6.2.4.2 Temperatuur van het te verpompen medium
Tab. 9: Temperatuurgrenzen van het te verpompen medium
Toegestane temperatuur van het te verpompen
medium
Maximaal
Minimaal
6.2.5 Minimale capaciteit
Tab. 10: Minimale capaciteit per pomp in handbedrijf
Ontwerpgrootte
DPV 2
DPV 4
DPV 6
DPV 10
DPV 15
DPV 25
DPV 40
DPV 60
DPV 85
DPV 125
6.3 Drukverhogingsinstallatie inschakelen
Netstekker aansluiten of hoofdschakelaar op I zetten en de pomp van stroom voorzien.
Bedrijfsgereedheid wordt door een permanent brandende rode LED en een knipperende
groene LED aangegeven.
6.4 Checklist voor inbedrijfname
Tab. 11: Checklist
Handeling
1
Bedrijfsvoorschrift lezen.
2
Spanningsvoorziening controleren en vergelijken met de gegevens op het typeplaatje.
3
Aardingssysteem controleren / nameten.
4
Mechanische aansluiting op het watertoevoersysteem controleren, flenzen en schroefverbindingen
natrekken.
5
Drukverhogingsinstallatie vanaf de toevoerzijde vullen en ontluchten.
6
Voordruk controleren.
7
In de regeleenheid controleren of alle elektrische leidingen stevig in de klemmen zitten.
8
Instelwaarden van de motorbeveiligingsschakelaars vergelijken met de gegevens op het typeplaatje en
indien nodig bijstellen.
9
In- en uitschakeldruk controleren, indien nodig bijstellen.
10
Droogloopbeveiliging op goede werking controleren; indien niet aanwezig, aantekening in
inbedrijfnameprotocol maken.
11
Wanneer de pompaggregaten 5 tot 10 minuten hebben gedraaid, nogmaals ontluchten.
12
Alle schakelaars op automatisch bedrijf omschakelen.
3
Geldig bij het verpompen van drinkwater (alleen voor Duitsland en Nederland)
Waarde
+60 °C
+25 °C volgens DIN 1988 (DVGW)
0 °C
Minimale capaciteit per pomp
[l/h]
200
400
600
1100
1900
2800
4600
6100
8500
12500
3)
Afgerond
29 / 48