Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
7. Restrisico's
De machine is gebouwd volgens de stand van de
techniek en de erkende veiligheidstechnische regels.
Toch kan tijdens de werkzaamheden sprake zijn van
enkele restrisico's.
• Gevaar op letsel voor vingers en handen door een
draaien de zaagband bij ondeskundige geleiding
van het werkstuk. Letsel door een wegslingerend
werkstuk bij ondeskundige bediening of ondeskun-
dige geleiding, zoals bijvoorbeeld het werken zon-
der aanslag.
• Gevaar voor de gezondheid door houtstof of houts-
paanders. Draag absoluut persoonlijke veiligheids-
uitrusting zoals oogbescherming. Afzuiginstallatie
plaatsen!
• Letsel door een defecte zaagband. De zaagband
regelmatig controleren op perfecte staat.
• Gevaar op letsel voor vingers en handen bij het
vervangen van de zaagband. Geschikte werk-
handschoenen dragen.
• Gevaar op letsel bij het inschakelen van de machi-
ne door een draaiende zaagband.
• Gevaar door stroom bij onjuist gebruik van de elek-
tra-aansluitingen.
• Gevaar voor de gezondheid door een draaiende
zaagband bij lang haar en losse kleding. Persoon-
lijke veiligheidsuitrusting zoals een haarnetje en
nauwsluitende werkkleding.
• Bovendien kunnen er ondanks alle getroffen voor-
zieningen verborgen restrisico's
• Restrisico's kunnen worden geminimaliseerd als
de „Belangrijke aanwijzingen" en het „Reglemen-
tair gebruik" alsook de gebruiksaanwijzing in acht
worden genomen.
8. Montage en bediening
Vóór inbedrijfstelling
De machine moet worden opgesteld zodat ze veilig
staat, dwz. ze moet op een werkbank of een vast o
derstel worden vastgeschroefd. Te dien einde is het
voetstuk van de zaagmachine voorzien van boorga-
ten.
• Let erop dat de zaagtafel correct gemonteerd is.
• Vóór inbedrijfstelling moeten alle afdekkingen en
veiligheidsinrichtingen naar behoren zijn gemon-
teerd.
• Het lintzaagblad moet vrij kunnen draaien.
• Bij reeds bewerkt hout op vreemde voorwerpen let-
ten zoals b.v. nagels of schroeven etc.
• Voordat u de aan-/uitschakelaar indrukt dient u zich
ervan te vergewissen dat het lintzaagblad correct
is gemonteerd en bewegelijke onderdelen gemak-
kelijk bewegen.
• Controleer of de gegevens vermeld op het ke pla-
tje overeenkomen met de gegevens van het stro
omnet alvorens de machine aan te sluiten.
bestaan.
Montagegereedschap
1 steeksleutel SW 10/13
8.1 Onderstel monteren (afb. 2+3)
Montageonderdelen:
•
4 onderstelpoten (A)
Onderstelbalken onder (B): 2x lang + 2x kort
•
Onderstelbalken boven (C): 2x lang + 2x kort
•
4 rubbervoeten (D), 4 ringen 8, 4 moeren M8
•
Bevestigingsonderdelen (24 slotbouten M8x16, 4
•
zeskantbouten M8x45, 32 ringen 8, 28 moeren M8)
Bij de montage alle bouten licht met de hand vast-
draaien.
4 rubbervoeten op de onderstelpoten schroeven.
•
Beide onderstelbalken onder (B) elk met 2 slotbou-
•
ten M8 x 16, 2 ringen en 2 moeren n op de onder-
stelpoten (A) monteren.
•
Daarna beide onderstelbalken boven (C) elk met
4 slotbouten M8 x 16, 4 ringen en 4 moeren op de
onderstelpoten (A) monteren, zoals weergegeven
in afb. 3.
Een doos achter de machine leggen en de machi-
•
ne voorzichtig naar achter kantelen, tot de machine
op de behuizing ligt.
•
Het voorgemonteerde onderstel (afb. 2) onder de
grondplaat (E) van de bandzaagmachine insteken,
met 4 zeskantbouten M8x45, 8 ringen en 4 borgrin-
gen, evenals 4 moeren met de hand vastschroe-
ven. (Afb. 3)
De machine met het onderstel op een vlakke on-
•
dergrond plaatsen en alle bouten stevig vastdraai-
en.
8.2 Montage van de werktafel (afb. 4-6)
Leg het tafelinzetstuk (a) in de hiervoor bedoelde
•
uitsparing in de werktafel (afb. 4). (Bij het vervan-
gen de werktafel in omgekeerde volgorde mon-
teren).
•
Het bandzaagblad door de sleuf in het werkta-
fel leiden. De werktafel zo op de tafelbevestiging
plaatsen, dat de fixeerbout (b) door de houder (c)
kan worde gestoken.
De werktafel vastschroeven met de vleugelmoer
•
(E).
•
Controleer of het zaagblad vrij draait en de tafel
niet aanraakt.
Met de stelschroef (F) de tafel haaks op de zaag-
•
band afstellen.
– Gebruik een winkelhaak –
De stelschroef (F) borgen met een contramoer en
•
de vleugelmoer (E) vastdraaien.
•
Schaalwijzer (G) op 0 instellen.
De hoekschaal (I) afstellen:
•
Door het losdraaien van de bouten (H) en verschui-
ven van de hoekschaal (I) tot de schaalwijzer (G) 0
aangeeft. De bouten weer vastdraaien.
NL
171
Advertenties
Hoofdstukken
