ONDERHOUD
•
Toestand van de kabels: Controleer de bedrijfsspanning, de bedrijfsstroom en de balans van de bedrijfsfasen. Controleer het
systeem op defecte contacten als gevolg van losse aansluitklemmen, verroeste contacten, vreemde voorwerpen etc. Controleer
de weerstand van de elektrische isolatie.
6 Besturings- en beveiligingsvoorzieningen
•
Instelling: Pas de instellingen niet meer ter plekke aan, tenzij een instelling niet overeenkomt met de waarden die in technische
documentatie vermeld staan.
7 R410A-compressor
•
Geluid en trillingen: Controleer de unit op abnormale geluiden of trillingen.
•
Inschakeling: Controleer of het spanningsverlies in de voedingskabel tijdens de inschakeling binnen de 15% blijft en tijdens de
werking binnen de 2% blijft.
8 Tegenventiel:
•
Inschakeling: Controleer op abnormaal geluid bij inschakeling.
9 Zeef
•
Verstopping: Controleer of er geen temperatuurverschil tussen beide uiteinden is.
10 Aardedraad
•
Aardedraad: Controleer de continuïteit naar aarde.
11 Olieverwarmer (carterverwarming van de R-410A-compressor)
•
Inschakeling: Schakel de olieverwarmer minstens twaalf uur vóór de inschakeling van het systeem in door de hoofdschakelaar in
te schakelen.
10.1.2 Algemene onderhoudsprocedure voor de binnenunit
Om een goede en betrouwbare werking van de binnenunit te garanderen, moeten de onderdelen en de bedrading regelmatig
worden gecontroleerd.
De volgende controles moeten minstens eenmaal per jaar door een erkend technicus worden uitgevoerd:
1 Behuizing
•
Vlekken: Controleer de behuizing op vlekken en verwijder ze.
•
Bevestigingsschroef: Controleer op losse of ontbrekende schroeven. Draai losse schroeven vast en vervang ontbrekende
schroeven.
•
Isolatiemateriaal: Controleer de binnenkant van de deksels op loskomende thermische isolatie. Repareer de thermische
isolatie.
2 Aansluiting van de waterleiding
•
Lekkage: Controleer of er geen waterlekkage is aan de inlaat- en uitlaatwaterverbindingen (verwarming en warm tapwater
indien gebruikt) of in het hoofdwatercircuit of de aansluitingen van de warmwaterketel. Controleer alle verbindingen,
aansluitingen en circuitsegmenten.
?
O P M E R K I N G
•
Als u lekkage opmerking in de inlaat-/uitlaatwaterverbindingen, repareer deze dan en vervang de pakkingen.
•
Let vooral op de waterleidingverbinding boven de elektrische box.
3 Waterdebiet en -druk:
•
Waterdoorvoer:
Ruimteverwarming Controleer het waterdebiet (m
-
"Werkingsgegevens" op de unitbesturing.
Warm tapwater (indien gebruikt): Controleer of de watercirculatie in het warm tapwater circuit correct is.
-
•
Drukcontrole:
Ruimteverwarming Controleer de waterdruk met behulp van de manometer in de binnenunit. Deze waarde moet
-
ongeveer tussen 1,5 en 2,0 bar liggen (1,8 bar is een gepaste waarde).
76
PMNL0638 rev.0 - 04/2023
3
/h) in de optie "Warmtepomp-gegevens" van het menu