ONDERHOUD
De manometer is op verschillende locaties aangebracht, afhankelijk van het model.
De manometer wordt fabrieksmatig als volgt geïnstalleerd:
?
O P M E R K I N G
De waterdruk moet boven 1 bar blijven,e om te voorkomen dat lucht in het circuit terechtkomt, en moet onder 3,0 bar blijven (openingswaarde
veiligheidsklep).
Warm tapwater (indien gebruikt): Controleer of er geen drukval is en controleer of de druk van het warm tapwater niet
-
hoger dan 6 bar is. Sluit hiertoe een meter aan op de aftappoort van het warm tapwater.
4 Veiligheidsklep voor warm tapwater (indien gebruikt):
•
Werking: Controleer of de veiligheidsklep (druk- en temperatuurafblaasklep) op de inlaataansluiting van het warm tapwater
correct werkt. Houd er rekening mee dat dit element ervoor moet zorgen dat de volgens functies beschikbaar zijn:
drukbeveiliging, terugslagbeveiliging, afsluitklep, vullen en aftappen.
5 Inspectiedeksel warmwaterketel
De warmwaterketel is onderaan voorzien van een inspectiedeksel. Via dit deksel kan de binnenkant van de warmwaterketel
worden gecontroleerd.
!
G E VA A R
Wees voorzichtig wanneer u het inspectiedeksel gebruikt. In de warmwaterketel zijn hoge temperaturen en hoge drukwaarden. Laat het
water voldoende lang afkoelen voordat u het inspectiedeksel opent.
Voor een veilig gebruik van het inspectiedeksel gaat u te werk volgens de instructies van de handleiding van de ketel.
Er zijn aanvullende hydraulische elementen nodig voor het warmwatercircuit. Raadpleeg hoofdstuk
WATERLEIDINGEN".
77
PMNL0638 rev.0 - 04/2023
RWLT
Manometer
RWHT
Manometer
"4 KOUDEMIDDEL- EN