Schuimelement en papierelement
reinigen
Schuimelement:
1. Was het schuimfilter in warm water met vloeibare zeep.
Als het element schoon is, moet u het grondig
uitspoelen.
2. Schuimfilter in een schone doek wikkelen en
droogknijpen. Geen olie smeren op het element.
Belangrijk
Vervang het schuimelement als het
gescheurd of versleten is.
Papierelement:
1. Klop het element voorzichtig tegen een vlak oppervlak
om vuil en stof te verwijderen.
2. Reinig voorzichtig de rubberen afdichting op het
papierelement om te voorkomen dat er vuil in de motor
komt.
3. Controleer het filter op scheuren, een vettig oppervlak
of beschadiging van de rubberen afdichting.
Belangrijk
Het papierfilter nooit reinigen met perslucht
of vloeistoffen zoals oplosmiddelen, benzine of kerosine.
Vervang het papierelement als het is beschadigd of niet
grondig kan worden gereinigd.
Schuimelement en papierelement
installeren
Belangrijk
Motor nooit laten lopen zonder dat het
complete luchtfilter gemonteerd is, daar anders de motor
kan worden beschadigd.
1. Plaats het schuimelement en het papierelement op het
ventilatorhuis.
Opmerking: De rubberen afdichting moet vlak tegen de
bodem van het luchtfilter aan liggen.
2. Houd de lipjes op het luchtfilterdeksel voor de sleuven
van het ventilatorhuis (Fig. 17). Bevestig de hendel aan
het luchtfilterdeksel en druk de hendel omlaag om het
deksel vast te zetten op zijn plaats.
3. Sluit de motorkap.
Onderhoud van de bougie
Vervang de bougie om de 100 bedrijfsuren. Controleer de
bougie om de 25 bedrijfsuren. Controleer of de
elektrodenafstand correct is voordat u de bougie monteert.
Gebruik een bougiesleutel voor het (de)monteren van de
bougie en een voelermaat om de elektrodenafstand te meten
en af te stellen.
Type: Champion QC12YC (of equivalent type)
Elektrodenafstand: 0,76 mm
Bougie verwijderen
1. Schakel de maaimessen (aftakas) uit.
2. Stel de parkeerrem in werking.
3. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
4. Verwijder het contactsleuteltje.
5. Open de motorkap.
6. Maak de bougiekabel los van de bougie (Fig. 18).
1
Figuur 18
1. Bougiekabel
7. Maak de omgeving van de bougie schoon om te
voorkomen dat er vuil in de motor komt, wat
beschadiging kan veroorzaken.
8. Verwijder de bougie en de metalen afdichtring.
Bougie controleren
1. Bekijk de binnenkant van de bougie (Fig. 19). Als de
isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar
behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt meestal
op een vuil luchtfilter.
2
Figuur 19
1. Centrale elektrode met
isolator
2. Massa-elektrode
Belangrijk
Bougie nooit schoonmaken. Bougie altijd
vervangen bij zwarte laag op de bougie, versleten
elektroden, vettige laag op de bougie of scheuren.
2. Controleer de afstand tussen de centrale elektrode en de
massa-elektrode (Fig. 19). Verbuig de massa-elektrode
(Fig. 19) om de juiste afstand in te stellen indien dit
nodig is.
22
3
1
0,76 mm
m-1870
3. Elektrodenafstand (niet
op schaal weergegeven)