8
DIGITAL PRO MIXER DDM4000 Gebruiksaanwijzing
(40) Wanneer de SPLIT-taster ingedrukt is, ligt het signaal voor vooraf
beluisteren (PFL) alleen in de linker hoorn van de koptelefoon,
het mastersignaal (PGM) alleen in de rechter.
2.5 De BPM- en effectsectie
(41) (46) (47) (48)
(50)
(45)
(50)
(42) (49) (43)
Afb. 2.5: BPM Counter en effectsectie (hier: FX 1)
De DDM4000 beschikt over 2 identieke effectapparaten. Voor de MIC-signalen en
de sampler zijn er nog twee onafhankelijke effectapparaten. Alle effecten kunnen
tegelijkertijd gebruikt worden. In deze sectie bevinden zich ook de BPM Counter
en de MIDI Clock.
(41) Het grafische display toont BPM-waarden, effectnamen en –parameters
alsook kanaaltoewijzingen. Het leidt je ook door de Console Setup-pagina's.
(42) De FX ON-taster activeert het effectapparaat.
(43) Druk op de FX ASSIGN-taster, om aan het effectapparaat een signaalbron
toe te wijzen (taster knippert). De mogelijke ingangsbronnen worden in het
display opgesomd. Kies de gewenste bron door draaien en indrukken van de
PARAMETER-regelaar (45) .
(44) Met de DEPTH-regelaar regel je de effectintensiteit (Depth). Bij sommige
effecten kan hiermee ook de mengverhouding tussen het droge originele
signaal (Dry) en effectsignaal (Wet) geregeld worden.
(45) De keuze van de effectparameters vindt plaats door indrukken van de
PARAM(eter)-regelaar. Door te draaien verander je de parameter, die op
het moment in het display getoond wordt.
(46) Met een druk op SELECT/LOW kom je in de effectkeuze (wordt in het
display getoond). Draai aan de regelaar en druk erop (45) , om een preset
te laden.
(47) Door een druk op de PARAM/MID-taster krijg je toegang tot de
effectparameters. Draai aan de regelaar (45) , om een parameterwaarde
te veranderen.
(48) Druk op DEFAULT/HIGH, om een preset te herstellen.
◊
Bij ingeschakeld effect (FX ON-taster ingedrukt) hebben de tasters
(46) (LOW), (47) (MID) en (48) (HIGH) de functie van Kill-tasters in
de effectweg.
(49) Afhankelijk van het gekozen effect kan een op de tijdsomstandigheden
betrekking hebbende parameter met de BEAT-tasters ingesteld worden.
Hier wordt echter niet de waarde in milliseconden of zo ingevoerd,
maar in beats.
(50) Om het tempo manueel in te voeren, tik dan op deze taster (tenminste 2 x)
ritmisch in de maat van de muziek (TAP). Door lang te drukken op de
AUTO BPM/TAP-taster (> 1 s) activeer je de automatische tempo-invoer
(AUTO BPM).
(51)
(53)
(52)
(51) Draai aan de CONSOLE SETUP-regelaar, om het tempo van de MIDI Clock
te veranderen (drukken en tegelijkertijd draaien = grove verandering).
Kort drukken op de regelaar bevestigt de invoer. Door lang te drukken op
deze regelaar kom je in de Console Setup (zie hoofdst. 3.1).
(52) Met MIDI START/STOP/ESC start je de MIDI Clock.
(53) Met de ADJUST-tasters kun je het tempo van de BPM Counter op de MIDI
Clock overdragen.
◊
Alle functies van de BPM en effectsectie worden in hoofdstuk
4 uitvoerig beschreven.
2.6 De sampler
(54)
(54)
(56)
(57)
(58)
(59)
(60)
(61)
(62)
(63)
(64)
(65)
(66)
Afb. 2.6: De sampler-sectie
(54) Druk op de INSERT-taster, om het sampler-signaal in een kanaal in te voeren
(Insert Mode). Wanneer deze taster niet ingedrukt is. wordt de sampler bij
het gekozen kanaal gemengd (Mix Mode). De weergave vindt plaats in beide
gevallen met de REC SOURCE-tasters. Wanneer de sampler op de crossfader
gerouted wordt, gaat de LED op de INSERT-taster uit.
(55) De VOLUME/MIX-regelaar regelt (in de Mix Mode) het volume van
de sampler resp. (in de Insert Mode) de volumebalans tussen het
ingangssignaal en de sampler.
(56) Met de REC SOURCE –taster kies je het kanaal voor de opname en weergave
van samples.
(57) Druk op de PFL-taster, om het signaal van de sampler in de koptelefoon voor
te beluisteren.
(58) SAMPLE LENGTH dient voor de instelling van de opnametijd
(1 tot 16 beats of eindeloze opname ∞ ).
(59) Met RECORD/IN start je de opname van de sampler. Kies van tevoren
een opslagbank. Met opnieuw drukken op de toets beëindig je de opname
(alleen in de ∞ -modus).
(60) Met BANK ASSIGN kies je de bank uit, waarop de opname moet
worden opgeslagen. De gekozen bank wordt door oplichten
van de bijbehorende MODE-taster (61) getoond en geeft zo aan,
dat opgenomen kan worden.