Afdrukken met verschillende functies
11
Voer in het vak [Wachtwoord] het
1
wachtwoord in dat u hebt ingesteld in
stap 6 en druk vervolgens op de knop
<ENTER> om de taak te zoeken.
- Druk op de toets <CLEAR (WISSEN)> als
u een verkeerd nummer hebt ingevoerd.
- Druk op de knop <CANCEL
(ANNULEREN)> als u het zoeken naar de
taak wilt stopzetten.
12
Zorg ervoor dat [Afdrukken] is
geselecteerd en druk vervolgens op de
knop <ENTER>.
Als u [Verwijderen] selecteert, kunt u de
afdruktaak annuleren.
13
Voer het aantal exemplaren in en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
Opmerking
● Als u het wachtwoord bent vergeten dat u voor een taak
hebt ingesteld en de taak niet wordt afgedrukt wanneer
deze naar de printer is verzonden, blijft deze opgeslagen
in de printer.
Raadpleeg
"Ongewenste opdrachten verwijderen uit een
geheugen of van een harde schijf" P.99
over hoe u de in de printer opgeslagen taak verwijdert
Voor PS-printerdriver voor Windows
1
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2
In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3
Klik op [Voorkeuren].
4
Klik op het tabblad [Taakopties].
5
Selecteer [Beveiligde afdruk] bij
[Taaktype].
6
Voer in het vak [Taaknaam] een
taaknaam in, en in het vak [Persoonlijk
ID nummer (PIN)] een wachtwoord.
Als u het selectievakje [Vragen om taaknaam
voor elke afdruktaak] of een soortgelijk
selectievakje inschakelt, wordt u gevraagd de
taaknaam in te voeren wanneer u de afdruktaak
verzendt naar de printer.
7
Klik op [Goed].
8
Configureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
De afdruktaak wordt verzonden naar de printer
maar wordt niet afgedrukt.
9
Druk op de toets <Fn>.
10
11
12
13
voor informatie
● Als u het wachtwoord bent vergeten dat u voor een taak
- 36 -
Voer <2> in met behulp van het
toetsenblok met tien toetsen en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
Voer in het vak [Wachtwoord] het
wachtwoord in dat u hebt ingesteld in
stap 6 en druk vervolgens op de knop
<ENTER> om de taak te zoeken.
- Druk op de toets <CLEAR (WISSEN)> als
u een verkeerd nummer hebt ingevoerd.
- Druk op de knop <CANCEL
(ANNULEREN)> als u het zoeken naar de
taak wilt stopzetten.
Zorg ervoor dat [Afdrukken] is
geselecteerd en druk vervolgens op de
knop <ENTER>.
Als u [Verwijderen] selecteert, kunt u de
afdruktaak annuleren.
Voer het aantal exemplaren in en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
Opmerking
hebt ingesteld en de taak niet wordt afgedrukt wanneer
deze naar de printer is verzonden, blijft deze opgeslagen
in de printer.
Raadpleeg
"Ongewenste opdrachten verwijderen uit een
geheugen of van een harde schijf" P.99
over hoe u de in de printer opgeslagen taak verwijdert
voor informatie