INSTALLATIE VAN DE UNIT
6.4 DE NETVOEDING EN TRANSMISSIEKABELS AANSLUITEN
6.4.1 Veiligheidsinstructies
?
O P M E R K I N G
Controleer of voldaan is aan de eisen en aanbevelingen van het hoofdstuk
.
"5 ELEKTRISCHE EN BESTURINGSINSTELLINGEN".
!
G E VA A R
•
Vul eerst de circuits van de verwarming (en van de
warmwaterketel, indien van toepassing) met warm water en
controleer de waterdruk en controleer of er geen lekkage is
voordat u de binnenunit aansluit op de netvoeding.
•
Het aansluiten of aanpassen van bedrading of andere verbindingen
mag alleen uitgevoerd worden als de hoofdschakelaar UIT staat.
•
Wanneer er meer dan één voeding is, controleer dat alle
voedingen UIT staan alvorens de binnenunit te hanteren.
•
Zorg ervoor dat de bedrading niet in aanraking komt met
de
koudemiddelleidingen,
elektrische onderdelen in de unit om schade te voorkomen, die
tot elektrische schokken of kortsluiting zou kunnen leiden.
!
L E T O P
•
Gebruik een exclusief voedingscircuit voor de binnenunit. Gebruik
nooit een circuit dat wordt gedeeld met een buitenunit of een ander
apparaat.
•
Controleer dat alle bedrading en beveiligingsapparatuur juist
gekozen, verbonden, geïdentificeerd, en aangesloten zijn op de
bijbehorende aansluitklemmen van de unit, in het bijzonder de
beveiliging (aarde) en de voedingskabels, daarbij rekening houdend
met de van toepassing zijnde nationale en lokale reglementen. Zorg
voor een correcte aarding. Onvolledige aarding kan elektrische schok
veroorzaken.
•
Zorg ervoor dat er geen kleine dieren (zoals ratten) in de binnenunit
kunnen komen, aangezien die de aftapleiding en inwendige
bedrading of elektrische onderdelen kunnen beschadigen, hetgeen
tot elektrische schokken of kortsluiting kan leiden.
•
Bewaar voldoende afstand tussen de aansluitklemmen klemmen
en gebruik isolatietape of een isolatiemof zoals weergegeven in de
figuur.
Tape of mof
6.5 CONTROLEREN
Controleer de volgende punten:
•
Waterlekken
Koudemiddellekken
•
•
Elektrische aansluiting
Luchtaflating
•
29
PMNL0638 rev.0 - 04/2023
waterleidingen,
plaatranden
6.4.2 Aansluitingsprocedure
Ga naar de elektrische box voordat u de volgende stappen
uitvoert:
1 Sluit het voedingscircuit met een geschikte kabel aan
op de desbetreffende klem zoals weergegeven op het
bedradingslabel en in de onderstaande afbeelding. Sluit de
voedingsdraden aan op de aansluitklemplaat (TB1), en sluit
de aardedraad aan op de aardeschroef in de elektrische box.
AANSLUITKLEMPLAAT 1 (TB1)
TB1 (1~)
Aansluitklem
en
Netvoeding: 1~ 230V 50Hz
2 Sluit de optionele accessoires aan op aansluitklemplaat 2
(TB2). Raadpleeg het label voor meer informatie.
?
O P M E R K I N G
Raadpleeg het hoofdstuk
(accessoires)".
3 Alleen voor RWLT: Steek de elektrische bedrading vanuit de
TB1 en TB2 door de laterale gaten van de elektrische box.
Bevestig vervolgens de draden met behulp van de klemmen
op de rechterkant. Neem de kabels er ten slotte langs de
onderkant van de unit uit.
4 Alleen voor RWHT: Steek de elektrische bedrading vanuit
de TB1 en TB2 door de bovenste gaten van de elektrische
box. Bevestig vervolgens de draden met behulp van de
twee klemmen op de rechter- of linkerkant. Steek de kabels
vervolgens door de achterkant van de unit en haal ze eruit
via de gaten op de achterkant van de binnenunit.
?
O P M E R K I N G
Raadpleeg de hoofdstukken,
van dit document en raadpleeg de installatie- en bedieningshandleiding van de
buitenunit voor specifieke details over het bijvullen van koudemiddel.
!
G E VA A R
Vul eerst de circuits van de verwarming (en van de warmwaterketel,
indien van toepassing) met warm water en controleer de waterdruk en
controleer of er geen lekkage is voordat u de binnenunit aansluit op
de netvoeding.
Aardeklem
Aansluitklemmen
"5.5 Optionele bekabeling van de binnenunit
"4.3.5 Water bijvullen"
en
"7 INBEDRIJFSTELLING"