hout samen met de aanslagrail (23) worden
gebruikt (vgl. afb. 11).
•
Om de aanslagrail (23) te bevestigen aan de
parallelle aanslag (7) moeten de beide kartel-
schroeven (26) worden losgedraaid. Vervol-
gens de aanslagrail (23) met de groef (25) op
de slotschroeven (13) steken en fixeren met
de onderlegplaatjes (34) en kartelschroeven
(26).
•
Voor het langssnijden van bredere stukken
hout kan de parallelle aanslag (7) eveneens
worden gebruikt zonder aanslagrail (23) (vgl.
afb. 12). Daarvoor moeten de slotschroeven
(13), onderlegplaatjes (34) en de kartel-
schroeven (26) worden gedemonteerd.
•
Waarschuwing! De aanslagrail (23) moet
bij inzet altijd aan die kant van de parallelle
aanslag (7) worden vastgeschroefd, die naar
het zaagblad wijst.
7.3.2 Snijbreedte (afb. 11,12)
•
De parallelle geleider (7) kan aan beide kan-
ten van de zaagtafel (1) worden gemonteerd.
•
Door middel van de schaal (22) op de zaag-
tafel (1) kan de parallelle geleider (7) op de
gewenste maat worden ingesteld.
•
Door op de excenterhendel (12) te drukken
kan de parallelle geleider (7) in de gewenste
positie worden vastgeklemd.
•
Indien nodig kunt u de klemkracht van de
parallelle geleider (7) bijstellen door aan de
excenterhendel (12) te draaien.
•
Maak een proefsnede om de breedte te me-
ten, voordat u het eigenlijke werkstuk snijdt.
Zo vermijdt u onnauwkeurigheden van de
schaalverdeling of de instelling.
7.3.3 Aanslaglengte instellen (afb. 13)
•
Om te voorkomen dat het te snijden materiaal
vastgeklemd raakt, kan de aanslagrail (23) in
lengterichting worden verschoven.
•
Vuistregel: het achterste uiteinde van de
aanslag stuit op een imaginaire lijn, die onge-
veer bij het midden van het zaagblad begint
en onder 45° naar achter verloopt.
•
Benodigde snijbreedte instellen
- Kartelschroeven (26) losdraaien en aans-
lagrail (23) zo ver naar voor schuiven, tot de
ingebeelde 45° lijn wordt geraakt.
- Kartelschroeven (26) weer aandraaien.
Anl_TC-TS_8_SPK13.indb 102
Anl_TC-TS_8_SPK13.indb 102
NL
7.4 Dwarsgeleider (afb. 1b,14)
Voor het in dwarsrichting zagen van houten delen
moet de dwarsgeleider (14) worden gebruikt.
•
Draai de twee kartelschroeven (26) los en
trek de geleiderail (23) van de parallelle ge-
leider (7).
•
Bevestig de geleiderail (23) met de schroeven
(40) en de kartelschroeven (41) aan de
dwarsgeleider (14).
Opmerking: Afhankelijk van de hoogte van het
werkstuk kan de geleiderail (23) via de lage groef
(25) (voor vlakke werkstukken) of via de hoge
groef (27) (voor hoge werkstukken) aan de dwars-
geleider (14) worden bevestigd.
•
Schuif de dwarsgeleider (14) in de groef (21)
van de zaagtafel.
•
Draai de borgschroef (28) los.
•
Draai de geleiderail (23) tot de pijl de ge-
wenste hoek aangeeft.
•
Draai de borgschroef (28) weer vast.
•
Controleer de afstand tussen geleiderail (23)
en zaagblad (4).
•
Waarschuwing! Duw de geleiderail (23) niet
te ver richting zaagblad. De afstand tussen
geleiderail (23) en zaagblad (4) moet ca. 2
cm bedragen.
•
Draai indien nodig de twee kartelschroeven
(41) los en stel de geleiderail (23) af.
•
Draai de kartelschroeven (41) weer vast.
7.5 Hoekinstelling (afb. 15)
•
Maak de vastzetgreep (9) los.
•
Verstel de hoek van het zaagblad door
het handwiel (8) te schuiven, tot de wijzer
overeenstemt met de gewenste hoekmaat op
de schaal.
•
Vergrendel de vastzetgreep (9).
•
Indien nodig kan de eindaanslag voor de
hoekinstelling van het zaagblad bij 0° en bij
45° worden bijgesteld. Dit gebeurt door de
beide afstelschroeven (38) en (39) in te stel-
len.
- 102 -
28.02.2024 14:01:34
28.02.2024 14:01:34