6. Verwijder de R-pen en de ring op de stelbeugels
van het maaidek (Figuur 59) aan beide kanten van
het maaidek. Onthoud in welk gat de stelbeugel is
geplaatst voor latere montage. Schuif de beugels van
de bevestigingspen.
1. Stelbeugel
2. R-pen en ring
7. Til de voorkant van de machine omhoog en plaats
deze op kriksteunen.
8. Schuif het maaidek naar voren van onder de machine.
Opmerking: Bewaar alle onderdelen voor latere
montage.
Onderhoud drijfriem van
maaidek
Riemen controleren
Controleer alle riemen om de 100 bedrijfsuren.
Controleer de riemen op scheuren, gerafelde randen,
schroeiplekken of andere schade. Vervang beschadigde
riemen.
Drijfriem van maaidek vervangen
Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren
tijdens het draaien van de riem, slippen van de messen
tijdens het maaien, gerafelde randen, schroeiplekken en
scheuren. Vervang de riem als u deze zaken constateert.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak
en schakel de aftakas uit.
2. Zet de rijhendels in de remstand, schakel de motor
uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat
alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen
alvorens de bestuurdersstoel te verlaten.
3. Zet de maaihoogte op stand A 38 mm.
4. Verwijder de drijfriemkappen op de buitenste assen.
5. Maak de bevestiging los waarmee de riemgeleider
vastzit aan de achterste poelie (Figuur 60).
Figuur 59
3. Stelstang
6. Trek de arm van de spanpoelie in de richting die
wordt aangegeven in Figuur 60, en verwijder de riem
van de poelies.
1. Arm van spanpoelie
2. Veer
3. Bout, veerhouder
4. Aspoelies
De veer is onder spanning gemonteerd en kan
lichamelijk letsel veroorzaken.
Wees voorzichtig als u de arm van de spanpoelie
beweegt.
7. Leg de nieuwe riem rond de motorpoelie en de
poelies van het maaidek (Figuur 60). Monteer een
nieuwe riem onder de riemgeleider en rond de
achterste poelie.
8. Trek de spanpoelie in de richting die wordt
aangegeven in Figuur 60, en laat de riem over de arm
van de spanpoelie en de aspoelies lopen (Figuur 60).
9. Maak de bevestiging vast waarmee de riemgeleider
vastzit aan de achterste poelie (Figuur 60).
10. Monteer de drijfriemkappen op de buitenste assen.
Maaidek monteren
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak
en schakel de aftakas uit.
2. Zet de rijhendels in de remstand, schakel de motor
uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat
41
Figuur 60
5. Riemgeleider en
bevestiging
6. Buitenste poelie
7. Drijfriem van maaidek
8. Tussenstuk van maaidek