5.4 Menu Sensor setup (Sensor instellen) (continued)
DIAG/TEST
INST STATUS
SERIAL NUMBER
(serienummer)
INT TEMP
DEFAUTL SETUP
(standaardinstellingen)
POWER CHECK
(vermogenscontrole
SERVICE MODE (servicemodus)
SERVICE DIAG
5.5 Sensorkalibratie en -verificatie
5.5.1 Standaardisatie en kalibratie
5.5.2 Kalibratie
Geeft de software- en hardwareversies weer.
Geeft het serienummer van de sensor weer.
Geeft de interne temperatuur van de sensorelektronica weer in °C.
Herstelt de fabrieksinstellingen van de sensor. De kalibratie wordt niet beïnvloed.
Geeft de elektrische statistieken weer voor de sensor.
Hiermee kan SS7 sc in normale of servicemodus worden uitgevoerd. Analoge uitgangen kunnen in de modus ACTIEF,
HOUDEN of TRANSFER staan. Het loggen van gegevens is uitgeschakeld. Beveiligd door MAINTENANCE
(onderhoud)-wachtwoord.
Alleen toegankelijk met servicewachtwoord.
GEVAAR
Om vertrouwd te raken met voorzorgsmaatregelen bij het
hanteren, gevaren en noodprocedures, dient u altijd de
veiligheidsinformatiebladen door te nemen voordat u
containers, reservoirs en afleversystemen hanteert die
chemische reagentia en standaarden bevatten. Een
veiligheidsbril is altijd aanbevolen indien contact met
chemicalieën mogelijk is.
Note: Door het gemak waarmee de kalibratie van de
kalibratiecilindermethode kan worden uitgevoerd, kan een betere
nauwkeurigheid worden gehandhaafd door maandelijks een kalibratie uit te
voeren in plaats van de standaardisatiecontrole. Periodieke kalibratie met
een formazine primaire standaard wordt aanbevolen voor de beste
absolute nauwkeurigheid.
De fabrikant beveelt aan om het Surface Scatter 7 sc-instrument
minstens om de drie maanden te kalibreren of wanneer de lichtbron
wordt vervangen of aangepast. Raadpleeg
page 28
formazinstandaard.
1. Selecteer vanuit het Hoofdmenu SENSOR SETUP en bevestig.
2. Als er meerdere sensoren op de controller zijn aangesloten,
kies dan SELECT SENSOR>SS7 SETUP en bevestig.
3. Selecteer CALIBRATE (kalibreren)en bevestig uw keuze.
4. Selecteer PERFORM CAL (kalibratie uitvoeren) en bevestig.
Selecteer de beschikbare uitgangsmodus (Actief, Wachtstand
of Doorverbinden) en bevestig.
5. Voer de STD VALUE (STD WAARDE) in en bevestig. Bevestig
om door te gaan.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm en plaats de standaard in
de kalibratiebeker. Sluit de deur van de sensor en bevestig om
verder te gaan.
als de kalibratie wordt uitgevoerd met een
Bediening
section 5.5.2.1 on
27