Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Afvoerleidingwerk; De Afvoerlozing Zekerstellen; Elektrische Bedrading - Mitsubishi Electric CITY MULTI PDFY-P-VM-A Series Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

  • DUTCH, pagina 44
Maak geen gebruik van de bestaande koelstofpijpen.
- De oude koelstof en koelmachine-olie in de bestaande buizen bevat een
grote hoeveelheid chloor die ervoor kan zorgen dat de koelmachine-olie van
het nieuwe apparaat verslechtert.
Sla de te gebruiken pijpen binnen op en zorg ervoor dat beide uiteinden
van de pijpen afgesloten zijn, tot vlak voordat deze worden gesoldeerd.
- Indien er stof, vuil of water in de koelcyclus terecht komt, kan dit verslechte-
ring van de olie of een storing in de compressor als gevolg hebben.
Gebruik Suniso 4GS of 3GS (kleine hoeveelheid) als koelmachine-olie
voor de coating van optromp- en flensverbindingen. (Voor typen die ge-
bruik maken van R22)
Gebruik esterolie, etherolie of alkylbenzeen (kleine hoeveelheid) als koel-
machine-olie voor de coating van optromp- en flensverbindingen. (Voor
typen die gebruik maken van R407C)
- De koelstof die in de airconditioner wordt gebruikt is uiterst hygroscopisch,
en vermengd met water kan het de kwaliteit van de koelmachine-olie ver-
slechteren.

7.2. Afvoerleidingwerk

1. Zorg ervoor dat de afvoerleiding naar beneden loopt (met een helling van ten-
minste 1/100), naar buiten (lozing). Monteer geen stankafsluiter of andere on-
regelmatigheid in de leiding. (1)
2. Zorg ervoor dat kruiselings gemonteerde afvoerleiding niet langer is dan 20 m
(het hoogteverschil niet meegerekend). Voor lange afvoerleidingen moet u een
steunbeugel monteren om zakken van de leidingen te voorkomen. Monteer
nooit een ontluchtingspijp, omdat anders het afvalwater eruit kan komen.
3. Gebruik een harde PVC-pijp VP-25 (buitendiameter ø32 mm) voor de afvoer-
leidingen.
4. Zorg ervoor dat verzamelleidingen 10 cm lager dan de afvoeruitlaat van het
apparaat gemonteerd zijn, zoals in 2 wordt weergegeven.
5. Monteer geen stankafsluiter op de afvoeruitlaatopening.
6. Zorg ervoor dat u de uitlaat van de afvoerleiding zo monteert dat deze geen
stank veroorzaakt.
7. Doe het uiteinde van de afvoerleiding niet in een afvoer waar zich ionische
gassen ontwikkelen.
[Fig. 7.2.1] (P.4)
A Naar beneden lopende helling van 1/100 of groter
B Afvoerslang (meegeleverd)
D Verzamelleiding
E Vergroot deze lengte tot ongeveer 10 cm
Volg de onderstaande instructies op als u een optioneel afvoermechanisme
gebruikt.
[Fig. 7.2.2] (P.4)
A:
25 cm
B:
1,5 – 2 m
A Naar beneden lopende helling van meer dan 1/100.
F Isolatiemateriaal
[Fig. 7.2.3] (P.4)
H Neem zo lang mogelijk. Ongeveer 10 cm
[Fig. 7.2.4] (P.4)
C: Binnen 41 cm
G Afvoerslang (meegeleverd)
s s s s s Maak gebruik van de bijgeleverde afvoerslang (Accessoire).
H Minder dan 300 mm
I Harde PVC 90° elleboog (Deze moet u zelf kopen)
J Harde PVC pijp (VP-25) (Deze moet u zelf kopen)
K Vastzetband (klein) (meegeleverd)

8. Elektrische bedrading

Voorzorgsmaatregelen bij elektrische bedrading
Waarschuwing:
Elektrisch werk moet door gekwalificeerde elektriciens gedaan worden in
overeenstemming met de van toepassing zijnde "Technische Normen voor
Elektrische Installatie" en de bijgeleverde installatie-instructies. Speciale
circuits moeten ook gebruikt worden. Als een voedingscircuit te weinig
capaciteit of een installatiedefect heeft, kan het een elektrische schok of
brand veroorzaken.
1. Zorg ervoor om voeding van het speciaal afgetakte circuit te gebruiken.
2. Zorg ervoor om een aardlekschakelaar in het voedingscircuit te installeren.
3. Monteer het apparaat zodanig dat geen van de regelcircuitkabels (afstands-
bediening, transmissiekabels) in direct contact met de voedingskabel buiten
het apparaat kan komen.
C Binnenapparaat
G Metalen beugel
s s s s s Maak elke verbinding met vinyl-chloridelijm. Maar gebruik nooit lijm op
de afvoeropening van het binnenapparaat. Anders kan het afvoer-
mechanisme later niet onderhouden worden. Ook kan de eindaansluiting
gaan eroderen door hars en kan breken.
1. Zorg ervoor dat de afvoerleiding naar beneden loopt (met een helling van ten-
minste 1/100), naar buiten (lozing). Monteer geen stankafsluiter of andere on-
regelmatigheid in de leiding. (3)
2. Zorg ervoor dat kruiselings gemonteerde afvoerleiding niet langer is dan 20 m
(het hoogteverschil niet meegerekend). Voor lange afvoerleidingen moet u een
steunbeugel monteren om zakken van de leidingen te voorkomen. Monteer
nooit een ontluchtingspijp, omdat anders het afvalwater eruit kan komen.
3. Gebruik een harde PVC-pijp VP-25 (buitendiameter ø32mm) voor de afvoer-
leidingen.
4. Zorg ervoor dat verzamelleidingen 10cm lager dan de afvoeruitlaat van het
apparaat gemonteerd zijn, zoals in 4 wordt weergegeven.
5. Monteer geen stankafsluiter op de afvoeruitlaatopening.
6. Zorg ervoor dat u de uitlaat van de afvoerleiding zo monteert dat deze geen
stank veroorzaakt.
7. Doe het uiteinde van de afvoerleiding niet in een afvoer waar zich ionische
gassen ontwikkelen.
8. De inname van de afvoerleiding kan 41 cm hoger gemonteerd worden dan de
afvoeruitlaatopening. Als er obstakels onder het plafond lopen, gebruik dan
ellebogen om de hoogte tenminste in overeenstemming met de locatie uit te
voeren. (5)
Opmerking:
Als het omhooglopende gedeelte lang is, dan zal er een heleboel water te-
ruglopen als u het apparaat uit zet, hetgeen slijm of stank veroorzaakt gedu-
rende de tijd dat u het apparaat niet gebruikt. Zorg ervoor dat u het omhoog-
lopende gedeelte zo kort mogelijk houdt.
Voorzichtig:
Monteer de afvoerleiding zodanig dat het afvoerwater geloosd kan worden
en isoleer de leiding om condens door dauw te voorkomen. Als u de leiding
verkeerd monteert kan dit waterlekkage tot gevolg hebben en dit kan uw
meubilair nat maken.

7.3. De afvoerlozing zekerstellen

s s s s s Zorg ervoor dat het afvoermechanisme goed functioneert en dat de aan-
sluitingen van de leidingen niet lekken.
Zorg ervoor dat u het bovenstaande controleert tijdens een periode dat u de
verwarming gebruikt.
In het geval van nieuwbouw moet u ervoor zorgen dat u het bovenstaande
controleert voordat u het plafond afwerkt.
1. Sluit de bijgeleverde connector aan op de rode connector (2P) aan de kant
van het bedieningskastje.
2. Verwijder de stop van polyethyleen die zich aan dezelfde kant als de pijpen
van het binnenapparaat bevindt.
3. Vul de aanvoerwaterpomp met water met gebruik van een aanvoerwatertank.
Zorg er tijdens het vullen voor dat u het uiteinde van de pomp of de tank in een
afwateringsbak steekt. (Als u dit niet doet kan er water over de machine heen
lopen.)
4. Zet de hoofdschakelaar aan. De afvoerpomp moet gaan werken zonder dat u
de afstandsbediening hoeft te bedienen. Verzeker u er met gebruik van een
doorzichtige slang van dat het afvoerwater geloosd wordt.
5. Zet, nadat u dit gecontroleerd hebt, de hoofdschakelaar weer uit, haal de
connector eraf en steek de polyethyleenplug er weer in.
[Fig. 7.3.1] (P.4)
A Steek het uiteinde van de pomp er 2 tot 4 cm in.
B Haal de polyethyleen plug eruit
D Water
4. Zorg ervoor dat er op geen enkele kabelaansluiting speling zit.
5. Sommige kabels (voedings-, afstandsbedienings- en transmissiekabels) bo-
ven het plafond kunnen door muizen doorgebeten worden. Gebruik voor be-
scherming zoveel mogelijk metalen pijpen om kabels doorheen te trekken.
6. Verbind het netsnoer nooit met de voedingsleidingen voor de transmissiekabels.
Als u dit wel doet, begeven de kabels het.
7. Zorg ervoor dat u de regelkabels aan het binnenapparaat, de afstandsbedie-
ning en het buitenapparaat aansluit.
8. Aard het apparaat aan de kant van het buitenapparaat.
9. Selecteer regelkabels volgens de voorwaarden zoals op pagina 50 aangegeven.
C Ongeveer 1000 cc
E Vulopening
49

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave