Inhoudsopgave
Advertenties
Sensorfout of
-waarschuwing
ADC FAIL (ADC-fout)
DARK WARNING
(DONKER
WAARSCHUWING)
Table 6 Extra storingen die niet in het logboek zijn opgenomen
Symptoom
Continu onderbereik
Continu overbereik
Grillige metingen
Hoge meetwaarden
7.3 Codes voor gebeurtenissen
Gebeurtenis
Bellen weigeren verandering
Signaal gemiddelde
Table 5 Algemeen Problemen oplossen (continued)
Mogelijke oorzaak
Fluctuatie in voltage
Slechte detector
Lichtlek-SS7 sc-behuizingsdeur is
open tijdens inschakelen of
nul-elektronica
Slechte detector
Table 6
Mogelijke oorzaak
De kalibratie-ijkmaat was niet goed
voorbereid of was instabiel op het
moment dat de kalibratie werd
geaccepteerd.
De kalibratie-ijkmaat was niet goed
voorbereid of was instabiel op het
moment dat de kalibratie werd
geaccepteerd.
Inadequate belverwijdering uit het
monster
Vuil instrument
IJkstandaard was laag
De stroomsnelheid is te hoog waardoor
er bellen ontstaan
Gebeurtenissen worden automatisch opgeroepen om belangrijke
acties tijdens de normale werking van het instrument te
documenteren. Gebeurteniscodes worden niet weergegeven op de
controller en moeten worden gedownload uit het
gebeurtenissenlogboek met behulp van Data Com-software. Acties
voor het oplossen van problemen worden gegeven in
page
Table 7 Gebeurtenislogboeklijst
Gebeurtenis
#
0
1
Corrigerende handeling
Zet stroom uit en weer aan.
Vervang de detector (cat. Nr. 101279).
Zorg ervoor dat de deur gesloten is en voer vervolgens
ZERO ELECTRONICS (NUL ELEKTRONIEK) uit in het
CALIBRATIEMENU.
Vervang de detector (cat. Nr. 101279).
Correctie
Controleer de nauwkeurigheid van kalibratiestandaarden
en kalibreer het instrument. Zie Lage waarden in
Verifieer de nauwkeurigheid van de kalibratie-ijkmaat en
herkalibreer het apparaat.
Verifieer de nauwkeurigheid van de kalibratie-ijkmaat en
herkalibreer het apparaat.
Verhoog de signaal gemiddeldetijd naar een langere
interval.
Zorg dat de luchtbellenscheiderfunctie aan staat.
Vertraag de stroming van het monster in het apparaat.
Reinig het instrument.
Controleer de waarde en vervaldatum op de
kalibratiestandaard
Controleer of de doorstroming binnen de specificaties
valt
Kalibreer het instrument opnieuw.
44.
Gegevens1
0 = UIT
1= AAN
0 = 1, 1 = 6, 2 = 30,
3 = 60, 4 = 90
Problemen oplossen
Table 5 on
Gegevens2
Gegevens3
—
—
—
—
Table
5.
45
Advertenties
Inhoudsopgave
