Inhoudsopgave
Advertenties
9 Storingen: oorzaken en oplossingen
Tab. 16: Storingen pomp
Storing
Mogelijke
storingsoorzaak
Lekkage langs de as
Versleten asafdichting
Pomp werd zonder water
gebruikt.
Pomp loopt onrustig
Geen water in de pomp
(geluiden en trillingen).
Geen watervoorziening
Lager van pomp en/of
motor is beschadigd.
Hydraulische componenten
defect.
Pomp draait in de
verkeerde richting.
Installatie/pomp start niet.
Geen spanning op de
klemmen.
Droogloopbeveiliging is
geactiveerd.
Druksetpoint verkeerd
ingesteld.
Aandrijvingsfout
Onvoldoende capaciteit en/
Lucht in de pomp
of druk van de installatie/
Pomp draait in de
pomp
verkeerde richting.
Doorstroomhoeveelheid
van de watermeter in de
zuigleiding is onvoldoende.
Installatiefilter verstopt
AANWIJZING
Voordat tijdens de garantieperiode werkzaamheden aan de inwendige delen
van de pomp worden uitgevoerd, is overleg met Duijvelaar Pompen B.V.-
Service noodzakelijk. Het niet-opvolgen leidt tot verlies van garantieclaims en
schadevergoedingsclaims.
Oplossing
Asafdichting vervangen.
Asafdichting vervangen.
Watervoorziening weer
aansluiten.
Lager(s) door gecertificeerd
bedrijf laten vervangen.
Hydraulische componenten
vervangen.
2 fasen van de
stroomtoevoer tussen
frequentieomvormer en
motor verwisselen.
Let op!
Wacht ten minste
10 minuten, zodat eventueel
optredende restspanningen
zijn verdwenen, voordat het
apparaat wordt geopend.
Spanningsvoorziening
controleren.
Watervoorziening weer
aansluiten. Installatie
resetten.
Druksetpoint corrigeren.
Aandrijving resetten en
foutcode noteren.
Pomp ontluchten.
2 fasen van de
stroomtoevoer tussen
frequentieomvormer en
motor verwisselen.
Let op!
Wacht ten minste
10 minuten, zodat eventueel
optredende restspanningen
zijn verdwenen, voordat het
apparaat wordt geopend.
Doorstroomhoeveelheid van
de watermeter verhogen.
Filter reinigen of
doorlaatbaarheid van het
filter controleren; indien
nodig filter vervangen.
Maatregelen
Pomp op vervuiling controleren.
De pomp vullen en ontluchten.
Toevoerleidingen controleren op
verstopping.
Controleren of de voedingstank is
gevuld met water en of de
toevoerleiding naar de
drukverhogingsinstallatie niet is
geblokkeerd.
41 / 48
Advertenties
Inhoudsopgave
