Onderdelen waarvoor netwerkinstellingen kunnen worden ingesteld
Webbrowser
Start Address 1-10
End Address 1-10
4
Printing 1-10
Configuration 1-10
Administrator's IP Address
to Register
Grijs gemarkeerde tekst geeft de standaardinstelling aan, die in de fabriek is ingesteld.
Onderdeel
Configuration Tool
Network Card Set-
(Configuratiehulp-
up (Hulpprogram-
programma)
ma voor netwerk-
(invoegtoepassing
kaartinstallatie)
Network Setting)
-
-
-
-
-
Instelling
(Mac)
-
0,0.0,0
-
0,0.0,0
-
ENABLE
GEDEACTIVEERD
-
ENABLE
GEDEACTIVEERD
-
0,0.0,0
- 122 -
Beschrijving
Geef de IP-adressen op die
toegang mogen hebben tot de
printer. U kunt een individueel
adres of een adresbereik
opgeven. Geef het beginadres
en het eindadres op wanneer
u het adresbereik instelt. Door
"0.0.0.0" in te voeren, schakelt
u de instelling uit.
Stel in of wijzigingen mogen
worden aangebracht in de
configuratie vanaf de IP-
adressen die zijn opgegeven in
IP Address Range #1-10 (IP-
adresbereik #1-10).
Stel in of een wijziging mag
worden aangebracht in de
configuratie vanaf de IP-
adressen die zijn opgegeven in
IP Address Range #1-10 (IP-
adresbereik #1-10).
Stel het IP-adres van de
beheerder in. Alleen dit adres
heeft altijd toegang tot de
printer. Denk eraan dat als de
beheerder toegang heeft tot
de printer via een proxyserver,
dit onderdeel moet worden
ingesteld op het adres van
de proxyserver en dat alle
toegang via de proxyserver is
toegestaan. Het is raadzaam
dat de beheerder toegang
heeft tot de printer zonder
gebruik te maken van een
proxyserver.