Draadspanning
Het is belangrijk om bij het naaien met de juiste draadspanning te werken.
De spanning moet worden aangepast afhankelijk van het soort steek, het
garen en de stof.
1
2
3
4
Basisinstelling van de
draadspanning: "4".
Normale draadspanning voor stikken.
Bovendraad
1
Onderdraad
2
Voorkant van de stof
3
Achterkant van de stof
4
Te weinig draadspanning voor stikken.
Draai aan de knop naar een hoger
getal.
Te veel draadspanning voor stikken.
Draai aan de knop naar een lager
getal.
U heeft de juiste draadspanning als
een kleine hoeveelheid bovendraad op
de onderkant van de stof verschijnt.
22