Oki Data Corporation 4-11-22, Shibaura, Minato-ku Tokyo 108-8551, Japan MPORTEUR VOOR DE ERKEND VERTEGENWOORDIGER OKI Europe Limited (handelend als OKI Printing Solutions) Blays House Wick Road Egham, Surrey TW20 0HJ Verenigd Koninkrijk Neem voor algemene vragen en alle vragen over verkoop en ondersteuning contact op met uw plaatselijke leverancier.
PMERKING ET OP EN AARSCHUWING OPMERKING Deze tekst bevat extra informatie als aanvulling op de hoofdtekst. LET OP! Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, tot schade of storingen in het apparaat kan leiden. WAARSCHUWING! Deze tekst bevat extra informatie die, indien deze wordt genegeerd, kan leiden tot een risico op persoonlijk letsel.
ASISHANDELINGEN OOFDONDERDELEN EN HUN FUNCTIES TANDAARDCONFIGURATIE NAAM BESCHRIJVING Bedieningspaneel Dit bestaat uit de belangrijke bedieningsknoppen, de lampjes en het venster. Aan/uit-schakelaar Hiermee schakelt u de printer in en uit. Zet de schakelaar in de stand <|> om de printer in te schakelen en in de stand <0> om de printer uit te schakelen.
NAAM BESCHRIJVING Invoerlade 3 en 4, Hierop sluit u de optionele ladekabel aan. 1000 vel (2000 vel voor TTM) Aansluiting voor Hierop sluit u de optionele duplexeenheid aan. duplexeenheid ET OPTIONELE ACCESSOIRES NAAM BESCHRIJVING Duplexeenheid Hiermee is dubbelzijdig afdrukken mogelijk. Uitvoer 2 Wordt gebruikt in combinatie met de duplexeenheid en de finisher.
INNENKANT NAAM BESCHRIJVING Tonercartridge Bevat de toner. EP-cartridge Bevat de fotogevoelige cartridge. Fuser Deze fixeert de toner op het papier. Raak de fuser niet aan wanneer u de printer gebruikt omdat de fuser heet wordt. Transferrol Brengt de tonerafbeelding op het oppervlak van de fotogevoelige EP-cartridge over op het papier.
NSTELLINGEN OP HET BEDIENINGSPANEEL VER DIT HOOFDSTUK In dit hoofdstuk krijgt u een inleiding in het bedieningspaneel en de functies ervan, en wordt tevens getoond hoe u door de menu's en submenu's van het bedieningspaneel navigeert waarmee u de printerinstellingen kunt weergeven en wijzigen. De volledige details van het menusysteem krijgt u in de Reference Guide (Referentiehandleiding).
LCD- DISPLAY Op het LCD ziet u de status en de foutberichten die u informeren over de huidige status van de printer, en worden tevens menu's, submenu's en printerinstellingen weergegeven wanneer u zich in het menusysteem bevindt. Hierop worden twee soorten schermen weergegeven: het scherm Afdrukken (voor weergave van de printerstatus) en het scherm Menu (voor het instellen van de configuratie).
Als u één menuniveau omhoog wilt, drukt u op de knop < > en uiteindelijk het menusysteem wilt verlaten, drukt u op de knop CANCEL (Annuleren) of ON-LINE (Online). E DISPLAY EN RAPPORTTAAL WIJZIGEN De standaardtaal voor het weergeven van berichten en afdrukken van rapporten is het Engels.
E VOEDING IN EN UITSCHAKELEN E VOEDING INSCHAKELEN Zet de aan/uit-schakelaar van de printer in de stand <|>. Wanneer u de voeding inschakelt, worden verschillende schermen op het bedieningspaneel weergegeven. Controleer of dit display in 'Online' verandert. OPMERKING Wanneer ' …' (opwarmen) wordt weergegeven, kan de printer niet WARMING UP afdrukken.
ODI VOOR ENERGIEBESPARING De printer is voorzien van een Power Save Mode (Energiespaarstand) om het stroomverbruik bij inactiviteit van de printer te verlagen. De standaardperiode voor het ingaan van de Power Save Mode (Energiespaarstand) vanaf de laatste keer dat er is afgedrukt is vijf minuten.
E STATUS VAN DE PRINTERGEGEVENS CONTROLEREN Controleren in Windows Dubbelklik op het printerpictogram op de taakbalk in de rechterbenedenhoek van het scherm. Controleer de kolom Status in het venster dat wordt weergegeven. E CONFIGURATIE VAN OPTIONALE ACCESSOIRES EN DE PAPIERLADE INSTELLINGEN WEERGEVEN Wanneer u deze printer gebruikt als netwerkprinter en het SNMP-protocol hebt...
FDRUKKEN FDRUKOPTIES U kunt met deze printer de afdrukopties op drie manieren wijzigen: > Bedieningspaneel > Printerstuurprogramma > Ingesloten webserver De afdrukopties in het printerstuurprogramma vindt u in de toepassing die u gebruikt, of in het menu Printers en faxapparaten (in Windows). In de ingesloten webserver (Embedded Web Server of EWS) vindt u alle printerfuncties en worden deze gepresenteerd als HTML- pagina's.
FDRUKKEN VANAF DE COMPUTER In dit hoofdstuk leggen we uit hoe de basisflow werkt wanneer u afdrukt vanuit ® toepassingssoftware in een Windows -omgeving. De procedure verschilt mogelijk naar gelang de computer of de systeemconfiguratie die u gebruikt. OPMERKING Schakel de voeding van de printer niet uit wanneer deze aan het afdrukken is. Dit kan tot een papierstoring leiden.
EDIATYPEN INSTELLEN In de printer kunt u een variëteit aan speciale media plaatsen. Elk mediatype vereist speciale behandeling. De handigste manier om deze functie in te schakelen, is door de printereigenschappen op de computer te gebruiken. U kunt deze functie ook inschakelen op het bedieningspaneel, of met de EWS.
Pas de lengtegeleider en de rechterbreedtegeleider aan het formaat van de geplaatste enveloppen aan. Wijzig op het bedieningspaneel het papiertype in ENVELOPE. (Enveloppe). Wijzig op het bedieningspaneel het papierformaat van de lade in het type enveloppe. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand. Kies deze printer in de vervolgkeuzelijst en klik op Properties (Eigenschappen).
Plaats de transparanten met de langezijde-invoer. Stel de papiergeleiders indien nodig in op het formaat van de transparanten. Wijzig op het bedieningspaneel het papiertype in TRANSPARENCY (Transparanten). Selecteer Afdrukken in het menu Bestand. Kies deze printer als printer die u gaat gebruiken om af te drukken en klik op Properties (Eigenschappen).
> Plaats kleine briefkaarten met de kortezijde-invoer en met de afdrukzijde omlaag. Plaats de bovenkant van de briefkaart richting de achterkant van de printer. Grote briefkaarten Kleine briefkaarten Langezijde-invoer Kortezijde-invoer Stel de papiergeleiders in op het formaat van de briefkaarten. Wijzig op het bedieningspaneel het papiertype in POSTCARDS.
> Papierlade met hoge capaciteit, lade 6 - Plaats de etikettenvellen in de langezijde- invoer en met de afdrukzijde omlaag. Plaats de bovenkant van de pagina richting de voorzijde van de printer. Laden 1 tot en met 4 Universele lade 5 Papierlade met hoge capaciteit, lade 6 Stel de papiergeleiders in op het formaat van de etikettenvellen die u wilt gebruiken.
APIER MET EEN AANGEPAST FORMAAT PLAATSEN EN AFDRUKKEN LET OP! Wanneer u het papierformaat instelt in het printerstuurprogramma en het bedieningspaneel, geeft u het papierformaat op dat u op dat moment gebruikt. Als u het verkeerde formaat instelt, wordt vastgelopen papier gemeld. Dit komt met name voor wanneer u een groter formaat configureert terwijl u minder breed papier gebruikt.
Kies bij Paper Size (Papierformaat) het formaat van het oorspronkelijke document. Kies bij Media Types (Mediatypen) het geregistreerde aangepaste formaat en klik op OK. Klik op Afdrukken in het dialoogvenster Afdrukken om het afdrukken te starten. EAVANCEERDE AFDRUKFUNCTIES Uitgebreide instructies over het gebruik van de geavanceerde afdrukfuncties vindt u in de User Reference Guide (Gebruikersreferentiehandleiding).
OSTERAFDRUK Met deze optie kunt u posters afdrukken door één documentpagina in meerdere delen te verdelen. Elk deel wordt vergroot op een apart blad afgedrukt. Vervolgens kunt u de aparte bladen combineren tot een poster. ASSEND MAKEN OP EEN BLAD Met de functie voor schalen naar pagina kunt u gegevens die zijn opgemaakt voor een bepaald paginaformaat afdrukken op een ander paginaformaat, zonder de afdrukgegevens te wijzigen.
ORMS eForms is een firmwarefunctie waarmee u een afdruktaak die uit maximaal 20 pagina's bestaat, kunt opslaan. De taak wordt opgeslagen als een gecomprimeerde rasterafbeelding in een permanente opslag. Met eForms kan de opgeslagen afdruktaak elektronisch worden samengevoegd met nieuwe afdruktaken. U kunt deze functie inschakelen in de printereigenschappen.
Pagina 28
Intelligente barcodes In tegenstelling tot sommige barcodeoplossingen, waarbij hoofdzakelijk lettertypen aan een pc of printer worden toegevoegd, breidt deze printer werkelijk de PCL5-taal uit. Barcodeopmaak, foutdetectie en controlesomberekening worden allemaal door de printer uitgevoerd, waardoor de belasting voor de host en het netwerk afneemt. U kunt barcodes in bijna elke grootte of draaiing, breedte en hoogte afdrukken.
APIER IN DE PRINTER PLAATSEN TOT EN MET LADEN Open de papierlade. Waaier het papier uit zodat er geen vellen meer aan elkaar kleven. Plaats het papier in de lade. Pas de papiergeleiders aan het formaat aan. LET OP! Plaats het papier niet op de rechterbreedtegeleider. Plaats niet meer papier dan de toegestane hoeveelheid.
Duw de lade helemaal in de printer. Stel het papierformaat in wanneer u papier met een aangepast formaat hebt geplaatst. E UNIVERSELE LADE LADE LADEN De universele lade kunt u voor handinvoer en voor automatische invoer gebruiken. Labels op de lade geven de richting voor de lange rand en de korte rand van het papier aan. OPMERKING Afhankelijk van de soort en het formaat van het geplaatste papier, moet u de instellingen configureren op het bedieningspaneel.
Plaats papier in de lade en stel indien nodig de papiergeleiders in op de breedte van het papier. (TTM) E LADE MET HOGE CAPACITEIT LADE EN DE TWEETANDEMLADE LADEN Trek de lade uit. Stel de lengte- en breedtegeleiders in op het papierformaat. Waaier het papier uit zodat er geen vellen meer aan elkaar kleven.
Plaats het papier in de lade. Duw de lade helemaal in de printer. INSTELLINGEN U kunt een verscheidenheid aan instellingen configureren voor uw invoerladen en uitvoervakken. De standaardinstellingen voor de broninvoerlade en het uitvoervak configureert u het PAPER MENU (Papiermenu), de DEFAULT SOURCE (Standaardbron) en de OUTPUT TRAY (Uitvoerlade) van het bedieningspaneel.
ITVOERLADE KOPPELEN Wanneer de uitvoerlade vol is, worden de vol-sensors van de lade geactiveerd en wordt een foutbericht weergegeven op het bedieningspaneel. Als de finisher of de stapelaar is geïnstalleerd, kunt u de uitvoerlade koppelen zodat de resterende pagina's naar een open uitvoerlade worden gestuurd.
ERFORATOR De optionele finisher bevat een perforator voor 2-4 gaten. Wanneer de perforator is geïnstalleerd, moet u deze activeren om te kunnen perforeren. Wanneer de printer detecteert dat het perforatiebakje vol is, wordt een waarschuwing op het bedieningspaneel weergegeven. Het afdrukken gaat door, maar het perforeren wordt gestopt. Perforeren inschakelen in de printereigenschappen: Selecteer de knop Paper Feed (Papierinvoer) op het tabblad Setup (Instellingen) in de printereigenschappen.
IETER Er zijn verschillende nietopties. U kunt bijvoorbeeld nieten op verschillende locaties, afhankelijk van of u één of twee nietjes gebruikt. U kunt kiezen om voor de afdrukstand Staand en Liggend te nieten volgens de volgende opties: > Linksboven > Linksonder >...
Plaats de nieter in de finisher. Sluit deurtje G. CCESSOIRES INSTALLEREN Voor uitgebreide informatie over de installatie van optionele accessoires, vaste schijf, geheugenoptie en Compact Flash raadpleegt u de sectie 'Installing Accessories' in de Refence Guide (Referentiehandleiding). Papier in de printer plaatsen > 36...
ROBLEMEN OPLOSSEN ANNEER PAPIER VASTLOOPT LET OP! Wanneer u vastgelopen papier verwijdert, moet u ervoor zorgen dat er geen gescheurd papier achterblijft in het apparaat. Als er een vel papier om de warmtetransportrol is gewikkeld of wanneer u vastgelopen papier wilt verwijderen dat moeilijk of niet te zien is, moet u het papier niet zelf proberen te verwijderen.
Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig. Druk indien nodig op de groene hendel om het papier te verplaatsen zodat u het eenvoudiger kunt verwijderen. Zorg ervoor dat u alle stukjes papier verwijdert. Sluit klep A. AAN DE BINNENKANT Verwijder de invoerlade met hoge capaciteit (lade 6) indien deze in de printer is geïnstalleerd door de lade weg te schuiven van de printer.
Pagina 39
Open klep B. Verwijder het vastgelopen papier en zorg ervoor dat u alle stukjes papier verwijdert. Sluit klep B. Schuif de invoerlade met hoge capaciteit (lade 6) weer stevig tegen de printer aan. Problemen oplossen > 39...
AAN DE BINNENKANT Verwijder de invoerlade met hoge capaciteit (lade 6) indien deze in de printer is geïnstalleerd door de lade weg te schuiven van de printer. Open klep C. Verwijder het vastgelopen papier en zorg ervoor dat u alle stukjes papier verwijdert. Problemen oplossen >...
Sluit klep C. Schuif de invoerlade met hoge capaciteit (lade 6) weer stevig tegen de printer aan. DUPLEXEENHEID AAN DE BINNENKANT Open klep D. Verwijder het vastgelopen papier en zorg ervoor dat u alle stukjes papier verwijdert. Problemen oplossen > 41...
Als het papier vastzit in de fuser, drukt u hendel A1 in om het papier los te maken. Zo voorkomt u schade aan de fuser. Sluit klep D. AAN DE BINNENKANT Open klep A. Open klep E. Verwijder het vastgelopen papier en zorg ervoor dat u alle stukjes papier verwijdert. Sluit klep E.
AAN DE BINNENKANT Open klep F. Verwijder het vastgelopen papier en zorg ervoor dat u alle stukjes papier verwijdert. Sluit klep F. Problemen oplossen > 43...
AAN DE BINNENKANT Trek indien zichtbaar het vastgelopen papier uit de bovenste stapelaar. Open klep G. Volg de instructies op het bedieningspaneel. Open hendel 2a, hendel 2b of hendel 3 volgens de instructielabels aan de binnenkant van klep G. OPMERKING als de stapelaar in de weg zit, schuift u de stapelaar naar u toe en vervolgens naar rechts.
Sluit klep G. AAN DE BINNENKANT Til klep H op. Verwijder het vastgelopen papier en zorg ervoor dat u alle stukjes papier verwijdert. Sluit klep H. Problemen oplossen > 45...
APIER IS VASTGELOPEN IN DE BOVENSTE STAPELAAR Verwijder het vastgelopen papier uit de bovenste stapelaar. Open en sluit klep G. APIER IS VASTGELOPEN IN LADEN TOT EN MET Als u vastgelopen papier uit lade 1, 2, 3 of 4 wilt verwijderen, doet u het volgende: Trek de lade uit die op het bedieningspaneel is aangegeven.
Pagina 47
Verwijder verfrommeld of beschadigd papier, en pas de lengte- en breedtegeleiders correct aan het papier aan. Duw de lade helemaal in de printer. OPMERKING Controleer of het papierformaat dat in de papierlade is ingesteld, overeenkomt met het formaat dat op het bedieningspaneel is ingesteld. Als de formaten overeenkomen, drukt u op de knop Select (Selecteren).
APIER IS VASTGELOPEN IN DE UNIVERSELE LADE LADE Doe het volgende om vastgelopen papier uit de universele lade te verwijderen: Controleer of de breedtegeleiders zijn uitgelijnd met het papier. OPMERKING Controleer of het papierformaat dat in de papierlade is ingesteld, overeenkomt met het formaat dat op het bedieningspaneel is ingesteld.
Pagina 49
Controleer of de lengte- en breedtegeleiders correct zijn ingesteld. OPMERKING > Controleer of het papierformaat dat in de papierlade is ingesteld, overeenkomt met het formaat dat op het bedieningspaneel is ingesteld. Als de formaten overeenkomen, drukt u op de knop Select (Selecteren). Als de papierformaten niet overeenkomen, wijzigt u het formaat in het bedieningspaneel.
ANNEER ER PROBLEMEN OPTREDEN Voordat u het probleem beschouwt als een apparaatdefect, raadpleegt u de volgende tabel en controleert u de staat van de printer nogmaals. WAARSCHUWING! > U moet nooit kleppen van het apparaat openen of verwijderen die zijn bevestigd met schroeven, tenzij dit duidelijk wordt aangegeven in deze gebruikershandleiding.
Pagina 51
SYMPTOOM REDEN/ACTIE Afdrukken niet Is het lampje <READY> (Gereed) uit? Als dit het geval is, is de printer mogelijk. offline of in de modus menu-instelling? Druk op de knop <ON LINE> (Online) om de printer weer in de online status te zetten. Wordt een bericht op het bedieningspaneel of de computer weergegeven? Volg het bericht om het probleem op te lossen.
Pagina 52
SYMPTOOM REDEN/ACTIE Het lampje Er zijn nog taken in de printer aanwezig. Annuleer de afdruk of forceer <READY> (Gereed) het afdrukken van de resterende gegevens. brandt en knippert, Als u de afdruktaak wilt forceren, drukt u op de knop <ON LINE> maar er worden (Online) om de printer in de offline modus te zetten en drukt u geen afdrukken...
Pagina 53
SYMPTOOM REDEN/ACTIE Het papier kan niet Is het papier correct ingesteld? Plaats het papier op correcte wijze. worden ingevoerd. Waaier etiketten, transparanten, ansichtkaarten of enveloppen eerst uit voordat u ze plaatst zodat er lucht tussen de vellen kan komen. Plaats Papierstoring.
ANNEER DE AFDRUKKWALITEIT MATIG IS Wanneer de afdrukkwaliteit matig is, kiest u in de volgende tabel het symptoom dat het meeste op uw probleem lijkt om het op te lossen. Als de afdrukkwaliteit niet wordt verbeterd nadat u de benodigde actie hebt uitgevoerd, neemt u contact op met de servicedienst.
Pagina 55
SYMPTOOM REDEN/ACTIE Het hele papier De drum/tonercartridge is defect of beschadigd. Vervang door een wordt zwart nieuwe drum/tonercartridge. afgedrukt. Zie 'EP-cartridge en tonercartridge' op pagina 57. Dit kan zijn veroorzaakt door een uitval van hoog voltage. Neem contact op met de servicedienst. De afdrukbare gegevens van uw computer zijn mogelijk beschadigd.
SYMPTOOM REDEN/ACTIE De tekst of de De papierladegeleiders staan niet in de juiste stand. Zet de afbeeldingen lengtegeleider en de rechterbreedtegeleider in de juiste standen. worden scheef Zie 'Papier in de printer plaatsen' op pagina 29. afgedrukt. Transparanten, Het type transparant, ansichtkaart of enveloppe dat u hebt geplaatst, briefkaarten en kan niet in deze printer worden gebruikt.
ERBRUIKSMATERIALEN VERVANGEN CARTRIDGE EN TONERCARTRIDGE De EP-cartridge en de tonercartridge moeten worden vervangen wanneer zij het einde van de levensduur hebben bereikt. Er wordt een bericht weergegeven op het bedieningspaneel wanneer het tijd is om de EP-cartridge/tonercartridge te vervangen. Wanneer de tonercartridge leeg is, wordt een bericht weergegeven op het bedieningspaneel en is afdrukken niet meer mogelijk totdat de cartridge is vervangen.
CARTRIDGE VERVANGEN Verwijder eventueel uitgevoerd papier en open deksel A en vervolgens de voorklep. Houd de EP-cartridge vast aan de handgreep en trek die er langzaam uit. Raak geen onderdelen aan de binnenkant van de printer aan. Haal de nieuwe EP-cartridge uit de verpakking. Verbruiksmaterialen vervangen >...
Pagina 59
Leg de EP-cartridge op een plat oppervlak en verwijder het beschermende vel (1). Raak het oppervlak van de fotogevoelige EP-cartridge (2) niet aan. Houd de EP-cartridge vast bij de handgreep en plaats deze in de opening in de printer. Zorg ervoor dat u de EP-cartridge stevig plaatst. Raak geen onderdelen aan de binnenkant van de printer aan.
ONERCARTRIDGE A VOORZICHTIG OM MET DE TONERCARTRIDGE Wanneer u een tonercartridge installeert of vervangt, moet u rekening houden met het volgende: > Houd de tonercassette buiten het bereik van kinderen. > Forceer de tonercartridge niet om deze te openen. > Laat de tonercartridge niet staan en houd deze niet ondersteboven.
Haal de nieuwe tonercartridge uit de verpakking en schud deze acht of tien keer, zoals wordt aangegeven in de afbeelding. OPMERKING Als de toner niet gelijkmatig wordt verspreid, neemt de afdrukkwaliteit mogelijk af. Als u bovendien de tonercartridge niet goed schudt, kan er lawaai worden veroorzaakt of kan de cartridge tijdens het afdrukken beschadigd raken.
E FUSER VERVANGEN Schakel de voeding van de printer uit en laat deze 30 minuten staan totdat de fuser is afgekoeld. Open deksel A. Draai de twee knoppen (3) los waarmee de fuser aan het frame is bevestigd. Trek de fuser (1) naar u toe aan de twee handgrepen (2). Haal de nieuwe fuser uit de verpakking.
E TRANSFERROLCARTRIDGE VERVANGEN Schakel de printer uit. Open deksel A. Knijp de haken (1 en 2) aan beide uiteinden van de transferrol (3) in en verwijder deze uit de baan.. Pak de nieuwe transferrol aan de haken vast. Plaats de nieuwe transferrol in de vatting en breng de haakjes aan. Sluit deksel A.
AGELIJKSE VERZORGING E PRINTER REINIGEN In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de printer reinigt zodat deze in goede staat blijft en altijd nette afdrukken maakt. WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat u het apparaat uitschakelt en de stekker uit het stopcontact haalt voordat u de binnenkant van het apparaat opent voor reiniging, onderhoud of foutoplossing.
E BINNENKANT REINIGEN Nadat u papierstoringen hebt opgelost of de EP-cartridge/tonercartridge hebt vervangen, inspecteert u de binnenkant van de printer voordat u de voorklep sluit. WAARSCHUWING! Raak nooit het gedeelte met het label 'High Voltage' aan. U kunt een elektrische schok krijgen. Raak nooit de onderdelen met een etiket aan die op of nabij de warmtetransportrol vindt.
Pagina 66
Correcte verplaatsingsprocedure Voer de volgende procedure uit wanneer u de printer verplaatst. Zet de aan/uit-schakelaar van deze printer in de stand <O> om de voeding uit te schakelen. Verwijder alle kabels, zoals de voedingskabel en de interfacekabels. WAARSCHUWING! Raak nooit het netsnoer met natte handen aan. U loopt het risico van een elektrische schok.
ENUFUNCTIES In het printermenu kunt u de interne instellingen van de printer weergeven en wijzigen. De instellingen zijn ingedeeld in categorieën of 'menu's', zoals het menu Informatie of het menu Afdrukken. Een aantal van deze instelling lijkt op de instellingen in het printerstuurprogramma of de toepassing.
RINT FDRUKKEN PARAMETERS WAARDE STANDAARD BESCHRIJVING Copies (Exemplaren) 1-999 Hiermee stelt u het aantal af te drukken exemplaren in. Duplex On/Off (Aan/Uit) Off (Uit) Hiermee is dubbelzijdig afdrukken mogelijk. Duplex Binding Long Edge / Short Long Edge (Lange Kies de inbindzijde (Dubbelzijdig Edge (Lange zijde / zijde)
PARAMETERS WAARDE STANDAARD BESCHRIJVING Resolution 600 dpi 600 dpi Selecteer de (Resolutie) 1200 dpi afdrukresolutie. Print Density Hiermee stelt u de (Afdrukdichtheid) afdrukdichtheid in. Toner Saver Mode On/Off (Aan/Uit) Off (Uit) Hiermee gebruikt u (Tonerspaarmodus) minder toner. Tekens van 10 punten worden leesbaar afgedrukt, maar tekens van 8 punten...
PARAMETERS WAARDE STANDAARD BESCHRIJVING Tray 1 Use Custom YES/NO (JA/NEE) NO (NEE) Hiermee stelt u het (Aangepast papier mediaformaat in. voor lade 1) Letter/A4 Hiermee stelt u het Tray 1 Paper Size Executive (Lade 1 DL-envelop mediaformaat in. papierformaat_ C5 Envelope Com9 Envelope Statement Letter...
PARAMETERS WAARDE STANDAARD BESCHRIJVING Tray 6 Paper Size Letter Letter/A4 Hiermee stelt u het (Lade 6 A4 Executive mediaformaat in. papierformaat) Tray 6 Media Type Same as tray 1 (Als Plain (Normaal) Hiermee stelt u het (Lade 6 mediatype) lade 1) mediatype in.
(FX- X EMULATION EMULATIE PARAMETERS WAARDE STANDAARD BESCHRIJVING Character Pitch 10 cpi 10 cpi Default font pitch (Tekenbreedte) 12 cpi (Standaardteken- 17 cpi afstand) 20 cpi Proportional (Proportioneel) Character Set Set-1, Set-2 Default character set (Tekenset) Set-2 (Standaardtekenset) Symbol Set Available Symbol sets 10U:PC-8 CP437 Default font...
PARAMETERS WAARDE STANDAARD BESCHRIJVING DTR Polarity (DTR- High (Hoog) High (Hoog) Serial Signal (Serieel polariteit) Low (Laag) signaal) RTS Polarity (RTS- High (Hoog) High (Hoog) Serial Signal (Serieel polariteit) Low (Laag) signaal) Robust XON On/Off (Aan/Uit) Off (Uit) Serial Signal (Serieel (Robuuste XON) signaal) Serial PS-Protocol...
NDEX formaat van papier er verschijnen witte stipjes in automatisch zwarte delen ....54 aan/uit-schakelaar ....8 aanpassen er worden zwarte stipjes of ...... 25 accessoires installeren ..36 meerdere pagina's afdrukken strepen afgedrukt ..54 afdrukken op één blad er wordt niets ....
Pagina 81
taakoffset ......33 tonercartridge ....... 10 transferrol ......10 transport naar finisher ....9 uitvoer 2 .........9 verbruiksmaterialen vervangen de EP-cartridge vervangen ...... 58 de fuser vervangen ... 62 de transferrolcartridge vervangen ...... 63 vertrouwelijke documenten afdrukken ......26 Voorklep ........8 wanneer er problemen optreden ......