7
B
EDIENINGSAANWIJZINGEN
PARAGRAAF
OPTIONELE INSTRUCTIES VOOR AANVULLENDE TESTS
K
Door onttrekking van een portie van maximaal 4 ml aan het PreservCyt
('aliquotverwijdering') voordat het ThinPrep Pap Test-glaasje wordt verwerkt, kan in combinatie
met cytologisch onderzoek worden getest op bepaalde seksueel overdraagbare aandoeningen (soa's)
en op humaan papillomavirus (HPV).
Het laboratoriumpersoneel dient de specifieke instructies in deze paragraaf te volgen, om het
gewenste volume van het aliquot correct te verwijderen en het PreservCyt-monsterpotje voor de
®
ThinPrep
Pap Test voor te bereiden. Opvolgen van deze instructies is noodzakelijk om negatieve
uitwerkingen op het resultaat van de ThinPrep Pap Test te voorkomen.
Omdat cytologie/HPV-testen en soa-testen antwoorden leveren op verschillende klinische
vraagstellingen, kan aliquotverwijdering ongeschikt zijn voor sommige klinische situaties. Artsen
en andere personen die verantwoordelijk zijn voor het aanvragen van klinische tests, dienen met
het volgende vertrouwd te zijn:
•
Er is geen bewijs voor verslechtering van cytologieresultaten door aliquotverwijdering,
maar dit kan niet voor elk monster worden uitgesloten. Zoals bij elke subsamplingstap
in de anatomische pathologie, kan het per ongeluk verkeerd toewijzen van diagnostische
cellen voorkomen, doch dit is erg zeldzaam. Indien negatieve resultaten van het monster
niet overeenstemmen met de klinische indruk, kan het nodig zijn opnieuw een monster
af te nemen.
•
Aliquotverwijdering van monsters met lage cellulariteit kan leiden tot onvoldoende materiaal
in het PreservCyt-monsterpotje om een bevredigend TPPT-glaasje te kunnen prepareren.
•
Door aliquotverwijdering kan onvoldoende materiaal in het PreservCyt-monsterpotje
achterblijven om aanvullende tests (bijv. reflexieve HPV-tests) te kunnen uitvoeren met
het monstermateriaal dat na preparatie van een TPPT-glaasje achterblijft.
•
Gelijktijdige afname van afzonderlijke monsters voor de ThinPrep Pap Test en soa-tests
kan worden overwogen in plaats van aliquotverwijdering.
•
Bij het besluit tot gelijktijdig cytologisch testen en testen op soa's dienen de risico's en
anamnese (bijv. ziekteprevalentie, leeftijd van de patiënt, seksuele geschiedenis of
zwangerschap) mede overwogen te worden, evenals de geschiktheid van het monster
(bijv. exsudaat of bloeden), die de diagnostische betrouwbaarheid kunnen beïnvloeden.
Sexually Transmitted Diseases Treatment Guidelines 2002 (Centers for Disease Control and
Prevention, MMWR 2002: 51(No. RR-6)) biedt een klinische leidraad voor de omgang met en
behandeling van individuele patiënten en het gebruik van Pap-tests.
Het is gecontra-indiceerd om te testen op Chlamydia trachomatis en Neisseria gonorrhoeae met de
Roche Diagnostics COBAS AMPLICOR CT/NG-test indien het monster al met de ThinPrep 5000-
processor is verwerkt.
7.18
Gebruikershandleiding ThinPrep
®
5000-processor
®
-monsterpotje