4-takt-modus met wisselende lasmethode (procesomschakeling)
Om de functie te activeren of in te stellen, - Zie hoofdstuk 5.8.17, Expertmenu MIG/MAG.
1e takt:
•
Toortsknop indrukken en vasthouden
•
Er stroomt beschermgas uit (gasvoorstromen).
•
Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid".
•
De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt,
de lasstroom vloeit.
•
Starten van de methodewisseling beginnend bij methode P
Van lasmethode verwisselen op de aangegeven tijden (t
methode P
A
Heeft men een standaardmethode voor de JOB ingesteld dan wordt er eerst naar de
standaardmethode en vervolgens naar de pulsmethode overgeschakeld. Voor een omgekeerde
configuratie geldt hetzelfde.
2e takt:
•
Branderknop loslaten (zonder effect)
3e takt:
•
Toortsknop indrukken (zonder effect)
4e takt:
•
Laat de toortsknop los
•
De superpuls-functie wordt beëindigd.
•
Draadtoevoermotor stopt.
•
De vlamboog dooft na afloop van de ingestelde terugbrandtijd van de draad.
•
De gasnastroomtijd loopt af.
Deze functie kan met behulp van PC300.NET software worden geactiveerd.
Zie de handleiding van de software.
099-005459-EW505
17.12.2015
en de tegenovergestelde methode P
Afbeelding 5-28
:
A
en t
) en tussen de in de JOB opgeslagen
2
3
B
Opbouw en functie
MIG/MAG-lassen
59