OORWOORD We hebben ernaar gestreefd de informatie in dit document volledig, accuraat en up- to-date weer te geven. Oki is niet aansprakelijk voor de gevolgen van fouten waarvoor deze niet verantwoordelijk is. Oki kan ook niet garanderen dat wijzigingen in software en apparatuur die zijn aangebracht door andere fabrikanten en waarnaar in deze handleiding wordt verwezen, geen invloed hebben op de toepasbaarheid van de informatie in de handleiding.
Oki Data Corporation, 4-11-22 Shibaura, Minato-ku, Tokyo 108-8551, Japan MPORTEUR VOOR DE GEMACHTIGDE VERTEGENWOORDIGER OKI Europe Limited (handelend als OKI Printing Solutions) Central House Balfour Road Hounslow TW3 1HY Verenigd Koninkrijk Neem voor algemene vragen en alle vragen over verkoop en ondersteuning contact op met uw plaatselijke leverancier.
Oki Printing Solutions te werken. Deze zijn te herkennen aan het handelsmerk van Oki Printing Solutions. Het kan voorkomen dat een andere tonercartridge helemaal niet werkt, zelfs als deze als 'geschikt' of 'compatibel' wordt omschreven. Indien de tonercartridge wel werkt, kunnen de prestaties en de afdrukkwaliteit van uw product van mindere kwaliteit zijn.
NLEIDING B2200/B2400-desktopprinters zijn lichte en compacte apparaten die een heldere, hoge kwaliteit bieden en snel afdrukken, en die u eenvoudig kunt neerzetten op de plaats waar u de printer nodig hebt. In deze gebruikershandleiding krijgt u alledaagse aanwijzingen voor het gebruik en eenvoudige onderhoudsprocedures. Deze zijn van toepassing op alle modellen van de serie.
> USB- en Centronics-aansluitingen voor snelle en eenvoudige verbinding met de hostcomputer. > LAN-aansluiting (alleen B2400n) voor directe verbinding met een netwerkkabel om gemakkelijk binnen een werkgroep te kunnen delen. DENTIFICATIE VAN DE ONDERDELEN Papiersteun. Papierlade (onder het deksel) en uitvoerlade (boven het deksel).
Pagina 8
Statuslampjes: > Power On (Voeding aan): brandt wanneer de voeding is ingeschakeld. > Ready/Printing (Gereed/Afdrukken): brandt wanneer de printer stand-by staat om gegevens te ontvangen, knippert langzaam (ongeveer 2 seconden) wanneer gegevens worden ontvangen en verwerkt, knippert sneller (ongeveer 1 seconde) wanneer de printer aan het afdrukken is.
FDRUKMEDIA Afdrukmedia die u voor uw printer kunt gebruiken, zijn standaardpapier, bepaalde soorten enveloppen en bepaalde soorten transparanten. APIER Het beste papier dat u kunt kiezen, is standaardpapier 80-90g/ m² dat speciaal bedoeld is voor kopieermachines en laserprinters. Voorbedrukt briefpapier, zoals briefhoofdpapier, kan ook worden gebruikt zolang de voorbedrukte delen de combinatie van hitte en druk kunnen weerstaan.
Pagina 10
De papierlade kan ongeveer 150 vellen standaardpapier bevatten. In de handinvoer kunt u maar één vel tegelijk plaatsen. Haal net voldoende papier uit de verpakking, waaier de stapel uit om de vellen van elkaar te scheiden en maak de stap recht voordat u deze plaatst.
Schuif de papierstapel zo ver mogelijk in de lade met de afdrukzijde omlaag, de bovenrand in de printer, en zorg ervoor dat de geleiders net de zijkant van de stapel raken. Sluit het deksel van de lade. APIER IN DE HANDINVOER PLAATSEN In het dialoogvenster Afdrukken van uw computer klikt u op de knop [Eigenschappen] om het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken te openen.
Pagina 12
Het papierinvoerlampje knippert. Plaats nu het papier. Stel de papiergeleiders in op de breedte van het papier. Deze moeten licht beide zijkanten van het papier raken, maar dit niet vastklemmen. Plaats het af te drukken vel, bovenrand eerst, afrukzijde omhoog, in de invoerlade en duw het vel zachtjes totdat u een lichte weerstand voelt.
RANSPARANTEN EN ETIKETTEN PLAATSEN Wij raden u aan de handinvoer te gebruiken voor dit soort materiaal, zoals eerder voor papier is beschreven. NVELOPPEN Enveloppen kunnen rechtstreeks worden afgedrukt in deze printer zolang u geschikte typen kiest. Voorkom zelfklevende enveloppen en enveloppen met vensters of metalen sluithaakjes. Kies bij voorkeur enveloppen het rechthoekige flappen in plaats van driehoekige flappen.
Het papierinvoerlampje knippert. Plaats nu de enveloppe. Plaats de enveloppe, korte rand eerst, afdrukzijde omhoog, flap omlaag en naar links gevouwen, in de invoerlade en duw zachtjes totdat u een lichte weerstand voelt. De printer voert de enveloppe een klein stukje door en deze het vast.
Pagina 15
E VOORKEURSINSTELLINGEN VOOR HET AFDRUKKEN WIJZIGEN Wijzigingen die u in het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken maakt tijdens het afdrukken, zijn tijdelijk. Wanneer u de toepassing afsluit, worden de standaardwaarden van de instellingen hersteld. Permanente wijzigingen (nieuwe standaardwaarden) maakt u met Status Monitor voor Windows om de ingebouwde printermenu's te wijzigen.
ASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN Soms moet u mogelijk een vel papier verwijderen dat in de printer is vastgelopen. Wanneer dit gebeurt, wordt het afdrukken onmiddellijk gestopt en gaat het foutlampje branden. Nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd en het bovendeksel hebt gesloten, wordt de verloren gegane pagina automatisch opnieuw afgedrukt.
Pagina 17
Als het papier vanuit de lade is ingevoerd, trekt u aan het vel volgens de onderstaande afbeelding. Als het papier vanuit de lade voor handmatige invoer is ingevoerd, trekt u als volgt aan het vel. Plaats de afdrukcartridge voorzichtig opnieuw, druk beide uiteinden stevig omlaag zodat de cartridge goed vastzit en sluit het bovendeksel.
OORKEURSINSTELLINGEN VOOR AFDRUKKEN INSTELLEN In Status Monitor voor Windows hebt u toegang tot vele opties en kunt u de standaardinstellingen van de printer aanpassen aan uw alledaagse behoeften. Ook de printerdriver van Windows bevat veel instellingen voor dezelfde opties. Wanneer de onderdelen in het printerstuurprogramma hetzelfde zijn als die in de menu's van Status Monitor en u documenten in Windows afdrukt, hebben de instellingen van het Windows-printerstuurprogramma voorrang...
ABBLAD NSTELLINGEN Het papierformaat moet hetzelfde formaat hebben als het papierformaat van uw document (tenzij u de afdruk wilt aanpassen aan een ander formaat) en moet ook hetzelfde formaat hebben als het papier dat in de printer is geladen. U kunt de papierbron kiezen. Dit kan de standaardpapierlade of de handinvoer zijn.
ABBLAD AAKOPTIES Pas de uitvoerresolutie van de afgedrukte pagina aan uw wensen aan. Indien geselecteerd kunt u met tonersparen ten koste van de afdrukkwaliteit minder toner gebruiken. De afdrukstand kan worden ingesteld op staand (lengte) of liggend (breedte). In de liggende afdrukstand wordt het paginabeeld 90 graden linksom gedraaid (bijvoorbeeld om enveloppen af te drukken).
ET TABBLAD FBEELDING Bij Rasteren wordt een tussenliggende grijsschaal geproduceerd door het bijstellen van de combinatie van punten tijdens het afdrukken. Wanneer u een instelling selecteert, bepaalt u de mate van detail waarmee een afbeelding wordt afgedrukt. Met Net bepaalt u dat een scherm met punten wordt gebruikt voor rasteren terwijl u bij Zeer fijn bepaalt dat een reeks lijnen voor Rasteren wordt gebruikt.
RINTERMENU Alle standaardinstellingen van de printer zijn opgeslagen in het interne geheugen van de printer. U opent de instellingen via een menusysteem met de knop Configuratie in de toepassing Status Monitor. CATEGORIE ITEM FUNCTIES INFO. MENU MENUOVERZICHT Drukt een menuoverzicht af. PCL-LETTERTYPE Hiermee wordt een lettertypenlijst voor PCL-emulatie afgedrukt (alleen B2400-...
Pagina 23
CATEGORIE ITEM FUNCTIES MENU USER TRAY SIZE Het papierformaat voor de hoofdlade. (GEBRUIKER) (LADEFORMAAT) TRAY TYPE Het papiertype voor de hoofdlade. (LADETYPE) TRAY WEIGHT Het papiergewicht voor de hoofdlade. (LADEGEWICHT) MANUAL SIZE Het papierformaat voor de handinvoer. (HANDMATIG FORMAAT) MANUAL TYPE Het papiertype voor de handinvoer.
Pagina 24
CATEGORIE ITEM FUNCTIES SYSTEM OPHEFFING Wanneer deze optie is ingesteld, CONFIG. PAPIERSTORING onthoudt de printer een verloren (SYSTEEM- pagina wanneer vastgelopen papier CONFIGURATIE) wordt verwijderd. De pagina wordt MENU opnieuw afgedrukt. (vervolg) ERROR REPORT Wanneer deze optie is ingeschakeld, (FOUTEN- wordt een foutenrapport afgedrukt RAPPORT) wanneer zich een interne fout...
Pagina 25
CATEGORIE ITEM FUNCTIES MENU PCL PEN BIJSTELLEN Wanneer deze optie is ingeschakeld en (Alleen B2400- een minimum regelgewicht in de PCL- modellen.) modus is gespecificeerd, wordt de (vervolg) regel benadrukt om ervoor te zorgen dat deze duidelijk wordt afgedrukt. MENU PPR PITCH Hiermee geeft u de tekenbreedte op.
Pagina 26
CATEGORIE ITEM FUNCTIES MENU PPR TEKSTHOOGTE De tekens hebben allemaal dezelfde (Alleen B2400- hoogte, of hun hoogte hangt af van de modellen.) geselecteerde tekengrootte. (vervolg) MENU FX PITCH Hiermee geeft u de tekenbreedte op. (Alleen B2400- (TEKENBREEDTE) modellen.) CHARACTER SET Hiermee geeft u de vereiste tekenset SYMBOL (TEKEN) Hiermee geeft u de vereiste...
Pagina 27
CATEGORIE ITEM FUNCTIES MENU USB Hiermee schakelt u deze communicatiepoort in of uit. SOFTWARE- Hiermee schakelt u deze functie in of MATIG OPNIEUW uit. INSTELLEN USB- Hiermee stelt u indien nodig het USB- SERIENUMMER serienummer in. MENU IP ADDRESS SET Hiermee stelt u een vast IP-adres in of NETWORK (IP-ADRESSET)
Pagina 28
CATEGORIE ITEM FUNCTIES MENU X ADJUST (X Fijnaanpassing voor het afdrukken van AANPASSEN BIJSTELLEN) de afbeelding in verticale (richting van (Alleen B2400- de papierinvoer) richting. modellen.) Y-POSITIE Fijnaanpassing voor de afdrukstand in AANPASSEN de horizontale richting. ID PCL-LADE 0 Hiermee stelt u het nummer in voor de specificatie van Lade 0 (handinvoer) in PCL-emulatie.
Pagina 29
CATEGORIE ITEM FUNCTIES MENU BEHEER ALLES Hiermee schakelt onderdelen in dit (Alleen menu in of uit. systeembeheer ders hebben INFO. Hiermee schakelt u deze menu's in of toegang tot dit uit. AFDRUKKEN menu) MEDIA SYSTEM CONFIG. (SYSTEEM- CONFIGURATIE) PARALLEL NETWERK GEHEUGEN AANPASSEN ONDERH.
E TELLER VAN DE AFBEELDINGSTROMMEL OPNIEUW INSTELLEN Nadat u de afbeeldingstrommel hebt vervangen, stelt u de teller opnieuw in om het aantal pagina's dat met de afbeeldingstrommel wordt afgedrukt correct bij te houden. Start de Status Monitor voor de printer. Kies het tabblad Printerinstellingen, klik op de knop Configuratie en open het menu Onderhoud.
LED- INDICATORS Op het voorpaneel van uw printer zijn vier LED-indicators aanwezig. De bovenste LED is de Power ON/OFF-indicator (Voeding aan/uit). Deze brandt constant wanneer de voeding is ingeschakeld. De overige drie lampjes kunnen op vijf manieren branden, naargelang de status van de printer. UIT: brandt niet.
Pagina 32
Als uw printer een hardwarefout heeft veroorzaakt, gaan de drie status-LED's snel knipperen (ongeveer viermaal per seconde). In dit geval moet u contact opnemen met een medewerker van de servicedienst of met uw Oki-handelaar voor advies en ondersteuning. LED-indicators > 32...
PECIFICATIES Hier volgt een overzichtspecificatie voor alle modellen die in deze handleiding zijn besproken. Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. ITEM B2200 B2400 B2400n Modelnummer N22108B N22109B Energievereisten 220 ~ 240 VAC ±10% 50/60 Hz ± 2 Hz Stroomverbruik Energiespaar-...
Pagina 34
ITEM B2200 B2400 B2400n Afdrukresolutie Max. invoer: 1200 x 600 dpi Kladuitvoer: 300 x 300 dpi Normale uitvoer: 600 x 600 dpi Fijne uitvoer: 1200 x 600 dpi Intern RAM 8 MB 8 MB 16 MB Tonercapaciteit 2.000 pagina's, afhankelijk van het verbruik...