18
DIGITAL PRO MIXER DDM4000 Gebruiksaanwijzing
FLANGER, PHASER, PAN:
FLANGER: Een Flanger-effect ontstaat door doelbewuste
toonhoogteverschuivingen. Regelbaar is de snelheid van de LFO
(Low Frequency Oscillator), het aandeel van het terugbrengen van het
effectsignaal naar de ingang (Feedback), de effectdiepte (Depth) en de
sterkte van de faseverschuiving in ritmische eenheden (Phase). Met Fade
kan bepaald worden, of de Flanger na het uitschakelen van het effect de
actuele oscillatieperiode moet beëindigen. Dit verhindert een abrupt afsnijden
van het effect.
PHASER is net zo als een Flanger. Alleen wordt hier de modulatie door
een faseverschuiving bereikt. Regelbaar zijn de snelheid van de LFO en de
effectdiepte (Depth). Met Fade kan bepaald worden, of het effect abrupt
moet eindigen of zachtjes moet wegklinken.
PAN betekent een effect, dat het signaal in het stereopanorama van rechts
naar links laat glijden. Het effect klinkt het intensiefst, wanneer de DEPTH-
regelaar ver open gedraaid wordt. LFO regelt de snelheid van de Panning,
Depth de effectdiepte.
1/5
2/5
3/5
FLANGER
LFO Speed
Feedback
Depth
PHASER
LFO Speed
Depth
Fade
LFO Speed
Depth
—
Tab. 4.1: Effectparameters voor Flanger, Phaser en Panning
DELAY, ECHO:
DELAY is een signaalvertraging. De Delay-tijd (Time) kan op de BPM Counter
gesynchroniseerd worden. Er zijn een eenvoudig Delay (Simple) en een
3-Pong-Delay, dat de vertragingen in het stereopanorama verdeelt.
ECHO is net zo als Delay, met dit verschil, dat het vertraagde signaal meerdere
malen herhaald wordt. Het aantal herhalingen wordt met Feedback ingesteld.
Fade bepaalt, of de echo na het uitschakelen van het effect moet wegklinken
(On) of niet (Off).
1/5
2/5
3/5
TIME
MODE
FDBK
DELAY
10...
Simple
5930 ms
3Pong
ECHO
10...
Simple
0 - 100%
5930 ms
3Pong
Tab. 4.2: Effectparameters voor Delay en Echo
4/5
5/5
Phase
Fade
Dry/Wet Mix
—
—
Dry/Wet Mix
PAN
—
—
Dry/Wet Mix
4/5
FADE
Dry/Wet Mix
Dry/Wet Mix
PITCHER, BITCRUSHER:
PITCHER verandert de toonhoogte van de muziek zonder een tempoverandering.
Shift regelt de toonhoogte.
BITCRUSHER simuleert een vermindering van de digitale oplossing. Van softe
Lo-Fi-instellingen tot en met speelgoed-sound zit alles erin.
1/1
PITCH
Shift: -100 ... +100%
BITCRUSHER
Depth: 0 ... +100%
Tab. 4.3: Effectparameters voor Pitch en Lo-Fi-
REVERB:
REVERB is een galmeffect. Acht verschillende galmgroottes staan ter
beschikking. Wanneer Fade geactiveerd is, sterft de galm na het uitschakelen
weg en wordt niet afgesneden.
Ambient is een zeer korte galm, waarbij men letterlijk de wanden van de ruimte
kan horen.
Box brengt een ruimtelijke indruk zonder lange reflecties tot stand.
Cathedral: De lange en zeer dichte galm van een grote kathedraal,
die goed geschikt is voor langzame stukken.
Cavern: Een intensieve nagalm rijk aan hoogtes, die een grot met
rotswanden imiteert.
Chamber produceert een korte nagalm van een kleine ruimte.
Chorus: Een dichte, warme galm, korter dan Cathedral.
Concert bootst de gedefinieerde galm van een grote concertzaal na.
Echo: Een dichte, korte galm met langere vertraging.
1/4
MODE
Ambient, Box, Cathedral,
Cavern, Chamber, Chorus,
Concert, Echo
Tab. 4.4: Effectparameters voor het galmeffect
FILTER:
FILTER is een effect, dat men typisch met synthesizer-muziek verbindt.
Drie filtertypen staan ter beschikking. Bandpas, Dieppas en Hoogpas.
De Resonance zorgt voor een niveauverhoging in het bereik van de
filterfrequentie, waardoor het effect intensiever klinkt. In de LFO modus wordt
de filterfrequentie door een LFO bestuurd. In de Manual modus kun je de
filterfrequentie met de DEPTH-regelaar (44) zelf besturen.
—
Dry/Wet Mix
2/4
FADE
On/O
Dry/Wet Mix