4. Netwerkinstellingen
In dit hoofdstuk vindt u uitleg over de netwerkinstellingen voor uw printer.
Onderdelen waarvoor netwerkinstellingen
kunnen worden ingesteld
Deze sectie beschrijft de onderdelen waarvoor netwerkinstellingen kunnen worden ingesteld.
U kunt de lijst met netwerkinstellingen afdrukken en de huidige netwerkinstellingen controleren door
op het bedieningspaneel op de knop
[Uitvoeren] te selecteren.
Meer info
● Voor meer informatie over hoe u de lijst met netwerkinstellingen afdrukt, raadpleegt u
U kunt de netwerkinstellingen wijzigen vanaf de webpagina voor uw printer, Configuration Tool en
Network Card Setup. Voor een overzicht van de menu's die beschikbaar zijn voor elk hulpprogramma,
raadpleegt u de volgende tabellen.
TCP/IP
Configuration Tool
(Configuratiehulpprogramma)
Webbrowser
(invoegtoepassing Network
Setting)
-
IP Address
IP Acquisition Method
Set
IP Address
IP Adres
Subnet Mask
Subnet Mask
Gateway
Default Gateway
Address
DNS Server
(Primary)
DNS Server
(Secondary)
te drukken en vervolgens [Info afdrukken] > [Netwerk] >
Grijs gemarkeerde tekst geeft de standaardinstelling aan, die in de fabriek is ingesteld.
Onderdeel
Network Card Setup
(Hulpprogramma voor
netwerkkaartinstallatie)
(Mac)
-
IP Address
IP Adres
Subnet Mask
Default Gateway
-
-
Instelling
-
ENABLE
GEDEACTIVEERD
AUTO
MANUAL
192.168.100.100 Geef een IP-adres op.
255.255.255.0
0,0.0,0
-
0,0.0,0
-
0,0.0,0
- 107 -
"Afdrukinformatie afdrukken"
Beschrijving
Stel in of TCP/IP moet worden
gebruikt.
Stel in of een IP-adres van een
DHCP-/BOOTP-server moet
worden verkregen.
Geef een subnetmasker op.
Geef het gatewayadres
(standaardrouter) op. Wanneer
de instelling "0.0.0.0" is, is geen
router opgegeven.
Geef het IP-adres van de
primaire DNS-server op. Stel
dit onderdeel in wanneer
SMTP (e-mailprotocol) wordt
gebruikt. Wanneer een IP-adres
wordt gebruikt om de SMTP-
servernaam in te stellen, hoeft
dit onderdeel niet te worden
ingesteld.
Geef het IP-adres van de
secundaire DNS-server op.
Stel dit onderdeel in wanneer
SMTP (e-mailprotocol) wordt
gebruikt. Wanneer een IP-adres
wordt gebruikt om de SMTP-
servernaam in te stellen, hoeft
dit onderdeel niet te worden
ingesteld.
4
P.47.