Inhoudsopgave
Advertenties
Bediening
5.5.4.1 Verzorging van standaardisatieplaten
5.6 Geschiedenis van kalibratie en verificatie
32
Important Note: Als de serienummers niet overeenkomen, moet er
een basislijn voor
verificatiesection
voordat verificatie kan worden uitgevoerd.
7. Selecteer de beschikbare uitgangsmodus (Actief, Wachtstand
of Doorschakelen) in de lijstbox en bevestig.
8. Plaats de plaat bovenop de monstercilinder:
a. Sluit de bemonsteringsstroom af en veeg de bovenkant
van de monstercilinder af.
b. Plaats de standaardisatieplaat bovenop de monstercilinder
zodat de lichtstraal het midden van de plaat raakt. Let op
de oriëntatie van de plaat en plaats hem altijd in dezelfde
positie als je hem gebruikt om de standaardisatie te
controleren.
c. Sluit de deur om strooilicht te elimineren. Bevestig om door
te gaan.
9. Wanneer de weergegeven troebelheidswaarde stabiel is,
bevestig dan om de gemeten waarde te selecteren. Na
bevestiging van de meting:
•
GOOD VER! wordt weergegeven als de verificatie goed is,
met de optie om door te gaan of af te breken. Bevestig om
door te gaan. Voer de initialen van de operator in en
bevestig.
•
BAD VER! wordt weergegeven als de verificatie niet goed
is, met de optie om te herhalen of af te sluiten. Om de
verificatie te herhalen, bevestigt u om terug te keren naar
het scherm VALID SN (stap 6).
10. Open de SS7 sc om de plaat te verwijderen. Start de
monsternamestroom opnieuw en sluit de deur. Bevestig om het
instrument terug te brengen naar de meetmodus.
Note: Na bevestiging van terugkeer naar de meetmodus zal het instrument
gedurende 2 minuten equilibreren voordat de uitvoermodus verandert. De
metingen van het instrument worden op het scherm weergegeven, maar de
waarde knippert en er verschijnt een waarschuwing "OUT MODE WARN"
(UIT-MODUS WAARSCHUWING) totdat de stabilisatieperiode van 2
minuten is voltooid.
Maak standaardisatieplaten schoon om vingerafdrukken, stof en
vuil te verwijderen.
•
Maak de platen schoon met water en droog ze af met een
schone, pluisvrije doek.
•
Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen of
oplosmiddelen.
Bewaar de platen op een schone, droge plaats om krassen of
beschadigingen te voorkomen. Vervang de platen als ze krassen of
breuken vertonen.
De kalibratie en verificatie geschiedenislogs bevatten informatie
over de laatste 12 uitgevoerde kalibraties en de laatste 12
5.5.3) worden vastgesteld
Advertenties
Inhoudsopgave
