Afdrukken met verschillende functies
Afdrukken met verschillende functies
1
Memo
● Deze sectie geeft uitleg over het gebruik van Windows
Kladblok of Teksteditor voor Mac OS X. De beschrijving
kan verschillen afhankelijk van de gebruikte toepassing of
printerdriver.
Afdrukken op enveloppen
U kunt afdrukken op enveloppen door het
ingestelde papierformaat te wijzigen en de
universele cassette en de stapelaar met
beeldzijde boven te gebruiken.
Stel het papierformaat van de universele
cassette in op het bedieningspaneel en
stel vervolgens afdrukinstellingen zoals
papierformaat en papiercassette in via de
printerdriver.
Opmerking
● Het papier kan kromgetrokken of gekreukeld zijn na het
afdrukken. Zorg ervoor dat er geen probleem is door een
testafdruk te maken.
● Wanneer u enveloppen plaatst in de universele cassette,
plaatst u ze met de afdrukzijde omhoog in de hieronder
aangegeven richting.
- Laad C5, C6, DL, Com-9, Com-10 en Monarch met de
flap gesloten, in de stand die wordt aangegeven in de
onderstaande afbeelding.
Com10, Com-9, Monarch,
Memo
● Selecteer niet dubbelzijdig afdrukken voor enveloppen.
Meer info
● Voor informatie over welke enveloppen kunnen worden
gebruikt, raadpleegt u de Gebruikershandleiding
(Ingebruikneming).
● Handmatig afdrukken is ook beschikbaar voor het
afdrukken op enveloppen. Voor meer informatie over
handmatig afdrukken raadpleegt u
P.22.
1
Plaats papier in de universele cassette.
Meer info
● Raadpleeg "Papier in de printer plaatsen" in de
Gebruikershandleiding (Ingebruikneming).
DL, C5, C6
"Handmatig afdrukken"
2
Open aan de achterzijde van de printer
de stapelaar met beeldzijde boven.
Memo
● Als u altijd op enveloppen afdrukt vanuit de
universele cassette, registreert u het papier op het
bedieningspaneel. Als u één keer afdrukt vanuit deze
cassette, gaat u verder met de afdrukprocedures via
de printerdriver.
3
Op het bedieningspaneel drukt u op de
toets <Fn>.
4
Druk op de toetsen <9> en <0> en
druk vervolgens op de knop <ENTER>.
5
Druk op de bladerknop
[Envelop*] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
* Selecteer een type envelop.
6
Druk op de knop <ON LINE (ONLINE)>
om de menumodus te verlaten.
7
Open op de computer het bestand dat u
wilt afdrukken.
8
Configureer het papierformaat, de
papierbron en de afdrukstand in de
printerdriver en druk af.
Voor PCL-/XPS-printerdriver voor
Windows
1
In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
2
Klik op [Voorkeuren].
3
Op het tabblad [Setup] selecteert u
[Envelop*] bij [Size].
* Selecteer een type envelop.
4
Selecteer [Universele lade] bij [Bron].
5
Selecteer de afdrukstand bij
[Orientation].
- Selecteer [Staand] voor enveloppen die
aan de zijkant worden geopend.
- Selecteer [Landschap] voor enveloppen
die aan de bovenkant worden geopend.
6
Configureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
- 14 -
om