Voor PS-printerdriver voor Mac OS X
1
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2
In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3
Selecteer [Printerfuncties] in het
menu.
4
Selecteer [Taakopties] bij
[Functiesets].
5
Selecteer een geschikte waarde bij
[Tonersparen].
6
Configureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
Memo
● Als de opties die u verwacht te zien niet in het
afdrukvenster staan, klikt u op de knop [Toon details]
onder in het dialoogvenster.
Beveiligd afdrukken
U kunt een wachtwoord toewijzen aan een
afdruktaak, zodat deze alleen kan worden
afgedrukt als het wachtwoord wordt ingevoerd
op het bedieningspaneel.
Opmerking
● Als de in de wachtrij geplaatste gegevens niet in
het geheugen of op de harde schijf kunnen worden
opgeslagen omdat er te weinig geheugenruimte is,
verschijnt een bericht dat aangeeft dat de gegevens
ongeldig zijn.
● Deze functie is niet beschikbaar voor de XPS-printerdriver
voor Windows en de PS-printerdriver voor Mac OS X.
Voor PCL-printerdriver voor
Windows
1
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2
In het menu [Bestand] selecteert u
[Afdrukken].
3
Klik op [Voorkeuren].
4
Klik op het tabblad [Taakopties].
5
Selecteer [Beveiligde afdruk] bij
[Taaktype].
6
Voer in het vak [Taaknaam] een
taaknaam in, en in het vak [Persoonlijk
ID nummer (PIN)] een wachtwoord.
Als u het selectievakje [Vragen om taaknaam
voor elke afdruktaak] of een soortgelijk
selectievakje inschakelt, wordt u gevraagd de
taaknaam in te voeren wanneer u de afdruktaak
verzendt naar de printer.
7
Klik op [Goed].
8
Configureer indien nodig andere
instellingen en druk af.
De afdruktaak wordt verzonden naar de printer
maar wordt niet afgedrukt.
9
Druk op de toets <Fn>.
10
Voer <2> in met behulp van het
toetsenblok met tien toetsen en druk
vervolgens op de knop <ENTER>.
- 35 -
Afdrukken met verschillende functies
1