32 / 48
7.1.1 Display van frequentieregelaar, beginweergave
Afb. 11: Toetsen en display op frequentieregelaar
1
Parameterscrollen/parametervariatie: Met de
ingestelde frequentie worden verhoogd. Om de ingestelde waarde te kunnen wijzigen, moet de
of
-toets langer dan 5 seconden worden ingedrukt totdat de te wijzigen instelwaarde begint
te knipperen. Om de ingestelde waarde te bevestigen, 5 seconden wachten of Start/Stop-toets
indrukken.
2
Parameterscrollen/parametervariatie: Met de
ingestelde frequentie worden verlaagd. Om de ingestelde waarde te kunnen wijzigen, moet de
toets
of
-toets langer dan 5 seconden worden ingedrukt totdat de te wijzigen instelwaarde
begint te knipperen. Om de ingestelde waarde te bevestigen, 5 seconden wachten of Start/Stop-
toets
indrukken.
3
Signaal-LED's:
Rood: Frequentieregelaar wordt van de juiste voedingsspanning voorzien en staat in de stand-
bymodus.
Groen: Motor draait.
Geel knipperend: Alarmtoestand
4
Start/Stop-toets
:
Motor Start/Stop
5
Display:
Vergrendelfunctie van Start/Stop-toets activeren:
Start/Stop-toets
gedurende ten minste 5 seconden ingedrukt houden. Wanneer de
vergrendelfunctie van de Start/Stop-toets is geactiveerd, kan met de toetsen
bedrijfsparameters worden gescrolld en kunnen deze parameters worden weergegeven. De
motor kan niet worden gestart of gestopt wanneer de vergrendelfunctie van de Start/Stop-toets is
geactiveerd.
Vergrendelfunctie van Start/Stop-toets deactiveren:
Start/Stop-toets
gedurende ten minste 5 seconden ingedrukt houden.
Displayweergave 180° draaien:
Toetsen
en
gedurende ten minste 5 seconden ingedrukt houden.
Wanneer de frequentieregelaar wordt ingeschakeld, worden de firmwareversie van de
besturing (LCD=X.XX), de Power-firmwareversie (INV=X.XX) en de hardwareversie
(HW=X.XX) weergegeven. De beginweergave wordt geopend.
1
2
3
4
5
-toets kan de ingestelde waarde of de
-toets kan de ingestelde waarde of de
en
door