Indien er tonerpoeder wordt gemorst, moet dit met koud water en zeep worden verwijderd om vlekken op de huid of kleding te voorkomen. MPORTEUR VOOR DE OKI Europe Limited (handelend als OKI Printing Solutions) Central House Balfour Road Hounslow TW3 1HY...
NHOUDSOPGAVE Voorwoord ....... . . 2 Eerste hulp bij ongevallen ..... 3 Importeur voor de EU .
Pagina 5
Opgeslagen instellingen van het PCL- stuurprogramma ..... . . 31 Een set instellingen voor het stuurprogramma opslaan......31 Opgeslagen instellingen van het stuurprogramma terughalen .
Pagina 6
Mac OS X ......57 RGB Officekleur aanpassen met het hulpprogramma voor kleurcorrectie (Windows) .
Pagina 7
Windows PCL ......85 Sorteren ....... . 86 Windows .
Pagina 8
Menufuncties......118 Bedieningspaneel: ......118 De instellingen wijzigen - gebruiker .
Pagina 9
Index........203 Oki contactgegevens......206...
PMERKING ET OP AARSCHUWING OPMERKING: Een opmerking wordt als volgt in deze handleiding weergegeven. Opmerkingen zijn toelichtingen of tips met extra informatie om u te helpen het product beter te gebruiken en begrijpen. LET OP! Met LET OP! wordt u in deze handleiding tot voorzichtigheid gemaand.
NLEIDING Gefeliciteerd met de aanschaf van deze kleurenprinter van Oki Printing Solutions. Uw nieuwe printer is uitgerust met geavanceerde mogelijkheden voor heldere, levendige afdrukken in kleur en scherpe afdrukken in zwart-wit. Uw printer biedt de volgende mogelijkheden: > Compacte A3-bureaubladprinter;...
Pagina 12
> 'Vraag Oki' – een gebruiksvriendelijke functie voor Windows waarmee u vanuit het scherm van de printerdriver rechtstreeks toegang hebt tot een speciale website voor het model dat u gebruikt. Hier vindt u alle adviezen, hulp en ondersteuning die u nodig hebt om optimale resultaten te verkrijgen met uw Oki-printer;...
RINTEROVERZICHT OORAANZICHT 1. Uitvoervak, 4. Universele lade. afgedrukte zijde naar Deze lade wordt gebruikt voor beneden zwaarder papier, enveloppen en Standaarduitvoervak andere speciale media. Indien nodig voor afdrukken. Kan kan deze lade ook voor handmatige maximaal 250 vel invoer van enkele vellen worden papier van 80 g/m²...
CHTERAANZICHT Op deze afbeelding wordt het verbindingspaneel, het uitvoervak aan de achterzijde en de locatie van de optionele duplexeenheid (voor dubbelzijdig afdrukken) weergegeven. 1. AAN/UIT-knop. 5. Duplexeenheid (indien geïnstalleerd). 2. Netsnoeraansluiting 6. Achterzijde, uitvoervak voor 100 3. USB-interface vel, afgedrukte zijde naar boven 4.
LCD- E TAAL OP HET SCHERM WIJZIGEN De standaardtaal die door uw printer wordt gebruikt om berichten weer te geven en rapporten af te drukken, is het Engels. Deze taal kan indien nodig worden gewijzigd in: Duits Deens Frans Nederlands Italiaans Turks Spaans...
Transparanten moeten van het type zijn dat is ontworpen voor gebruik in kopieermachines en laserprinters. Wij raden u sterk aan Oki Printing Solutions-transparanten te gebruiken (bestelnummer 01074101). Vermijd met name het gebruik van kantoortransparanten die moeten worden beschreven met speciale stiften.
NIVERSELE LADE In de universele lade kan papier met dezelfde formaten worden gebruikt als in de cassetteladen, maar kan zwaarder papier worden gebruikt tot maximaal 200 g/m² (ultra zwaar). Voor heel zwaar papier moet u de uitvoerlade aan de achterzijde gebruiken. Als u deze stapelaar gebruikt, wordt het papier in een vrijwel rechte baan door de printer geleid.
Dit uitvoervak aan de achterzijde kan maximaal 100 vel standaardpapier van 80 g/m² bevatten en ondersteunt papiersoorten tot maximaal 200 g/m². Gebruik voor papiersoorten zwaarder dan 176 g/m² altijd dit vak en de universele lade. UPLEXEENHEID Als u papier met een gewicht van 64 tot 105 g/m² gebruikt, kunt u met deze optie automatisch dubbelzijdig afdrukken op dezelfde papierformaten als de papierformaten die door lade 2 worden ondersteund (dat wil zeggen op alle cassetteformaten, behalve...
APIER IN DE PRINTER PLAATSEN ASSETTELADEN Verwijder de papierlade uit de printer. Waaier het papier aan de korte zijden (1) en de lange zijden (2) uit om ervoor te zorgen dat er geen vellen aan elkaar kleven en tik vervolgens met de zijden van het papier op een vlak oppervlak om er weer een rechte stapel van te maken (3).
Pagina 21
Papier invoeren met de lange zijde (LEF) (papier met briefhoofd – bedrukte zijde naar beneden en bovenrand richting de rechterkant van de printer) (1) tot de markering (a). Stel de achterste schuif en de papiergeleiders (2) in op het gebruikte papierformaat. Voor A6-papier: verwijderen en opnieuw installeren in de A6-positie.
> Sluit de papierlade voorzichtig. LET OP! > BELANGRIJK: Zet de knop voor papierformaat (3) op het formaat van het papier dat u gebruikt (in het bovenstaande voorbeeld A4). Als u over twee papierladen beschikt en u drukt af vanuit de 1e lade (bovenste lade), kunt u de 2e lade (onderste lade) er tijdens het afdrukken uittrekken om papier bij te vullen.
Pagina 23
Gebruik altijd het uitvoervak aan de achterzijde van de printer voor zwaar papier, zoals indexkaarten. LET OP! Open of sluit de het uitvoervak aan de achterzijde van de printer niet tijdens het afdrukken omdat hierdoor het papier kan vastlopen. Papier in de printer plaatsen > 23...
NIVERSELE LADE Open de universele lade (1). Vouw de papiersteunen uit (2). Druk de papiersteun (3) voorzichtig naar beneden om ervoor te zorgen dat de steun vastklemt in de onderste stand. Plaats het papier en stel de papiergeleiders (4) in op het gebruikte papierformaat.
Pagina 25
> Voor dubbelzijdig afdrukken (duplex) op voorbedrukt papier plaatst u het papier met de voorbedrukte zijde naar beneden en met de bovenzijde van de printer af. (De optionele duplexeenheid moet zijn geïnstalleerd voor deze functie.) > Enveloppen moeten met de afdrukzijde naar boven worden geplaatst.
ICHTLIJNEN BIJ HET AFDRUKKEN Dit hoofdstuk biedt een handig naslagwerk op het scherm bij veel van de functies van het stuurprogramma bij uw printer. E SCHERMEN VAN HET STUURPROGRAMMA OPENEN U hebt via de schermen van de printerdriver toegang tot de meeste beschreven functies.
OSTSCRIPT Er worden drie printerdrivers geleverd bij uw printer: één voor PCL5c-emulatie, één voor PCL6-emulatie en één voor PostScript 3-emulatie. Als u hoofdzakelijk vanuit algemene kantoortoepassingen afdrukt, kiest u één van de PCL- stuurprogramma's. Als u PDF-documenten wilt afdrukken of sneller wilt afdrukken, kiest u PostScript.
CRIPT EMULATIE Onder Orientation wordt de afdrukstand ingesteld op Portrait (Staand) of Landscape (Liggend). Met de optie "Rotated Landscape" (Liggend gedraaid) wordt het papier 90 graden tegen de klok in gedraaid. Als u de optie voor dubbelzijdig afdrukken gebruikt (hiervoor is de duplexeenheid vereist), kunt u het papier over de lange of over de korte zijde omslaan.
PCL- EMULATIE Als u op de knop Eigenschappen klikt vanuit het dialoogvenster Afdrukken van uw toepassing, wordt het drivervenster geopend waarin u uw afdrukvoorkeuren voor dit document kunt opgeven. Het papierformaat moet hetzelfde formaat hebben als het papierformaat van uw document (tenzij u de afdruk wilt aanpassen aan een ander formaat) en moet ook hetzelfde...
U kunt de standaardinstellingen met één druk op een knop herstellen. E STANDAARDINSTELLINGEN VAN HET STUURPROGRAMMA WIJZIGEN XP/2000/S 2003 INDOWS ERVER Klik op [Start] → [Printers en faxapparaten] om het venster Printers en faxapparaten te openen. Klik in het venster Printers en faxapparaten met de rechtermuisknop op het pictogram van de juiste printerdriver en kies [Voorkeursinstellingen voor afdrukken] in het contextmenu.
ACINTOSH De Mac-gebruikersinterface wijkt erg af van de Windows- gebruikersinterface. Vooral OS X wijkt aanzienlijk af van eerdere versies. Daarom worden bij elke procedure volledige instructies gegeven. PCL- PGESLAGEN INSTELLINGEN VAN HET STUURPROGRAMMA Met deze functie, die alleen in Windows PCL-stuurprogramma's voorkomt, kunt u de instellingen in de printerdriver opslaan en later weer gebruiken.
Voer een duidelijke naam in voor de instellingen die u opslaat en klik op [OK]. PGESLAGEN INSTELLINGEN VAN HET STUURPROGRAMMA TERUGHALEN Kies op het tabblad [Setup] van het stuurprogramma de eerder opgeslagen [stuurprogramma-instellingen] die u wilt gebruiken. Maak eventuele andere aanpassingen voor de afdruktaak, zoals beschreven in het betreffende gedeelte in deze handleiding.
Klik op [OK] om het venster te sluiten en uw wijzigingen op te slaan. Open het hulpprogramma Printerinstellingen (OS X 10.3) of Afdrukbeheer (eerdere versies van OS X) en controleer of uw printermodel is geselecteerd. Kies [Printers] → [Toon info] → [Installeerbare opties]. Selecteer alle hardwareopties die gelden voor uw printer en klik op [Pas wijzigingen toe].
Pagina 34
Windows Klik op [Geavanceerd] op het tabblad [Taakopties]. Schakel [Zwarte overdruk] in. Richtlijnen bij het afdrukken > 34...
Mac OSX Kies [Archief] → [Print]. Selecteer uw printermodel in het menu [Printer] (1). Selecteer [Printerfuncties] (2). Selecteer [Kleuropties] in het menu [Functiesets] (3). Schakel het selectievakje [Zwarte overdruk] (4) in. WART AFDRUKKEN ZWART GENEREREN Als u zwart wilt laten genereren, moet u Officekleur of Graphic Pro selecteren als afdrukmodus.
ECHT ZWART Voor puur zwart wordt alleen zwarte toner gebruikt. Gebruik puur zwart wanneer u een combinatie van tekst en afbeeldingen afdrukt. Als u puur zwart gebruikt om foto's af te drukken, kunnen donkere gedeelten op de foto zwart worden weergegeven.
Pagina 37
Windows (Graphic Pro) Selecteer [Graphic Pro] (1) op het tabblad [Kleur] van het stuurprogramma en klik op de knop [Opties]. Kies de gewenste instelling in het menu [Zwarte afwerking] (2). Richtlijnen bij het afdrukken > 37...
Pagina 38
Mac OS X (Officekleur) Selecteer [Print] in het menu [Archief]. Selecteer uw printer in het menu [Printer] (1). Selecteer [Printerfuncties] in het volgende menu (2). Selecteer [Kleur - Officekleur] in het menu [Printerfuncties] (3). Kies de gewenste instelling bij [Zwarte afwerking] (4). Richtlijnen bij het afdrukken >...
Pagina 39
Mac OS X (Graphic Pro) Selecteer [Print] in het menu [Archief]. Selecteer uw printer in het menu [Printer] (1). Selecteer [Printerfuncties] in het volgende menu (2). Selecteer [Kleur - Graphic Pro 3] in het menu [Functiesets] (3). Kies de gewenste instelling bij [Zwarte afwerking] (4). Richtlijnen bij het afdrukken >...
UNNE LIJNEN VERSTERKEN U kunt deze functie gebruiken om de penbreedte van zeer dunne lijnen (minimumlijnbreedte) te benadrukken. Als deze functie in sommige softwaretoepassingen is ingeschakeld, kunnen de ruimten in streepjescodes te smal worden. In dat geval schakelt u [Bijstellen zeer dunne lijnen] uit. Klik op [Geavanceerd] op het tabblad [Taakopties] van het stuurprogramma.
RIJSWAARDEN AFDRUKKEN Als u Grijswaarden selecteert, converteert de printer alle kleuren naar grijstinten en wordt alleen met zwarte toner afgedrukt. Gebruik Grijswaarden als u snel wat proefafdrukken wilt maken of wanneer het niet nodig is een kleurendocument in kleur af te drukken.
Het kost mogelijk iets meer tijd om [Geoptimaliseerde grijswaarden] af te drukken, maar deze geven de beste kwaliteit. Als u het PS-stuurprogramma gebruikt, klikt u op [Grijswaarde] op het tabblad [Kleur] en klikt u vervolgens op [Geavanceerd] als u helderheid en contrast wilt aanpassen.
FDRUKKEN IN KLEUR BASISPRINCIPES De printerdrivers die geleverd zijn bij de printer, bieden verscheidene mogelijkheden voor het wijzigen van de kleuruitvoer. Voor algemeen gebruik voldoen de automatische instellingen. Deze standaardinstellingen leveren goede resultaten op voor de meeste documenten. Veel toepassingen beschikken over eigen kleurinstellingen waarmee de instellingen van het printerstuurprogramma kunnen worden overschreven.
Pagina 44
weergegeven. Dit verschil tussen monitors en printers is vaak de belangrijkste reden dat afgedrukte kleuren niet overeenkomen met de kleuren op het scherm. Omstandigheden bij het waarnemen Een afdruk kan er onder verschillende belichtingen heel anders uitzien. De kleuren van een afdruk kunnen er bijvoorbeeld anders uitzien wanneer u ze bekijkt vlak bij een zonverlicht raam dan wanneer u ze bekijkt in een kantoor met TL-licht Kleurinstellingen van de printerdriver...
Papiersoort Het soort papier dat wordt gebruikt, kan ook van invloed zijn op de afgedrukte kleur. Een afdruk op gerecycled papier kan er bijvoorbeeld doffer uitzien dan een afdruk op glanzend papier. IPS VOOR AFDRUKKEN IN KLEUR De onderstaande richtlijnen kunnen u helpen bij het bereiken van een goede kleuruitvoer van de printer.
OEGANG TOT DE KLEURAANPASSINGSOPTIES De kleuraanpassingsopties van de printerdriver kunnen worden gebruikt om de afgedrukte kleuren beter af te stemmen op de kleuren die op uw monitor of op een andere bron, zoals een digitale camera, worden weergegeven. De kleuraanpassingsopties openen vanuit het Configuratiescherm van Windows: Open het venster Printers...
LEURAANPASSINGSOPTIES INSTELLEN Selecteer op het tabblad Kleur de optie Officekleur voor de kleurkoppeling. Kies de kleurinstelling Details en selecteer een van de volgende opties: Monitor (6500k) - Perceptueel Geoptimaliseerd voor het afdrukken van foto's. Bij het afdrukken van de kleuren ligt de nadruk op de verzadiging.
Pagina 48
Monitor (9300k) Geoptimaliseerd voor het afdrukken van afbeeldingen vanuit toepassingen als Microsoft Office. Bij het afdrukken van de kleuren ligt de nadruk op de helderheid. Digitale camera Geoptimaliseerd voor het afdrukken van foto's die zijn gemaakt met een digitale camera. Uw resultaten variëren naar gelang het onderwerp en de omstandigheden waaronder de foto is genomen.
E FUNCTIE LEURMONSTER GEBRUIKEN Als u de functie Kleurmonster wilt gebruiken, moet u het hulpprogramma voor kleurmonsters installeren. Dit programma vindt u op de cd-rom die met uw printer is meegeleverd. Met de functie Kleurmonster kunt u overzichten met een reeks voorbeeldkleuren afdrukken.
Dit verschil is hier niet van belang omdat uw voornaamste doel het afdrukken van de vereiste kleur is. ET HULPPROGRAMMA VOOR KLEURCORRECTIE GEBRUIKEN Het Oki-hulpprogramma voor kleurcorrectie vindt u op de cd-rom met de printerdriver. U moet dit programma apart installeren, aangezien het niet samen met de printerdriver wordt geïnstalleerd.
LEURKOPPELING GEAVANCEERD In dit hoofdstuk wordt alleen het systeem voor kleurbeheer van de printer beschreven. Windows / Macintosh Voor meer informatie over het kleurbeheer in uw toepassingsprogramma of besturingssysteem raadpleegt u de documentatie bij uw toepassingssoftware of computer. ASISPRINCIPES Er zijn drie manieren waarop u de kleuren van uw document kunt beheren en aanpassen.
Kleurbeheer via het besturingssysteem (2). Windows 2000 en XP maken gebruik van Windows ICM- kleurbeheer. Mac OS X maakt gebruik van Apple ColorSync. Kleurbeheer via de printer (3). Wanneer u uw document afdrukt en instellingen wijzigt in de printerdriver, verricht de printer de kleurkoppelingen. OPMERKING: Gebruik slechts één systeem voor kleurbeheer voor de beste resultaten van uw printer.
> Dit is een vrij eenvoudig systeem voor kleurbeheer dat is ontwikkeld met het oog op gebruiksgemak. Officekleur wordt aanbevolen voor gebruikers die niet veel ervaring met kleur hebben, maar wel goede resultaten willen halen bij het afdrukken vanuit programma's als Microsoft Office. >...
RINTERDRIVERS Afhankelijk van uw besturingssysteem kunt u kiezen uit een aantal verschillende stuurprogramma's voor gebruik met uw printer. U kunt wellicht een printerdriver selecteren op basis van het feit of het CMYK-gegevens ondersteunt. ONDERSTEUNING ONDERSTEUNING VOOR RGB- VOOR CMYK- GEGEVENS GEGEVENS PCL 5c-stuurprogramma ✔...
OPMERKING: De opties voor CMYK-gegevens komen niet voor in de Windows PCL 5c- of PCL 6-printerdrivers. Deze printerdrivers ondersteunen alleen RGB-kleurengegevens. Hoewel u met de opties van Officekleur ook CMYK-gegevens kunt regelen, wordt ten zeerste aangeraden hiervoor de opties van Graphic Pro te gebruiken.
STANDAARD- BESCHRIJVING INSTELLING Digitale camera Deze instelling is geoptimaliseerd voor het afdrukken van foto's die zijn gemaakt met een digitale camera. Uw resultaten variëren naar gelang het onderwerp en de omstandigheden waaronder de foto is genomen. sRGB De printer probeert de sRGB-kleurruimte te reproduceren.
OS X OPMERKING: Wanneer u afdrukt vanuit bepaalde toepassingen in Mac OS X, hebben deze RGB-kleurkoppelingsopties mogelijk geen effect op de kleur van uw afdruk. Als u merkt dat de kleuren van uw afdruk niet zijn gewijzigd nadat u een van de standaardinstellingen van Officekleur hebt toegepast, is de toepassing niet compatibel met dit type printerkleurkoppeling.
Selecteer [Kleur - Officekleur] in het menu [Functiesets] (5). Selecteer de [Officekleur]-standaardinstelling die u wilt gebruiken. RGB O FFICEKLEUR AANPASSEN MET HET HULPPROGRAMMA VOOR KLEURCORRECTIE INDOWS Als de standaardinstellingen van Officekleur niet aan uw behoeften voldoen, biedt het hulpprogramma Colour Correct een mogelijkheid voor verdere aanpassing.
RAPHIC In dit gedeelte worden de kleurkoppelingsopties voor Graphic Pro beschreven. Het Graphic Pro-kleurkoppelingssysteem is gebaseerd op ICC- profielen. U downloadt deze profielen naar de printer met het hulpprogramma Profile Assistant, waarna u ze kunt selecteren in de printerdriver. Wanneer een taak naar de printer wordt gestuurd, worden de ICC-profielen op de printer toegepast op de afdruktaak.
CMYK- INKTSIMULATIE U kunt uw printer gebruiken om de kleuruitvoer te simuleren van een drukpers (inktinstellingen OMRUILEN, Euroscale of JapanColor). AUWKEURIGERE PRINTERKLEUR Als u zelf profielen hebt gemaakt met software voor het maken van ICC-profielen van derden, kunt u deze profielen naar de printer downloaden en gebruiken bij het afdrukken.
ERKSTROOM VAN RAPHIC OVERZICHT Het gebruik van het kleurkoppelingssysteem Graphic Pro verloopt in drie stappen. ICC-profielen verzamelen of maken (zie hierna) ICC-profielen downloaden naar de harde schijf van de printer (pagina De ICC-profielen bij het afdrukken selecteren in de printerdriver (pagina 1: ICC- PROFIELEN VERZAMELEN OF MAKEN...
Pagina 62
Selecteer de verbindingstypen die u wilt zoeken (USB of Netwerk (TCP/IP)) en klik op [Start]. Als u het IP-adres van de printer weet, voert u dat zelf in. Op het hoofdscherm van Profile Assistant worden de profielen weergegeven die op de harde schijf van de printer staan.
Klik op [OK] om het ICC-profiel te downloaden naar de printer. 3: ICC- PROFIELEN SELECTEREN IN DE PRINTERDRIVER Wat u selecteert in de printerdriver is afhankelijk van de kleurkoppelingstaak die u wil uitvoeren. In de volgende gedeelten van deze handleiding worden voorbeelden van de selectie van ICC-profielen getoond voor verschillende kleurkoppelingstaken.
INDOWS Deze informatie geldt voor de Windows PCL 5c-, PCL 6- en PostScript-stuurprogramma's. Wanneer u de kleur wilt koppelen aan de kleur van een RGB- invoerapparaat, zoals een monitor, scanner of digitale camera, moet u de volgende gegevens selecteren in de printerdriver: Selecteer [Graphic Pro] op het tabblad [Kleur] van de printerdriver en klik op [Opties].
Selecteer een printeruitvoerprofiel (4). Als [Auto] is geselecteerd, worden de standaardfabrieksprofielen gebruikt die zijn ingesloten in de printer. Als u zelf een printerprofiel hebt gemaakt met software voor het maken van profielen, selecteert u dat hier. OPMERKING: als u uw eigen printeruitvoerprofiel hebt geselecteerd (4), kunt u ook de renderingsintentie aanpassen.
Pagina 66
Selecteer [Kleur - Graphic Pro 1] in het menu [Functiesets] (5). Selecteer [ICC-profiel kleurkoppeling] in het menu voor [Kleurkoppelingstaak] (6). Selecteer [Kleur - Graphic Pro 2] in het menu [Functiesets] (7). Selecteer in [RGB-profielbron] het ICC-profiel dat overeenkomt met het apparaat dat u probeert te koppelen, zoals uw monitor, scanner of digitale camera.
Pagina 67
Vergeet niet dat de namen 'RGB-bron 1', 'RGB-bron 2' en dergelijke verwijzen naar het nummer dat met Profile Assistant is toegewezen aan het profiel. Zie 'Profile Assistant' op pagina 61. Selecteer [Kleur - Graphic Pro 3] in het menu [Functiesets]. Selecteer uw printerprofiel (10) in het menu voor...
: RGB- EN ANDERE PRINTER SIMULEREN BRONGEGEVENS U kunt het Graphic Pro-kleurkoppelingssysteem gebruiken om de kleuruitvoer van een andere printer te simuleren. 1. RGB-gegevens 4. Afgedrukt document 2. RGB-bronprofiel 5. Scanner, monitor, camera, enzovoort 3. Printeruitvoerprofiel 6. Laat deze op Auto staan of selecteer uw aangepaste profiel.
INDOWS Als u een RGB-brondocument hebt, simuleert u de uitvoer van een andere printer door de volgende gegevens te selecteren in de printerdriver. Selecteer [Graphic Pro] op het tabblad [Kleur] van de printerdriver en klik op [Opties]. Selecteer [Printersimulatie] (2). Selecteer het ICC-profiel dat overeenkomt met het apparaat dat u gebruikt om uw brondocument vast te leggen of weer te geven.
Dit profiel komt overeen met de printer die u wilt simuleren. Als u zwarte en grijze tinten wilt produceren die worden afgedrukt met alleen zwarte toner, schakelt u de optie [Zwart behouden] uit. Weliswaar krijgt u met deze optie een afdruk van betere kwaliteit, maar hierbij worden de zwarte en grijze tinten niet correct gesimuleerd.
Pagina 71
Selecteer [Kleur - Graphic Pro 1] in het menu [Functiesets] (5). Selecteer [Printersimulatie] in het menu voor [Kleurkoppelingstaak] (6). Als u zwarte en grijze tinten wilt produceren die worden afgedrukt met alleen zwarte toner, schakelt u de optie [Zwart behouden] uit. Weliswaar krijgt u met deze optie een afdruk van betere kwaliteit, maar hierbij worden de zwarte en grijze tinten niet correct gesimuleerd.
Pagina 72
Assistant is toegewezen aan het profiel. Zie 'Profile Assistant' op pagina 61. Selecteer in het menu [Simulatie doelprofiel] profiel van het apparaat dat u wilt simuleren. Vergeet niet dat de namen 'CMYK-bron 1', 'CMYK-bron 2' en dergelijke verwijzen naar het nummer dat met Profile Assistant is toegewezen aan het profiel.
CMYK- : CMYK- INKTSIMULATIES BRONGEGEVENS U kunt het op ICC-profielen gebaseerde systeem voor kleurkoppeling gebruiken om de uitvoer op een drukpers te simuleren. U kunt een selectie maken uit de inkttypen die het meest worden gebruikt in verschillende regio's van de wereld: >...
INDOWS OPMERKING: Deze informatie geldt alleen voor het PostScript- stuurprogramma van Windows. Als u een CMYK-brondocument hebt, gebruikt u de volgende instellingen in de printerdriver om een CMYK-inktsimulatie uit te voeren: Selecteer [Graphic Pro] op het tabblad [Kleur] van de printerdriver en klik op [Opties].
Vergeet niet dat de namen 'CMYK-bron 1', 'CMYK-bron 2' en dergelijke verwijzen naar het nummer dat met Profile Assistant is toegewezen aan het profiel. Zie 'Profile Assistant' op pagina 61. Gebruik de optie [Zwart behouden] om de informatie over de oorspronkelijke grijze component (K-kanaal) te bewaren.
Pagina 76
Selecteer [Kleur - Graphic Pro 1] in het menu [Functiesets] (5). Selecteer [ICC-profiel kleurkoppeling] in het menu voor [Kleurkoppelingstaak] (6). Gebruik de optie [Zwart behouden] om de informatie over de oorspronkelijke grijze component (K-kanaal) te bewaren. Als de optie [Zwart behouden] is uitgeschakeld, kunnen grijze componenten worden afgedrukt met een mengsel van CMYK-toners, in plaats van alleen K-toner (zwart).
Vergeet niet dat de namen 'CMYK-bron 1' en dergelijke verwijzen naar het nummer dat met Profile Assistant is toegewezen aan het profiel. Zie 'Profile Assistant' op pagina 61. Selecteer [Kleur - Graphic Pro 3] (10) in het menu [Functiesets]. Selecteer uw printerprofiel in het menu voor [Printeruitvoerprofiel] (11).
ATURATION ERZADIGING Deze optie wordt aanbevolen voor het afdrukken van zakelijke afbeeldingen als u levendige kleuren wilt. Hierbij hoeft niet noodzakelijkerwijs de juiste kleur te worden afgedrukt, omdat het in eerste instantie gaat om de handhaving van de verzadiging. ELATIEF COLORIMETRISCH Deze optie is het best voor het afdrukken van effen kleuren en tinten.
URE ZWARTE EKST RAFISCH Wanneer uw document wordt afgedrukt, worden de zuiver zwarte kleuren vaak niet afgedrukt met 100% zwarte toner. In plaats daarvan worden deze zuiver zwarte kleuren soms geconverteerd en afgedrukt met een mengsel van CMYK-toners. Met de functie Pure zwarte Tekst/Grafisch zorgt u ervoor dat 100% zwarte tekst of afbeeldingen in uw document worden afgedrukt met zuiver zwarte toner.
NSTELLINGEN VAN DE PRINTERDRIVER VOOR HET MAKEN VAN ICC- PROFIELEN OF HET ACHTERWEGE LATEN VAN KLEURKOPPELING Als u ICC-profielen maakt met software van derden, selecteert u [Kleurkoppeling uitschakelen bij het creëren van profiel]. Met deze optie schakelt u elk printerkleurbeheer uit en voorkomt u ook dat de printer de dikte van de tonerlaag beperkt.
OS X Kies [Archief] → [Print]. Selecteer uw printermodel in het menu [Printer] (1). Selecteer [Printerfuncties] (2). Selecteer [Kleuropties] in het menu [Functiesets] (3). Selecteer [Graphic Pro] in het menu [Kleurmodus] (4). Selecteer [Kleur - Graphic Pro 1] in het menu [Functiesets] (5).
FWERKINGSOPTIES Uw printer biedt een brede selectie van afwerkingsopties voor uw documenten, waarmee u meer controle hebt op de uiteindelijke vorm van uw afgedrukte document. Afhankelijk van de aangesloten hardware, hetzij als optionele upgrades hetzij als standaard bijgeleverde hardware (afhankelijk van uw model printer), kan het systeem verschillende mogelijkheden bieden.
OEKJES AFDRUKKEN GROOTMONTAGE Met de functie voor het afdrukken van boekjes in Windows- printerdrivers kunt u documenten van meerdere pagina's zo afdrukken, dat de pagina's zodanig zijn geordend en gerangschikt dat de uiteindelijke uitvoer tot een boekje kan worden gevouwen. Meestal worden A4-pagina's verkleind tot A5 en naast elkaar afgedrukt op beide zijden van A4-papier, zodat het papier tot een boekje kan worden gevouwen.
INDOWS CRIPT Kies [Boekje] in de vervolgkeuzelijst [Pagina's per vel] op het tabblad [Lay-out] van het stuurprogramma. Controleer of de duplexoptie is ingesteld op [Over korte zijden spiegelen]. OPMERKING: Als de optie voor Boekje niet wordt weergegeven, controleert u of de duplexoptie is ingeschakeld in het stuurprogramma. ('De apparaatopties in het stuurprogramma instellen' op pagina Kleurkoppeling (geavanceerd) >...
INDOWS Roep op het tabblad [Setup] van het stuurprogramma de eerder opgeslagen [stuurprogramma-instellingen] op die u wilt gebruiken. Kies [Boekje] in de vervolgkeuzelijst [Afwerkingmodus] en klik op [Opties]. In het venster Opties kunt u de grootte van de [katernen] instellen, het aantal [pagina's] per zijde van het papier en de [rugmarge] als het een dik document is.
ORTEREN Met deze functie kunt u meerdere exemplaren van een document van meer pagina's zo afdrukken dat de pagina's van elk exemplaar op de juiste volgorde liggen. Niet-gesorteerde pagina's worden als volgt afgedrukt Gesorteerde pagina's worden als volgt afgedrukt Sorteren via de toepassing: sommige toepassingsprogramma's hebben een sorteerfunctie bij hun afdrukopties.
Als u problemen ondervindt bij het sorteren via de printer, kunt u in plaats daarvan de sorteeroptie bij de afdrukopties van uw toepassing gebruiken. INDOWS Als u het PCL-stuurprogramma gebruikt, kiest u op het tabblad [Setup] eerst de eventueel opgeslagen [stuurprogramma-instellingen] die u wilt gebruiken.
OS X Kies [Archief] → [Print]. Selecteer uw printermodel in het printermenu (1). Selecteer [Aantal en pagina's] (2). De optie [Sorteren] in het dialoogvenster [Aantal en pagina's] is voor sorteren via de toepassing. Zie 'Sorteren' op pagina 86. Voer het aantal [kopieën] in dat u wilt afdrukken.
LEURSCHEIDING Met de functie voor kleurscheiding drukt u elk van de vier primaire kleuren af als aparte grijswaarde-afbeeldingen. Dit is een proefdrukvoorziening die de relatieve dichtheid van elk van de vier tonerkleuren in uw afdrukdocument aangeeft. Hoe donkerder een gebied wordt weergegeven, des te meer van de corresponderende tonerkleur wordt gebruikt wanneer u in kleur afdrukt.
OS X Kies [Archief] → [Print]. Selecteer uw printermodel in het printermenu (1). Selecteer [Printerfuncties] (2). Selecteer [Kleuropties] in het menu [Functiesets] (3). Selecteer in het menu [Scheidingen] de scheidingen die u wilt afdrukken. Kleurkoppeling (geavanceerd) > 90...
FDRUKTAKEN IN DE WACHTRIJ SCHEIDEN Wanneer u een printer deelt met andere gebruikers, kan het handig zijn een speciale pagina tussen afdruktaken af te drukken, zodat iedere gebruiker gemakkelijk de eigen afdruktaak kan terugvinden in de stapel papier bij de printer. In Windows wordt deze pagina een 'scheidingspagina' genoemd.
OS X OORBLAD IN U hebt toegang tot het voorblad vanuit het afdrukdialoogvenster van uw toepassing. Kies [Archief] → [Print]. Selecteer uw printermodel in het menu [Printer] (1). Selecteer [Voorblad] (2). Selecteer de gewenste opties voor het voorblad (3). Kleurkoppeling (geavanceerd) > 92...
MSLAG We hebben het over een 'omslag' wanneer het papier voor de eerste pagina (de omslag) van een afdruktaak wordt ingevoerd vanuit de ene papierlade en het papier voor de andere pagina's van de afdruktaak wordt ingevoerd vanuit een andere papierlade. Deze functie is niet beschikbaar in de Windows PostScript- stuurprogramma's.
Kies de lade vanwaar u het voorblad wilt invoeren en de papiersoort in de vervolgkeuzelijsten [Bron] en [Gewicht]. OS X Kies [Archief] → [Print]. Selecteer uw printermodel in het menu [Printer] (1). Selecteer [Papierinvoer] (2). Selecteer de laden of papiersoorten die u wilt gebruiken voor de eerste pagina en de overige pagina's (3).
ANGEPAST PAGINAFORMAAT Met deze functie kunt u afdrukken op afdrukmedia van afwijkende formaten. De universele lade wordt gebruikt voor de invoer van afwijkende mediaformaten. De breedte van afdrukmedia kan variëren van 76 mm tot 328 mm en de lengte kan variëren van 90 mm tot 1200 mm. De werkelijke limieten kunnen iets verschillen, afhankelijk van de printerdriver dat u gebruikt en het besturingssysteem van uw computer.
Pagina 96
Kies in het venster Grootte van de aangepaste pagina definiëren (PostScript) de [papierinvoerrichting] in de vervolgkeuzelijst. De mogelijke opties zijn: Korte zijde eerst De pagina is in staand formaat (lang) en u voert eerst de bovenkant van de pagina in de printer in. Lange zijde De pagina is in liggend formaat (breed) en u voert eerst...
INDOWS Selecteer op het tabblad [Setup] van het stuurprogramma de eerder opgeslagen instellingen die u wilt gebruiken. Klik op de knop [Papierinvoeropties]. Klik in het venster Papierinvoeropties op [Aangepast formaat]. Als u eerder speciale aangepaste formaten hebt opgeslagen, worden deze weergegeven in het venster Aangepast formaat.
Klik op [OK] om het gekozen formaat te accepteren en het venster Aangepast formaat te sluiten. Als dit het formaat van uw document is, maar u het wilt schalen naar een standaardpapierformaat, klikt u op [Documentgrootte wijzigen zodat het op het blad past] in het venster Papierinvoeropties en kiest u het werkelijke papierformaat voor de printer in de vervolgkeuzelijst [Conversie].
UPLEX DUBBELZIJDIG AFDRUKKEN Als in uw printer een duplexeenheid is geïnstalleerd, kunt u op beide zijden van het papier afdrukken en zo op papier en kosten besparen en gewicht en volume beperken. > Voor dubbelzijdig afdrukken kunt u alleen papier gebruiken, geen transparanten of andere media.
Voor een staande paginalay-out is [Lange zijde] de gebruikelijke keus. Voor een liggende paginalay-out is [Korte zijde] de gebruikelijke keus. Als u [Uit] kiest, wordt dubbelzijdig afdrukken uitgeschakeld en wordt het document enkelzijdig afgedrukt. INDOWS Selecteer op het tabblad Setup van het stuurprogramma, onder [2-zijdig afdrukken], de gewenste bindrand.
OS X Kies [Archief] → [Print] in uw toepassingsprogramma. Selecteer uw printermodel in het menu [Printer] (1). Selecteer [Lay-out] (2). Selecteer bij de opties voor [2-zijdig afdrukken] optie [Binden over lange zijden] of [Binden over korte zijde]. Welke keus u moet maken is meestal afhankelijk van de afdrukstand van uw pagina (staand of liggend) en van de manier waarop u het papier omdraait om de tweede kant te lezen.
EER PAGINA S AFDRUKKEN OP ÉÉN BLAD Met deze functie schaalt u het papierformaat van uw document voor het afdrukken en worden meerdere pagina's per vel afgedrukt. Dit is handig wanneer u alleen de paginalay-out wilt controleren of wanneer u uw document in een compactere vorm wilt verspreiden.
INDOWS Kies op het tabblad Setup van het stuurprogramma (Windows XP) het aantal pagina's dat u op elk blad wilt afdrukken ('X op één'). 1 op één is normaal, 16 op één is het maximum. Klik op [Opties] om een keus te maken uit de beschikbare opties voor deze functie.
OS X Kies [Archief] → [Print] in uw toepassingsprogramma. Selecteer uw printermodel in het menu [Printer] (1). Selecteer [Lay-out] (2). Selecteer in het menu [Pagina's per vel] het aantal pagina's dat u op één vel papier wilt afdrukken. Wijzig zo nodig de richting waarin de documentpagina's op het papier zijn gerangschikt.
OSTER AFDRUKKEN Met deze optie kunt u posters afdrukken door één documentpagina in meerdere delen te verdelen. Elk deel wordt vergroot op een apart blad afgedrukt. Vervolgens kunt u de aparte bladen combineren tot een poster. Posterafdruk is alleen beschikbaar in de Windows PCL- printerdrivers.
Een [overlap] kan u helpen de aangrenzende pagina's juist tegen elkaar aan te leggen wanneer u de uiteindelijke poster maakt. CHALEN NAAR PAGINA Met de functie voor schalen naar pagina kunt u gegevens die zijn opgemaakt voor een bepaald paginaformaat afdrukken op een ander paginaformaat, zonder de afdrukgegevens te wijzigen.
ATERMERKEN Een watermerk is meestal een vage tekst die over de afdruk van een document wordt weergegeven. Dit kan worden gebruikt om aan te geven dat een document 'Concept', of wellicht 'Vertrouwelijk' is. Deze functie is niet beschikbaar in Mac OS X. Onderstaande illustratie komt uit het Windows PostScript-stuurprogramma.
Pagina 108
U maakt als volgt een nieuw watermerk: Klik op [Nieuw…] in het venster Watermerken. Voer de gewenste tekst voor het watermerk in. Wijzig zo nodig lettertype, formaat, kleur, hoek, positie en rand (bijsnijden) van het watermerk. Klik op [OK] om uw wijzigingen te accepteren. U kiest als volgt een eerder gemaakt watermerk: Klik in de lijst op het venster Watermerken op het gewenste watermerk.
EVEILIGING EVEILIGD AFDRUKKEN Met de functie voor beveiligd afdrukken kunt u vertrouwelijke documenten afdrukken op apparaten die worden gedeeld met andere gebruikers in een netwerkomgeving. Het document wordt pas afgedrukt wanneer u een pincode (persoonlijke identificatiecode) invoert op het bedieningspaneel van de printer.
ET DOCUMENT VERZENDEN Als u het PCL-stuurprogramma gebruikt, kiest u op het tabblad [Setup] de eventueel opgeslagen [stuurprogramma-instellingen] die u wilt gebruiken. 'Opgeslagen instellingen van het stuurprogramma terughalen' op pagina 32 Klik op [Beveiligde afdruk] op het tabblad [Taakopties] van het stuurprogramma. Het venster Taak PIN (persoonlijk identificatienummer) wordt geopend.
Uw PIN moet uniek zijn op dit apparaat. De systeembeheerder moet aan elke gebruiker een PIN toewijzen. Klik op [OK] om uw wijzigingen te accepteren. Klik op [OK] om het venster Eigenschappen voor printer te sluiten. Druk het document af. De afdruktaak wordt naar het apparaat gestuurd, maar wordt op dat moment nog niet afgedrukt.
Wanneer alle gewenste kopieën zijn afgedrukt, wordt het document automatisch verwijderd van de vaste schijf van het apparaat. U kunt beveiligde documenten ook op afstand, vanaf uw pc, afdrukken en verwijderen met het hulpprogramma Storage Device Manager. EN DOCUMENT VOOR BEVEILIGD AFDRUKKEN VERWIJDEREN Als u een beveiligd document dat u naar de printer hebt gestuurd toch niet wilt afdrukken, kunt u het van de vaste schijf uit het apparaat printer verwijderen zonder het eerst af te drukken.
bedieningspaneel van de printer of vanaf uw pc met het hulpprogramma Storage Device Manager. OPMERKING: Als deze optie niet wordt weergegeven op de schermen van het stuurprogramma of als de optie lichter gekleurd wordt weergegeven, controleert u of de vaste schijf is ingeschakeld in het printerstuurprogramma.
ET DOCUMENT AFDRUKKEN Volg dezelfde procedures die zijn beschreven in 'Het document afdrukken' op pagina 114 voor het afdrukken van een beveiligd document. In dit geval wordt het document niet verwijderd van de vaste schijf nadat het is afgedrukt. EN OPGESLAGEN DOCUMENT VERWIJDEREN Volg de procedure die is beschreven in 'Een document voor beveiligd afdrukken verwijderen' op pagina 112...
Als uw toepassingssoftware een optie voor gesorteerd afdrukken heeft, schakelt u deze uit. Anders werkt beveiligd afdrukken mogelijk niet. Het gecodeerd, beveiligd afdrukken verloopt in twee stappen: > Het document verzenden > Het document afdrukken ET DOCUMENT VERZENDEN Als u het PCL-stuurprogramma gebruikt, kiest u op het tabblad [Setup] de eventueel opgeslagen [stuurprogramma-instellingen] die u wilt gebruiken.
Pagina 116
Het wachtwoord moet uit minimaal 4 en maximaal 12 alfanumerieke tekens bestaan. De cijfers 1 tot en met 9 en de letters a tot en met z zijn geldig. Als u wilt dat u wordt gevraagd om het wachtwoord van de taak op het apparaat in te voeren, schakelt u het selectievakje onder het wachtwoord in.
ET DOCUMENT AFDRUKKEN Volg de procedure die is beschreven in het gedeelte 'Het document afdrukken' op pagina 114 voor het afdrukken van een beveiligd document. In dit geval geeft u het wachtwoord op en wordt het document van de vaste schijf gewist, afhankelijk van de opties die u had opgegeven toen u het document verzond om af te drukken.
ENUFUNCTIES Deze sectie biedt een overzicht van de menu’s die via de knoppen op het bedieningspaneel van de printer toegankelijk zijn en op het LCD-scherm kunnen worden weergegeven. EDIENINGSPANEEL On Line On Line Back Enter Attention Menu Cancel 1. ONLINE LED AAN: klaar om 2.
Pagina 119
On Line On Line Back Enter Attention Menu Cancel 7. Knop ENTER In de modus ONLINE 8. Knop Hiermee verwijdert u de of OFFLINE: hiermee ANNULEREN gegevens die worden stelt u de menumodus afgedrukt of ontvangen wanneer de knop twee seconden of langer In de menumodus: ingedrukt houdt.
E INSTELLINGEN WIJZIGEN GEBRUIKER Veel van deze instellingen kunnen worden overschreven en worden vaak ook overschreven door de instellingen in de Windows-printerdrivers. In de driver kunnen echter diverse opties worden ingesteld op 'Printerinstelling'. Aan deze opties worden vervolgens de waarden toegewezen die in deze printermenu's worden ingevoerd.
> Druk op ON LINE om het menusysteem af te sluiten en terug te gaan naar de modus stand-by. OPMERKING: Wanneer u instellingen in het USB-menu hebt gewijzigd, zet u de printer UIT en vervolgens weer AAN. E INSTELLINGEN WIJZIGEN BEHEERDER U kunt elke categorie in het gebruikersmenu INSCHAKELEN of UITSCHAKELEN.
Wanneer [PLEASE POW OFF/SHUTDOWN COMP] (Voeding uitschakelen/Uitschakelen compleet) wordt weergegeven, zet u de printer uit en aan Druk op de knop “MENU+” of “MENU-” totdat de instelling die u wilt wijzigen wordt weergegeven. Druk op de knop “ENTER” om [*] aan de rechterkant van de geselecteerde instelling in te voeren.
Pagina 123
ITEM ACTIE BESCHRIJVING PRINT FILE UITVOEREN Hiermee drukt u een lijst af van overlays, LIST macro’s, lettertypen en andere bestanden (BESTANDS- die op de harde schijf van de printer zijn OVERZICHT opgeslagen (als deze schijf is AFDRUKKEN) geïnstalleerd). PRINT PCL UITVOEREN Hiermee drukt u een volledig overzicht af FONT (PCL-...
FSLUITEN Dit menu verschijnt alleen als de harde schijf is geïnstalleerd. Dit item moet altijd worden geselecteerd voordat u de printer uitschakelt om ervoor te zorgen dat er geen gegevens op de harde schijf verloren gaan. ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING SHUTDOWN UITVOEREN Hiermee schakelt u de printer op de START...
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING LADEVOLGORDE DOWN (Onder) Hiermee bepaalt u de ladevolgorde UP (Boven) als de instelling voor de PAPER FEED TRAY automatische ladewisseling is (Papierinvoerlade) ingeschakeld. GEBRUIK MULTI- NIET Als een document dat moet worden FUNCTIONELE GEBRUIKEN afgedrukt, een papierformaat LADE vereist dat niet in de geselecteerde INCONSISTENTIE...
Pagina 126
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING ÉÉN AFDRUK- AUTO SPEED Als de eerste pagina van een SNELHEID afdruktaak zwart-wit is, drukt de printer 32 ppm (pagina's per minuut) af. Wanneer een kleurenpagina wordt gedetecteerd, wordt voor de rest van die taak de snelheid verlaagd tot 26 ppm. MONO 32PPM Deze instelling werkt op dezelfde manier als AUTO SPEED, behalve...
Pagina 127
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING LINES PER PAGE 5~64~128 Hiermee stelt u het aantal regels (REGELS PER tekst per pagina in wanneer er PAGINA) ruwe tekst wordt ontvangen van andere besturingssystemen dan Windows. De standaardinstelling voor A4-papier met de afdrukstand staand is 65 regels en voor Letter is dit 60 regels.
EDIA Via dit menu kunt u allerlei afdrukmedia instellen. ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING PAPIER- CASSETTE SIZE Hiermee selecteert u het FORMAAT LADE (CASSETTE- papierformaat dat in lade 1 (de FORMAAT) bovenste lade, als beide laden zijn AANGEPAST geïnstalleerd) is geladen. Zie voor de instelling AANGEPAST de opties X-afmeting en Y-afmeting verderop in deze tabel.
Pagina 129
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING TRAY2 GEWOON Hiermee selecteert u het type media MEDIATYPE BRIEFHOOFD dat in deze lade is geplaatst (indien (MEDIASOORT TRANSPARANTEN geïnstalleerd). (Zie bovenstaande LADE 2) BAND opmerkingen voor lade 1.) HERGEBRUIKT SPECIAL (SPECIAAL) USER TYPE 1 USER TYPE 2 USER TYPE 3 USER TYPE 4 USER TYPE 5...
Pagina 130
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING MEDIATYPE GEWOON Hiermee selecteert u het type media UNIVERSELE BRIEFHOOFD dat moet worden ingevoerd vanuit LADE TRANSPARANTEN de universele lade zodat in de ETIKETTEN printer de interne instellingen BAND kunnen worden aangepast aan het HERGEBRUIKT geselecteerde type media. KAARTLADE GLANZEND SPECIAL...
LEUR De printer past op gezette tijden automatisch de kleurbalans en de dichtheid aan om de uitvoer te optimaliseren voor helderwit papier dat wordt bekeken bij daglicht. Met de items in dit menu kunt u de standaardinstellingen voor een speciale of bijzonder complexe afdruktaak wijzigen.
Pagina 132
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING C DARKNESS -3~0~+3 Hiermee past u de donkerte aan (Donkerte C) van elke kleurcomponent (cyaan, magenta, geel en zwart). De M DARKNESS -3~0~+3 normale instelling is 0. (Donkerte M) Y DARKNESS -3~0~+3 (Donkerte Y) K DARKNESS -3~0~+3 (Donkerte K) REGISTRATIE UITVOEREN...
YSTEEMCONFIGURATIE Via dit menu kunt u de algemene printerinstellingen aan uw voorkeuren aanpassen. ITEMS INSTELLINGEN BESCHRIJVING POWER SAVE Hiermee stelt u in na hoeveel tijd DELAY TIME een inactieve printer automatisch (WACHTTIJD overschakelt naar de ENERGIESPAAR energiebesparende modus. In deze STAND) modus wordt het energieverbruik verminderd tot een niveau dat...
Pagina 134
ITEMS INSTELLINGEN BESCHRIJVING AUTO Hiermee bepaalt u of de printer zich CONTINUE automatisch herstelt als zich een (AUTOMATISCH geheugenoverflow voordoet. DOORGAAN) HANDMATIGE Hiermee geeft u op hoeveel TIME-OUT seconden de printer moet wachten op papier voordat de afdruktaak wordt geannuleerd. WAIT TIMEOUT 5~40~300, UIT Hiermee geeft u op hoeveel...
PCL- EMULATIE In dit menu kunt u de instellingen selecteren die van kracht zijn als de printer in de PCL-emulatiemodus werkt. ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING FONT BRON INGEBOUWD / Hiermee geeft u de locatie op van DIMM0 / DIMM1 / het standaard PCL-lettertype. GELADEN Normaal zal dit een intern lettertype zijn, tenzij er extra...
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING LF FUNCTION LF / LF+CR Hiermee selecteert u of een (LF-functie) ontvangen teken voor regelinvoer (0Ah) ook een wagenterugloop als resultaat heeft. PRINT MARGIN NORMAAL Hiermee stelt u het niet-afdrukbare (Afdrukmarge) 1/5 INCH gebied van de pagina in. NORMAL is 1/6 INCH compatibel met PCL.
Pagina 137
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING WHITE PAGE UIT / AAN Hiermee selecteert u of lege SKIP (WITTE pagina’s moeten worden afgedrukt PAGINA'S of niet. OVERSLAAN) CR FUNCTION CR / CR+LF Hiermee selecteert u of een (CR-FUNCTIE) ontvangen teken voor wagenterugloop (0Dh) ook regelinvoer als resultaat heeft.
EMULATIE In dit menu kunt u de instellingen selecteren die van kracht zijn als de printer in de FX-emulatiemodus werkt. ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING TEKENBREEDTE 10 CPI; 12 CPI; Geeft de tekenbreedte in deze 17 CPI; 20 CPI; emulatie aan. PROPORTIONEEL CHARACTER SET Set 1;...
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING FIT TO LETTER Uitschakelen; Hiermee stelt u de afdrukmodus Inschakelen zodanig in dat afdrukgegevens van het equivalent van 11 inch (66 regels( in het afdrukgebied van het formaat LETTER kunnen worden ingepast. TEKSTHOOGTE Hetzelfde; Hiermee stelt u de tekenhoogte Verschillend HETZELFDE: dezelfde hoogte, ongeacht CPI.
Via dit menu kunt u de werking bepalen van de USB- gegevensinterface van de printer. ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING SOFTWAREMATIG INSCHAKELEN / Hiermee schakelt u de opdracht OPNIEUW UITSCHAKELEN Softwarematig opnieuw instellen INSTELLEN in of uit. SNELHEID 12 / 480 Mps Hiermee selecteert u de interfacesnelheid.
Pagina 141
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING ETHERTALK INSCHAKELEN / Hiermee schakelt u dit UITSCHAKELEN netwerkprotocol in of uit. FRAME TYPE AUTO / 802.2 / Hiermee selecteert u het Ethernet 802.3 / MAC layer-frametype. ETHERNET II / SNAP IP ADDRESS SET AUTOMATISCHE Hiermee geeft u op of het IP-adres (IP-adresset) / HANDMATIG automatisch (DHCP) of handmatig...
NDERHOUD Via dit menu hebt u toegang tot allerlei functies voor het onderhoud van de printer. ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING MENU UITVOEREN Hiermee stelt u de menu's weer BEGINWAARDEN in op de standaardwaarden. MENU OPSLAAN UITVOEREN Hiermee slaat u de huidige menu-instellingen op.
ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING TRANSPR BLACK –2~0~+2 Zoals hierboven, maar dan voor SETTING afdrukken in zwart-wit op (INSTELLING transparanten. ZWART OP TRANSPARANTEN) TRANSPR COLOR –2~0~+2 Zoals hierboven, maar dan voor SETTING afdrukken in kleur op (INSTELLING transparanten. KLEUR OP TRANSPARANTEN) EBRUIK Dit menu is alleen bedoeld om informatie op te vragen en geeft een indicatie van het totale gebruik van de printer en de resterende gebruiksduur van de verbruiksmaterialen.
ITEM BESCHRIJVING K-TONER Dit is het cassetteformaat en het huidige C-TONER tonerniveau. M-TONER Y-TONER STATISTIEK ITEM INSTELLINGEN BESCHRIJVING JOB LOG INSCHAKELEN / Hiermee drukt u een lijst met UITSCHAKELEN taken af die op deze printer zijn uitgevoerd. (Opmerking: u wordt gevraagd het Administrator- wachtwoord in te voeren om dit menuonderdeel op te geven of te...
VERLAYS EN MACRO ALLEEN INDOWS ’ AT ZIJN OVERLAYS EN MACRO Als u speciaal afdrukmateriaal wilt gebruiken, zoals formulieren en briefpapier, maar geen voorbedrukt materiaal wilt gebruiken, kunt u dit materiaal zelf maken met behulp van deze geavanceerde mogelijkheden. U kunt PostScript-overlays gebruiken om al uw speciale formulieren te genereren en op te slaan in de printer zodat u ze kunt gebruiken wanneer u ze nodig hebt.
CRIPT OVERLAYS MAKEN Neem de volgende drie stappen om een overlay te maken: Maak het formulier in uw eigen toepassing en druk het formulier af naar een PRN-bestand (afdrukbestand). Gebruik het hulpprogramma Storage Device Manager dat is meegeleverd op de cd bij uw printer om een “project file”...
Kies op het tabblad Overlay de optie Create Form (Formulier maken) in de keuzelijst (4). Klik op OK om het venster Document Properties (Documenteigenschappe n) te sluiten. Klik nogmaals op OK om het dialoogvenster Afdrukken te sluiten. Voer een beschrijvende naam in met de extensie .PRN als u een naam voor het afdrukbestand moet opgeven.
Als er een berichtvenster verschijnt waarin wordt bevestigd dat er een filterbestand is gemaakt, klikt u op OK om het berichtvenster te sluiten. In het projectvenster wordt één HST-bestand weergegeven voor elk printerbestand dat is toegevoegd. Schrijf deze namen zorgvuldig op. Zorg ervoor dat u de namen exact overneemt, zoals ze worden weergegeven.
VERLAYS DEFINIËREN Dit is de laatste stap voordat de nieuwe overlays gereed zijn voor gebruik. Open het venster Printers (“Printers en Faxen” in Windows XP) via het menu Start of via het Configuratiescherm van Windows. Klik met de rechtermuisknop op het relevante pictogram van de PostScript-printer en kies Afdrukvoorkeuren in het snelmenu.
Klik op OK als u gereed bent om het eigenschappenvenster van de printer te sluiten. De nieuwe overlays zijn nu gereed en kunnen worden gebruikt voor toekomstige documenten. FDRUKKEN MET CRIPT OVERLAYS Als u de overlays eenmaal hebt gedefinieerd, kunt u ze voor elk document gebruiken.
PCL- OVERLAYS MAKEN Neem de volgende drie stappen om een overlay te maken: Maak het formulier in uw eigen toepassing en druk het formulier af naar een PRN-bestand (afdrukbestand). Gebruik het hulpprogramma Storage Device Manager dat is meegeleverd is op de cd bij uw printer om een “project file,” te maken, importeer het PRN-bestand en laad de gegenereerde BIN-bestanden (filterbestanden) naar de printer.
ACRO S MAKEN EN LADEN Start vanuit het menu Start van Windows de Storage Device Manager (SDM) en laat SDM de printer opsporen. Kies Printers→New Project (Nieuw project) om een nieuw project te openen. Kies Printers→Filter Macro File (Macrobestand filteren) Het dialoogvenster Filter Printer Patterns (Printerpatronen filteren) verschijnt.
Als u de namen of de id-nummers wilt wijzigen, dubbelklikt u op de bestandsnaam en wijzigt u de gegevens. Hier volgen de gegevens van Volume: 0 = PCL-partitie op de harde schijf van de printer; 1 = algemene partitie op de harde schijf van de printer; %disk0% = PostScript-partitie op de harde schijf van de printer;...
VERLAYS DEFINIËREN Dit is de laatste stap voordat de nieuwe overlays gereed zijn voor gebruik. Open het venster Printers (“Printers en Faxen” in Windows XP) via het menu Start of via het Configuratiescherm van Windows. Klik met de rechtermuisknop op het relevante pictogram van de PostScript-printer en kies Afdrukvoorkeuren in het snelmenu.
Pagina 155
Namen en id's van overlaybestanden moeten exact worden ingevoerd zoals ze in het projectvenster van de Storage Device Manager werden weergegeven. De namen zijn hoofdlettergevoelig. Als u de namen van de overlays niet hebt opgeschreven toen u de overlays maakte, kunt u ze vinden met behulp van de Storage Device Manager.
PCL- FDRUKKEN MET OVERLAYS Als u de overlays eenmaal hebt gedefinieerd, kunt u ze voor elk document gebruiken. In het voorbeeld dat hier wordt gegeven, worden twee overlays gebruikt voor zakelijke brieven. De eerste overlay wordt alleen op het voorblad afgedrukt en de tweede wordt alleen op de vervolgpagina's afgedrukt.
Pagina 157
Klik tot slot op OK in het dialoogvenster Afdrukken van uw toepassing om het document af te drukken. Overlays en macro's (alleen Windows) > 157...
ERBRUIKSMATERIALEN VERVANGEN In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de verbruiksmaterialen vervangt als dat nodig is. OPMERKING Wanneer op het LCD het bericht TONER OP wordt weergegeven, of als de afdruk er vaag uitziet, opent u eerst het bovendeksel en tikt u een aantal keren op de cartridge om het tonerpoeder gelijkmatig te verspreiden.
50% pagina's bij 3 pagina's per taak en 30% pagina's bij 1 pagina per taak. Gebruik alleen originele Oki-verbruiksmaterialen voor de beste afdrukkwaliteit en optimale hardwareprestaties. Niet-originele Oki-producten kunnen de prestaties van de printer nadelig beïnvloeden en uw garantie doen vervallen. Verbruiksmaterialen vervangen > 159...
ONERCARTRIDGE VERVANGEN LET OP! Om verspilling van toner en mogelijke fouten van de tonersensor te voorkomen moet u de tonercartridge(s) pas vervangen wanneer de melding 'TONER LEEG' wordt weergegeven. De toner die in deze printer wordt gebruikt, is een heel fijn droog poeder.
Pagina 161
Druk op de knop voor het openen van het printerdeksel en open het deksel volledig. WAARSCHUWING! Als de printer ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. Let op de posities van de vier cartridges. 1.
Pagina 162
Til de rechterzijde van de cartridge op en trek de cartridge vervolgens naar rechts om de linkerzijde los te maken. Verwijder de tonercartridge. Plaats beide voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair. Verwijder de nieuwe cartridge uit de doos, maar laat het verpakkingsmateriaal nog even zitten.
Pagina 163
Verwijder nu het verpakkingsmateriaal en trek het tape van de onderzijde van de cartridge. Houd de cartridge aan de bovenzijde in het midden vast met de gekleurde hendel rechts. Laat de cartridge in de printer zakken op de drumeenheid waaruit u de oude cartridge hebt verwijderd.
Pagina 164
Druk de cartridge voorzichtig naar beneden om ervoor te zorgen dat de cartridge goed vastzit en druk vervolgens de gekleurde hendel (1) in de richting van de achterzijde van de printer. Hiermee vergrendelt u de cartridge en kan er toner naar de drumeenheid worden overgebracht. Sluit tot slot de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen.
MAGE DRUM VERVANGEN LET OP! Ga voorzichtig met deze apparaten om. Ze zijn gevoelig voor statische elektriciteit. De printer bevat vier image drums: cyaan, magenta, geel en zwart. Druk op de knop voor het openen van het printerdeksel en open het deksel volledig. WAARSCHUWING! Als de printer ingeschakeld is geweest, is de fuser heet.
Pagina 166
Pak de image drum aan de bovenkant in het midden vast en til deze samen met de bijbehorende tonercartridge uit de printer. Plaats beide voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair en om te voorkomen dat het groene drumoppervlak beschadigd raakt.
Pagina 167
Houd de gekleurde ontgrendelingshendel (1) rechts en trek de hendel naar u toe. Hiermee wordt de koppeling tussen de tonercartridge en de drumcartridge verbroken. Til de rechterzijde van de cassette op en trek de cassette naar rechts om de linkerzijde los te maken en haal de tonercassette uit de image drumcassette.
Pagina 168
Plaats de tonercartridge op de nieuwe drumcartridge, zoals is weergegeven. Druk de linkerzijde van de cartridge eerst naar beneden en laat vervolgens de rechterzijde zakken. (Het is niet nodig om nu ook een nieuwe tonercartridge te plaatsen, tenzij het resterende tonerniveau erg laag is.) Duw de gekleurde ontgrendelingshendel (1) van u af om de tonercartridge te vergrendelen op de nieuwe...
Houd de complete set aan de bovenzijde in het midden vast en laat de set op zijn plaats in de printer zakken, waarbij u de voetjes in de uitsparingen aan de zijkanten van de printerruimte plaatst. Sluit tot slot de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen.
ERVANGING VAN DE TRANSPORTBAND De transportband bevindt zich onder de vier drumcartridges. Deze eenheid moet worden vervangen nadat er ongeveer 80.000 pagina's zijn afgedrukt. Schakel de printer uit en laat de fuser ongeveer 10 minuten afkoelen voordat u de kap opent. Druk op de knop voor het openen van het printerdeksel en open het deksel volledig.
Pagina 171
Til alle drum eenheden uit de printer en plaats ze op een veilige plek waar ze niet worden blootgesteld aan warmte en licht. LET OP! Het groene drumoppervlak aan de onderzijde van de cartridge is heel kwetsbaar en lichtgevoelig. Raak het oppervlak niet aan en stel het niet langer dan 5 minuten bloot aan normaal licht.
Pagina 172
Laat de nieuwe transportband op zijn plaats zakken, met de greep aan de voorzijde en het drijfwerk aan de achterzijde van de printer. Zoek het drijfwerk in de linkerhoek achterin de printer en laat de transportband horizontaal in de printer zakken. Draai de twee bevestigingen (5) 90°...
E FUSER VERVANGEN De fuser zit in de printer direct achter de vier image drumeenheden. WAARSCHUWING! Als de printer kortgeleden nog is ingeschakeld geweest, zijn sommige fuseronderdelen erg heet. Ga heel voorzichtig met de fuser om en houdt de fuser alleen vast bij de greep, die slechts warm aanvoelt.
Pagina 174
u deze op een vlak oppervlak dat niet beschadigd kan raken door hitte. Haal de nieuwe fuser uit de verpakking en verwijder het transportmateriaal. Houd de nieuwe fuser bij de greep vast en zorg ervoor dat u de fuser de juiste positie heeft. De hendels (2) moeten helemaal rechtop staan.
Sluit tot slot de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen. Schakel de printer in. LED- KOP REINIGEN Reinig de LED-kop wanneer de afdrukken onduidelijk zijn, witte lijnen vertonen of wanneer de tekst vaag is.
PGRADES INSTALLEREN In deze sectie wordt uitgelegd hoe u optionele apparatuur in uw printer installeert. Dit zijn: > duplexeenheid (dubbelzijdig afdrukken); > Extra geheugen > Harde schijf > extra papierlade UPLEXEENHEID Met de duplexeenheid hebt u de mogelijkheid om dubbelzijdig af te drukken, waarbij u minder papier gebruikt en grote documenten handzamer worden.
Pagina 177
Schakel de printer in en wacht tot de printer is opgewarmd (ongeveer 1 minuut). Druk op de volgende manier een overzicht van de menu's Druk op de knop + om het informatiemenu te openen. Druk één keer op ENTER voor het menuoverzicht. Druk nogmaals op ENTER om het menuoverzicht af te drukken.
EHEUGENUITBREIDING Het basisprintermodel is uitgerust met 256 MB geheugen. Dit kan worden uitgebreid met een extra geheugenkaart van 256 MB of 512 MB, hetgeen resulteert in een maximale geheugencapaciteit van 768 MB. De installatie duurt slechts een paar minuten. U hebt er geen gereedschap voor nodig.
Pagina 179
Verwijder de schroef (1) waarmee de rechterklep is vastgezet. Til de rand van de zijklep iets op aan de twee punten die in de afbeelding worden weergeven en trek de klep aan de bovenkant naar u toe. Til de klep iets op om deze van de printer te verwijderen.
Pagina 180
Schuif de toegangsdeur in de metalen plaat en open de deur. Zoek de RAM-uitbreidingssleuf (1) in de printer. Als deze RAM-uitbreidingssleuf al een geheugenkaart bevat, moet u deze geheugenkaart verwijderen voordat u de nieuwe kaart kunt installeren. Als u een geheugenkaart moet verwijderen, neemt u eerst de volgende stappen.
Pagina 181
Pak de nieuwe geheugenkaart aan de korte zijden vast, zodat de randconnector in de richting van de RAM- uitbreidingssleuf wijst. Duw de geheugenkaart voorzichtig in de RAM- uitbreidingssleuf totdat deze vastklikt en niet verder kan. Druk de module omlaag in de richting van de PCB. Sluit de toegangsdeur en schuif deze dicht.
Pagina 182
Wanneer de printer gereed is, drukt u op de volgende wijze een menuoverzicht af: Druk op de knop + om het informatiemenu te openen. Druk één keer op ENTER voor het menuoverzicht. Druk nogmaals op ENTER om het menuoverzicht af te drukken.
ARDE SCHIJF De optionele interne harde schijf (HDD) maakt het mogelijk om afgedrukte pagina's te sorteren en kan worden gebruikt om overlays, macro's en lettertypen op te slaan. U kunt ook documenten opslaan die zijn beveiligd of die moeten worden gecontroleerd, en die wachten om te worden afgedrukt.
Pagina 184
Verwijder de schroef (1) waarmee de rechterklep is vastgezet. Til de rand van de zijklep iets op aan de twee punten die in de afbeelding worden weergeven en trek de klep aan de bovenkant naar u toe. Til de klep iets op om deze van de printer te verwijderen.
Pagina 185
Sluit de voorklep en de kap aan de bovenzijde, en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen. LET OP! Na installatie van extra geheugen (vaste schijf) moeten verwijderde deksels of geopende dueren worden gesloten of opnieuw worden geplaatst en vergrendeld om brandgevaar te voorkomen.
XTRA PAPIERLADE Schakel de printer uit en verwijder het netsnoer. Installeer een extra papierlade op de gewenste locatie. Houd u aan de veiligheidsvoorschriften voor het tillen en gebruik geleiders (a) om de printer boven op de extra papierlade te plaatsen. Sluit het netsnoer weer aan en schakel de printer in.
RINTERDRIVERS VAN INDOWS BIJWERKEN Nadat u de upgrades hebt geïnstalleerd, moet u de printerdriver van Windows bijwerken om de extra functies beschikbaar te maken voor uw Windows-toepassingen. Als u de printer deelt met gebruikers op andere computers, moet de printerdriver ook op die computers worden bijgewerkt. De afbeeldingen die hier worden weergegeven, hebben betrekking op Windows XP.
ASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN BELANGRIJKE OPMERKING: controleer of de schakelaar van de papierinstelrol aan de voorzijde van de papierlade is ingesteld op het papierformaat in de lade. Als u de aanbevelingen in deze handleiding over het gebruik van afdrukmedia opvolgt en u de media in goede staat houdt, levert de printer jarenlang betrouwbare prestaties.
OUTCODES VAN DE PAPIERSENSOR 380, 400 CODENR. PLAATS CODENR. PLAATS Duplexeenheid * Duplexeenheid * Duplexeenheid * Fusereenheid Duplexeenheid * Universele lade Duplexeenheid * Paper Tray (Papierlade) Papierinvoer papierlade * Papierbaan Papierformaat Papieruitvoervak * (indien geïnstalleerd). Als een vel papier ver genoeg uit de bovenzijde van de printer steekt, pakt u het vel vast en trekt u het voorzichtig uit de printer.
Pagina 191
Druk op de knop voor het openen van het printerdeksel en open het deksel volledig. WAARSCHUWING! Als de printer ingeschakeld is geweest, is de fuser heet. Dit gebied is duidelijk gemarkeerd. Raak dit gedeelte van de printer niet aan. Let op de posities van de vier cartridges. 1.
Pagina 192
Pak de cyaan drumcartridge aan de bovenkant in het midden vast en til deze samen met de bijbehorende tonercartridge uit de printer. Plaats de cartridge voorzichtig op een vel papier om te voorkomen dat de toner vlekken maakt op uw meubilair en om te voorkomen dat het groene drumoppervlak beschadigd raakt.
Pagina 193
Kijk in de printer of er vellen papier bij de transportband zichtbaar zijn. > Als u een vel aan de voorzijde van de band (1) moet verwijderen, tilt u het vel voorzichtig van de band en trekt u het vel naar voren in de interne drumruimte en haalt u het vel eruit.
Pagina 194
> Als u een vel uit het centrale gebied van de band (2) moet halen, tilt u het vel voorzichtig van de band en haalt u het vel eruit. > Als u een vel moet verwijderen dat al gedeeltelijk in de fuser (3) is ingevoerd, tilt u het uiteinde van het vel voorzichtig van de band, drukt u de ontgrendelingshendel (4) van de fuser naar voren en naar...
Pagina 195
Plaats de vier drumcartridges terug in de drumruimte. Plaats eerst de cyaan drumcartridge terug, de drum die het dichtst bij de fuser zit. Zorg ervoor dat u de drums in de juiste volgorde plaatst. 1. Cyaan cartridge 2. Magenta cartridge 3.
Pagina 196
Sluit de kap aan de bovenzijde van de printer, maar druk deze nog niet helemaal aan. Zo worden de drums niet blootgesteld aan fel licht, terwijl u de overgebleven gebieden controleert op vastgelopen papier. Open het uitvoervak aan de achterzijde (5) en controleer of er papier in de papierbaan aan de achterzijde zit (6).
Pagina 197
Open het deksel van de duplexeenheid (indien geïnstalleerd) en verwijder eventuele vellen uit dit gedeelte. Til de ontgrendeling van de klep aan de voorzijde op en trek de voorklep omlaag. Vastgelopen papier verwijderen > 197...
Pagina 198
Controleer of er vellen zijn vastgelopen, verwijder eventuele vellen die u vindt en sluit de klep. Trek de papierlade uit de printer. Controleer of het papier netjes is gestapeld en niet is beschadigd en controleer ook of de papiergeleiders goed tegen de randen van de papierstapel zijn aangeschoven.
Pagina 199
Sluit tot slot de kap aan de bovenzijde van de printer en druk de kap aan beide zijden stevig naar beneden om deze goed te vergrendelen. Als het vastgelopen papier is verwijderd en als Opheffing papierstoring is ingesteld op AAN in het menu Systeemconfiguratie, probeert de printer de pagina's die bij het vastlopen van het papier verloren zijn gegaan, opnieuw af te drukken.
PECIFICATIES C8800 - N34220B ITEM SPECIFICATIE Afmetingen 485 x 556 x 345 mm (b x d x h) zonder duplexeenheid Gewicht Ongeveer 36 kilo (zonder duplexeenheid) Afdrukmethode Elektronisch fotografisch met blootstelling aan LED- lichtbron Afdruksnelheden 26 pagina’s per minuut in kleur / 32 pagina’s per minuut...
Pagina 201
ITEM SPECIFICATIE Papierformaat – A4, A5, A6, B5, Legal 13/13,5/14 inch, Letter, Executive, universele lade aangepast (tot een lengte van 1200 mm), com-10- enveloppe, DL-enveloppe, C5-enveloppe, transparanten Duplex Legal13, Legal13.5, Legal14, Letter, Executive, A4, B5, A5, B4, A3, Tabloid, Aangepast formaat (breedte van 148,5 tot 297 mm en lengte van 182 tot 420 mm /gewicht van 64 g/m2 tot 105 g/m2) Mediatype...
Pagina 202
ITEM SPECIFICATIE Omgevings- Werkt bij 10 tot 32 °C/20 tot 80% relatieve vochtigheid factoren (optimaal 25 °C nat, 2 °C droog) Uitgeschakeld: 0 tot 43 °C/10 tot 90% relatieve vochtigheid (optimaal 26.8 °C nat, 2 °C droog) Afdrukomgeving 30 tot 73% relatieve vochtigheid bij 10 °C; 30 tot 54% relatieve vochtigheid bij 32 °C 10 tot 32 °C bij 30% relatieve vochtigheid;...
NDEX Aangepast paginaformaat CMYK-inktsimulaties: CMYK- Windows XP/2000 PCL brongegevens ...97 ......73 Windows XP/2000 PS .....95 Correct afsluiten ......124 Afdrukinstellingen opslaan ........29 Afdrukkwaliteit De belangrijkste printeronderdelen en de kantelen .......142 papierbaan Afdrukstand ......189 staand of liggend ....28 De instellingen voor het stuurprogramma wijzigen in de Afdrukvolgorde uitvoervak (afgedrukte zijde...
Pagina 204
menu Systeemconfiguratie ..133 Menu USB ......140 Harde schijf menuoverzicht .....122 installeren ......183 standaardwaarden instellen .142 Menufuncties ......118 De instellingen wijzigen - ICC-profielen ......60 beheerder ......121 waar vindt u ......61 De instellingen wijzigen - Image drums gebruiker ......120 huidige gebruiksstatus ..143 Netwerkadressen Kleur instellen...
Pagina 205
vastgelopen papier verwijderen ......188 Poster afdrukken .......29 PPR emulatie ......136 Precisie kleurkoppeling ....79 Printeroverzicht ......13 Pure zwarte Tekst/Grafisch ..79 Renderingsintenties ....77 RGB- en CMYK-kleuren ....53 RGB Officekleur aanpassen ..58 Scheidingspagina .......91 Sorteren Windows .........86 Toner huidige gebruiksstatus ..144 vervangen ......160 verwachtte gebruiksduur ..158 Transparanten...