probleem zich blijft voordoen, volg dan de aanwijzingen bij Oplossing voor het onderstaande
probleem.
• Probleem: De weergave op het scherm is onleesbaar of vervormd.
Oplossing: Controleer of:
– Het beeldschermstuurprogramma op de juiste manier is geïnstalleerd.
– De schermresolutie en de kleurdiepte goed zijn ingesteld.
– Het beeldschermtype goed is ingesteld.
U kunt deze instellingen als volgt controleren:
1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Personaliseren.
2. Klik aan de linkerkant op Beeldscherm.
3. Selecteer Beeldscherminstellingen wijzigen. Controleer of de schermresolutie goed is ingesteld.
4. Klik op Geavanceerde instellingen.
5. Klik op de tab Adapter. Controleer of het juiste stuurprogramma in het informatievenster van de
adapter wordt weergegeven.
Opmerking: De naam van het stuurprogramma hangt af van de videochip die in uw computer
is geïnstalleerd.
6. Klik op de knop Eigenschappen. Wanneer er wordt gevraagd om een beheerderswachtwoord
of een bevestiging, typt u dat wachtwoord of geeft u die bevestiging. Schakel het selectievakje
Apparaatstatus in en controleer of het apparaat correct werkt. Als dit niet het geval is, klikt u op de
knop Problemen oplossen en volgt u de instructies op het scherm.
7. Klik op de tab Beeldscherm. Controleer of het juiste stuurprogramma in het informatievenster
van de adapter wordt weergegeven.
Opmerking: De naam van het stuurprogramma hangt af van de videochip die in uw computer
is geïnstalleerd.
8. Klik op de knop Eigenschappen. Wanneer er wordt gevraagd om een beheerderswachtwoord
of een bevestiging, typt u dat wachtwoord of geeft u die bevestiging. Schakel het selectievakje
Apparaatstatus in en controleer of het apparaat correct werkt. Als dit niet het geval is, klikt u op de
knop Problemen oplossen en volgt u de instructies op het scherm.
9. Klik op de tab Kleurbeheer. Controleer of de kleurkwaliteit correct is ingesteld en zorg dat de andere
informatie ook klopt. Wanneer er wordt gevraagd om een beheerderswachtwoord of een bevestiging,
typt u dat wachtwoord of geeft u die bevestiging. Controleer in het vak Apparaatstatus of het
apparaat correct functioneert. Als dit niet het geval is, klikt u op de knop Problemen oplossen en
volgt u de instructies op het scherm.
• Probleem: er worden onjuiste tekens op het scherm weergegeven.
Oplossing: Hebt u het besturingssysteem of softwareprogramma correct geïnstalleerd? Als het
besturingssysteem en de softwareprogramma's correct zijn geïnstalleerd en geconfigureerd, moet u
de computer laten nakijken.
.
Hoofdstuk 9
Computerproblemen oplossen
129