Bougie monteren
1. Monteer de bougie en de metalen afdichtring.
Controleer of de elektrodenafstand correct is.
2. Draai de bougie vast met een torsie van 20 Nm.
3. Sluit de bougiekabel aan op de bougie (Fig. 18).
4. Sluit de motorkap.
Onderhoud van de Rem
De rem bevindt zich aan de rechterkant van de achteras, in
het achterwiel (Fig. 20). Als de rem slipt of onvoldoende
remvermogen heeft, moet die worden afgesteld.
0,38 mm
1
Figuur 20
1. Veer van remarm
Rem controleren
1. Parkeer de tractor op een horizontaal oppervlak.
2. Schakel de maaimessen (aftakas) uit.
3. Stel de parkeerrem in werking.
4. Zet de motor af.
5. Verwijder het contactsleuteltje.
6. Zet de aandrijfstang in de stand Duwen; zie De tractor
met de hand duwen, blz. 17.
7. Als de achterwielen blokkeren en slippen wanneer u de
tractor naar voren duwt, hoeft u de rem niet af te stellen.
Als de wielen draaien en niet blokkeren, moet u de rem
afstellen; zie Rem afstellen, blz. 23.
2
m-4981
2. Stelmoer van de rem
23
Rem afstellen
1. Controleer de rem voordat u deze afstelt; zie Rem
controleren, blz. 23.
2. Verwijder de veer van de remarm (Fig. 20).
3. Om de rem af te stellen, verwijdert u de pen en draait u
de stelmoer van de rem ietsjes los (Fig. 20).
4. Steek een voelermaat van 0,38 mm tussen de remschijf
en de rem-puck (Fig. 20).
5. Draai de stelmoer aan totdat u een lichte weerstand
voelt tegen de voeler als u deze in- en uitschuift.
6. Monteer een nieuwe pen en bevestig de veer van de
remarm opnieuw.
7. Controleer opnieuw de werking van de rem; zie
Remmen controleren, blz. 23.
Belangrijk
Als de parkeerrem is vrijgezet, moeten de
achterwielen vrij kunnen draaien als u de tractor duwt.
Indien het niet mogelijk is een speling van 0,38 mm te
krijgen en de wielen vrij te laten draaien, moet u
onmiddellijk contact opnemen met een erkende Service
Dealer.
Tractor smeren
U dient de tractor om de 25 bedrijfsuren of jaarlijks te
smeren, waarbij de kortste periode moet worden
aangehouden. De machine moet vaker worden gesmeerd bij
gebruik in zeer stoffige of zanderige omstandigheden.
Type vet: Universeel smeervet
Methode van smeren
1. Schakel de maaimessen (aftakas) uit.
2. Stel de parkeerrem in werking.
3. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
4. Verwijder het contactsleuteltje.
5. Reinig de smeernippels met een doek.
6. Indien nodig verf van de voorkant van de nippels
afkrabben.
7. Een vetspuit op de smeernippel zetten en vet in de
smeernippel pompen.
8. Overtollig vet wegvegen.