6 | Machine voorbereiden
Machine aankoppelen
6.2 Machine aankoppelen
6.2.1 ISOBUS of bedieningscomputer verbinden
1. Stekker van de ISOBUS-kabel 1 of
bedieningscomputerkabel 2 aansluiten.
2. Leiding met voldoende bewegingsvrijheid en
zonder schurende plekken of klempunten
installeren.
6.2.2 Hydraulische slangen aansluiten
Alle hydraulische slangen zijn uitgerust met
handgrepen. De handgrepen hebben gekleurde
markeringen met een getal of een letter als
code. Aan de markeringen zijn de verschillende
hydraulische functies van de drukleiding van een
tractorregeleenheid toegewezen. Bij de markeringen
is folie op de machine gekleefd, die de
desbetreffende hydraulische functies verduidelijken.
Afhankelijk van de hydraulische functie wordt de
tractorregeleenheid in verschillende bedrijfsmodi
gebruikt:
Bedrijfsmodus
Vergrendelend
Verend
Zwevend
48
Functie
Permanente oliecirculatie
Oliecirculatie tot actie uitgevoerd is
Vrije oliestroom in de
tractorregeleenheid
2
1
Symbool
MG7371-NL-NL | A.1 | 30.01.2023 | © AMAZONE
CMS-T-00007992-A.1
CMS-T-00003611-F.1
CMS-I-00006891
CMS-T-00008070-A.1
CMS-I-00000121