De tractor stoppen
Om de tractor te stoppen, moet u het tractiepedaal laten
opkomen, de messen (aftakas) uitschakelen en het
contactsleuteltje op Uit draaien om de motor af te zetten.
Als u de machine onbeheerd laat, moet u tevens de
parkeerrem in werking stellen; zie Parkeerrem in werking
stellen, blz. 13. Vergeet niet de sleuteltjes uit het contact en
de KeyChoice-schakelaar te halen.
Voorzichtig
Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als
zij de tractor verplaatsen of proberen te bedienen
terwijl deze onbeheerd staat.
Verwijder altijd het contactsleuteltje en het
KeyChoice-sleuteltje en stel de parkeerrem in
werking wanneer u de tractor onbeheerd laat, ook
al is het slechts voor een paar minuten.
Tips voor bediening en gebruik
• Om de beste resultaten te verkrijgen, moet u de motor
op het maximale toerental laten draaien. Om het gras
goed af te maaien is lucht nodig; zet de maaihoogte dus
niet te laag en zorg dat de maaimachine niet helemaal
door ongemaaid gras omgeven is. U moet altijd één
zijkant van de machine vrij van ongemaaid gras houden,
zodat lucht kan worden aangezogen.
• Laat het gras iets langer dan normaal, om te voorkomen
dat oneffenheden in het gras volledig worden
weggemaaid. Als u gras van meer dan 15 cm lang gaat
maaien, kunt u het best in twee keer maaien om een
goed maairesultaat te verkrijgen.
• Aanbevolen wordt niet meer dan ongeveer 1/3 van de
lengte van het gras af te maaien. Meer afmaaien wordt
afgeraden, tenzij het gras dun is, of in de late herfst,
wanneer het gras langzamer groeit.
• Maai afwisselend in verschillende richtingen, zodat het
gras rechtop blijft staan. Dit zorgt ook voor een betere
verspreiding van het maaisel, wat de vertering en
bemesting ten goede komt.
• Het tempo waarmee het gras groeit, varieert per
jaargetijde. Om dezelfde maaihoogte te behouden, wat
een goede gewoonte is, moet u in het vroege voorjaar
vaker maaien. Als de groeisnelheid in de zomer
afneemt, maait u minder vaak.
• Om de maairesultaten te verbeteren, moet u maaien bij
een lagere rijsnelheid. Om de beste resultaten te
verkrijgen op een gemiddelde gazon, moet u de motor
op vol gas laten lopen terwijl u de rijsnelheid regelt. U
moet de tractor tijdens het maaien laten rijden met een
snelheid van 3,2 tot 5,6 km per uur. Een onregelmatig
maairesultaat is vaak het gevolg van een te hoge
rijsnelheid tijdens het maaien.
• Als het gras langer dan normaal is of als het een hoog
vochtgehalte heeft, moet u de maaihoogte hoger dan
normaal instellen, het gras op deze hoogte maaien en
daarna het gras op de lagere, normale hoogte maaien.
• Als u de tractor moet stoppen tijdens het maaien, kan er
een kluit maaisel op het gazon terechtkomen. Om dit te
voorkomen, moet u als volgt te werk gaan:
– Schakel het maaimes in en rij naar een deel van het
gazon dat al is gemaaid.
– Om het maaisel gelijkmatig te verspreiden, zet u de
maaihoogte één of twee standen hoger en rijdt u
vooruit met de ingeschakelde messen.
• Gebruik de wasaansluiting om maaisel en vuil van de
onderkant van de maaimachine te verwijderen. Als zich
gras en vuil in de maaimachine verzamelt, leidt dat
uiteindelijk tot een onbevredigend maairesultaat.
• Zorg dat u gedurende het hele seizoen steeds met een
scherp maaimes maait. Een scherp mes snijdt het gras
goed af zonder het te scheuren of te kwetsen. Door
scheuren en kwetsen wordt het gras bruin aan de randen,
waardoor het langzamer groeit en gevoeliger is voor
ziekten. Controleer om de 30 dagen of het maaimes goed
scherp is en verwijder bramen met een vijl.
18