Informatie
Bij problemen
Wanneer u een probleem ervaart, schakel dan het toestel uit en daarna
weer in. Indien het toestel nog steeds niet normaal functioneert,
overloop dan de items op de checklist hieronder. Deze gids zal u helpen
het probleem op te sporen indien de oorzaak bij het toestel ligt. Is dit
niet het geval, controleer dan of het systeem correct is aangesloten of
contacteer uw bevoegde Alpine-dealer.
Basis
Geen werking of schermweergave.
• Het contact van de auto is niet ingeschakeld.
– Indien het toestel volgens de instructies werd aangesloten, zal het
niet werken wanneer het contact van de auto niet is ingeschakeld.
• Incorrecte aansluiting van de stroomkabel (Rood) en de batterijkabel
(Geel).
– Controleer de verbindingen van de stroomkabel en de
batterijkabel.
• Gesprongen zekering.
– Controleer de zekering van het toestel; vervang door de juiste
waarde indien nodig.
Radio
U kunt geen zenders ontvangen.
• Er is geen antenne aangesloten of er is een losgekoppelde aansluiting
in de kabel.
– Zorg ervoor dat de antenne correct is aangesloten;
vervang indien nodig de antenne of de kabel.
U kunt niet afstemmen op zenders in de zoekmodus.
• U bevindt zich in een gebied met zwakke ontvangst.
– Zorg ervoor dat de tuner is ingesteld op DX-modus.
• Wanneer u zich in een gebied met sterke ontvangst bevindt, is het
mogelijk dat de antenne niet correct is geaard en aangesloten.
– Controleer de verbindingen van de antenne; zorg ervoor dat de
antenne correct is geaard aan de montageplaats.
• De antenne heeft mogelijk niet de juiste lengte.
– Zorg ervoor dat de antenne volledig is uitgestrekt; indien de
antenne stuk is, vervang hem dan door een nieuwe.
Er treedt ruis op bij de ontvangst.
• De antenne heeft niet de juiste lengte.
– Strek de antenne volledig uit; vervang de antenne indien hij stuk is.
• De antenne is slecht geaard.
– Zorg ervoor dat de antenne correct is geaard aan de
montageplaats.
MP3
MP3-bestanden worden niet afgespeeld.
• Er heeft zich een schrijffout voorgedaan. Het MP3-formaat is niet
compatibel.
– Zorg ervoor dat het MP3-bestand geschreven werd in een
ondersteund formaat. Zie "Over MP3" op pagina 15, en herschrijf
de bestanden vervolgens in een formaat dat wordt ondersteund
door dit toestel.
16
-NL
Schermaanduidingen voor een
USB-geheugen
• Een USB-apparaat is aangesloten dat niet wordt ondersteund door
het toestel.
– Sluit een USB-apparaat aan dat wordt ondersteund door het
toestel.
NO DEVICE
• Er is geen USB-geheugen aangesloten.
– Zorg ervoor dat het USB-geheugen correct is aangesloten en dat de
kabel niet te veel gebogen is.
• Het USB-geheugen bevat geen MP3 (bestand).
– Sluit het USB-geheugen opnieuw aan wanneer het nummers
(bestanden) bevat.
• Een bemonsteringsfrequentie/bitsnelheid wordt gebruikt die niet
wordt ondersteund door dit toestel.
– Gebruik een bemonsteringsfrequentie/bitsnelheid die wordt
ondersteund door dit toestel.
NO SUPPORT
• Er werd tekstinformatie ingevoerd die niet door het toestel kan
worden herkend.
– Sluit een USB-apparaat aan met ingevoerde tekstinformatie die
wordt ondersteund door het toestel.
• Communicatiestoornis of andere
– Schakel over naar een andere bron.
– Schakel het toestel uit.
– Schakel het contact van de auto uit en daarna weer in (ON).
• Communicatiestoornis
– Schakel het contact van de auto uit en daarna weer in (ON).
– Controleer het scherm door het USB-geheugen opnieuw aan te
sluiten op dit toestel.
• Fout door stroomstoot
Er wordt een overmatig voltage of overmatige stroom toegevoerd
naar het USB-geheugen.
– Probeer een ander USB-geheugen indien beschikbaar.