LET OP
Lekkende leidingcompensator
Overstroming van de opstellingsruimte!
▷ In geen geval uitlijnfouten of verplaatsingen van de leidingen met de
▷ Leidingcompensator niet verven.
▷ Leidingcompensator schoon houden.
▷ Regelmatig op scheur- of blaasvorming, vrijliggend weefsel of andere
ü Voor controles van de leidingcompensator is voldoende vrije ruimte in alle richtingen
aanwezig.
ü Leidingcompensator wordt niet geïsoleerd.
1. Leidingcompensator uitrusten met een contactgeluidisolerende lengtebegrenzing.
2. Leidingcompensator zonder spanning in de leiding monteren.
3. Bouten gelijkmatig kruislings aandraaien. De boutuiteinden mogen niet buiten de flens
uitsteken.
5.3.2 Drukreduceerder monteren (optioneel)
AANWIJZING
Voor de eventuele montage van een drukreduceer moet aan de voordrukzijde
een inbouwruimte van ca. 600 mm aanwezig zijn.
AANWIJZING
Een drukreduceerder is nodig wanneer de voordrukschommeling zo groot is
dat de drukverhogingsinstallatie niet volgens de voorschriften werkt of wanneer
de totale druk (voordruk en opvoerhoogte op het capaciteitsnulpunt) de
ontwerpdruk overschrijdt.
De voordruk (p
voor
drukreduceerder moet er een minimaal drukverval van 5 meter aanwezig zijn. Dat wil
zeggen dat de drukreduceerder 5 meter hoger dan de drukverhogingsinstallatie moet zijn
gemonteerd. De druk daalt per meter hoogteverschil met ongeveer 0,1 bar. Als alternatief
kan de drukreduceerder onder een druk van 0,5 bar worden gezet.
Voorbeeld
p
= 4 bar
voor
Minimaal drukverval = 5 m ≙ 0,5 bar
Achterdruk: 4 bar - 0,5 bar = 3,5 bar.
ü Minimaal drukverval van 5 meter is aanwezig.
1. Drukreduceerder in de leiding aan de voordrukzijde monteren.
5.4 Drukreservoir monteren
LET OP
Vuil in de drukverhogingsinstallatie
Beschadiging van de pompaggregaten!
▷ Drukreservoir vóór het vullen reinigen.
ü Het originele bedrijfsvoorschrift van het drukreservoir is aanwezig.
1. Drukreservoir volgens meegeleverd origineel bedrijfsvoorschrift mechanisch en
elektrisch aansluiten.
leidingcompensator compenseren.
gebreken controleren.
) varieert tussen 4 en 8 bar. Voor een goede werking van de
23 / 48