1
Detector assemblage
4. Sluit de deur van het monstereenheid goed. Bevestig om door
te gaan.
5. De weergegeven TURB-waarde is de standaardwaarde die is
bepaald met de versterking van de vorige kalibratie. Bevestig
om te accepteren en door te gaan met de kalibratie.
6. Als er gedurende een ingestelde periode geen selectie wordt
gemaakt, vraagt het scherm om de standaard opnieuw te
mengen om te voorkomen dat de waarde van de standaard
verandert.
a. Open de SS7 sc en remix de standaard.
b. Sluit de deur en bevestig om verder te gaan.
7. Bevestigen om te kalibreren. Als de kalibratie met succes is
voltooid, toont het display GOOD CAL! en de nieuwe waarde
voor de kalibratieversterking. Bevestig om de kalibratie te
accepteren.
8. Volg de prompt en voer de initialen in van de gebruiker die de
kalibratie uitvoert. Bevestig.
9. De controller vraagt om NEW BASELINE (nieuwe basislijn).
Bevestig om een nieuwe basislijn vast te leggen of druk op
om af te sluiten.
TERUG
10. Verwijder de kalibratiecilinder uit de behuizing. Het instrument
is nu gekalibreerd.
11. Sluit de aftapkraan en herstel de bemonsteringsstroom. Als er
geen verificatie wordt uitgevoerd, zal het scherm vragen om
terug te keren naar de meetmodus. Bevestig om door te gaan
met de metingen.
1
2
4
Figure 12 De kalibratiefles installeren
3
Lichtbronassemblage
3
Bediening
29