9
DIGITAL PRO MIXER DDM4000 Gebruiksaanwijzing
(61) Met de MODE-tasters (Bank 1 en Bank 2) kies je de manier van weergeven
van de sampler (Reverse = achteruit; Loop = lus). Kort drukken
activeert resp. deactiveert de Reverse-functie, lang drukken de Loop-functie.
(62) PLAY/OUT-taster: Start de weergave van de opgenomen sample.
Wanneer de Loop uitgeschakeld is, wordt de sample slechts zo
lang weergegeven, als de PLAY-taster vastgehouden wordt.
(63) De SMP FX ON-taster activeert het Brake-effect.
(64) Druk op de SELECT-taster, om de lengte van de Brake te bepalen
(1, 4 of 8 Beat Brake, wordt in het midden van het display getoond).
(65) Met de CF ASSIGN-taster bepaal je, op welke zijde van de crossfader het
sampler-signaal moet komen.
(66) Wanneer de sampler aan de crossfader toegewezen is, kan hij
hiermee ook gestart worden. Druk hiervoor op de CF START-taster.
Kies tevoren met BANK ASSIGN de bank, die bij de start van de fader moet
worden weergegeven.
2.7 De ingangen op de achterzijde
(69)
(70)
(67)
(68)
(69)
(72)
Afb. 2.7: De ingangen van de DDM4000
(67) De LINE-ingangen dienen voor de aansluiting van Line-signalen
(bijv. cd-speler, geluidkaart, drum-computer).
(68) De PHONO-ingangen dienen voor de aanluiting van platenspelers.
(69) Met de PHONO/LINE-schakelaars kun je de PHONO-ingangen op
Line-niveau omschakelen met de bedoeling, dat je ook een cd-speler aan
de PHONO-ingangen kunt aansluiten.
◊
Voorzichtig! Apparaten met Line-uitgangsniveaus (bijv. cd-spelers)
kunnen vervormingen veroorzaken en de ingangstrap verstoren.
Druk op de PHONO/LINE-schakelaar, voordat je apparaten met
Line-niveau aan de uiterst gevoelige PHONO-ingangen aansluit.
(70) De GND-aaansluitingen dienen voor de aarding (Ground) van platenspelers.
(71) De symmetrische XLR-aansluitingen dienen voor de aansluiting van
dynamische microfoons.
(72) LEVEL-regelaar voor de MIC 2-ingang.
2.8 De uitgangen op de achterzijde
(73)
Afb. 2.8: De ingangen van de DDM4000
(71)
(74)
(75)
(76)
(73) De OUT A-uitgangen (XLR): Sluit hier een versterker aan en regel het
volume met de OUTPUT A-regelaar (30) . Aan de SUBWOOFER-uitgang kan
als extra een subwoofer aangesloten worden. Een frequentiewissel is in de
DDM4000 geïntegreerd. De scheidingsfrequentie wordt in de Output Setup
(hoofdst. 6.2) ingesteld.
◊
Schakel aangesloten versterkers altijd op het laatst in, om het optreden
van inschakelpieken te vermijden, die gemakkelijk tot beschadiging
van je luidsprekers zouden kunnen leiden. Verzeker je ervan voor het
inschakelen van de versterkers, dat op de DDM4000 geen signaal zit,
om plotselinge en voor de oren pijnlijke verrassingen te voorkomen.
Het beste trek je van te voren alle fader naar beneden resp. breng je
alle draairegelaars in de nulpositie.
(74) Het MAIN OUT-aansluitveld biedt: OUT A-, OUT B-, en TAPE-uitgangen:
•
Op uitgang OUT A zit hetzelfde signaal als op de XLR-uitgangen (73) .
•
Op de uitgang OUT B kan je nog een versterker aansluiten,
om bijvoorbeeld de DJ Booth of een tweede clubzone van geluid
te voorzien. Het volume van het OUT B-signaal is onafhankelijk van
OUT A met de OUTPUT B-regelaar (32) instelbaar.
Op de TAPE-uitgang kun je een opnameapparaat aansluiten, om je Mix
•
op te nemen. Het uitgangsniveau is onafhankelijk van OUT A en OUT B
en kan in de Output Setup (hoofdst. 6.2) ingesteld worden.
(75) DIGITAL OUT is de digitale uitgang van de DDM4000. Hier bevindt zich het
TAPE-signal in cd-kwaliteit (16 Bit/44,1 kHz).
◊
In de Output Setup (zie hoofdst. 6.2) kun je verdere instellingen voor
de uitgangssectie uitvoeren.
(76) MIDI IN, OUT, THRU: De drie MIDI-bussen bieden de mogelijkheid,
externe MIDI-apparatuur aan te sluiten en met de MIDI Clock
te synchroniseren.
◊
In hoofdstuk 7 krijg je meer te horen over de MIDI-functies
in de DDM4000.
2.9 Stroomaansluiting en power-schakelaar
(79)
(78)
(77)
Afb. 2.9: De POWER-sectie
(77) Het apparaat wordt via de IEC-APPARAATBUS op het stroomnet aangesloten.
Een geschikte netkabel zit bij de levering inbegrepen.