9.5
Frituren
BRANDGEVAAR / GEVAAR
voor brandwonden!
Laat nooit water in de hete frituurolie
druppelen.
De frituurmand 6 en de te frituren etens-
waren moeten droog zijn.
Bedien het apparaat uitsluitend met dro-
ge handen.
Tijdens het frituren ontsnapt er hete
stoom uit de openingen boven het vetfil-
ter 1. Vermijd contact met deze stoom.
Doe de etenswaren niet in de frituur-
mand 6 wanneer deze boven de hete
olie hangt. Kleine stukjes kunnen in de
olie vallen en spatten veroorzaken.
Beweeg de frituurpan 15 in geen geval
zolang deze nog heet is!
1. Doe de etenswaren in de frituurmand 6.
De frituurmand 6 mag maximaal tot aan
de markering MAX 5 gevuld worden.
2. Als het groene controlelampje voor de
temperatuur brandt 29, verwijdert u het
deksel 4.
3. Laat nu de frituurmand 6 voorzichtig in
de olie zakken.
4. Plaats het deksel 4 weer op de pan.
5. Stel nu eventueel met de timer-toets 31
de gewenste frituurtijd in.
6. U kunt het frituurproces via het kijkven-
ster volgen 3. Bij het frituren worden de
levensmiddelen heel snel gaar. Houd u
zo nauwkeurig mogelijk aan de aanbe-
volen frituurtijden.
7. Als u de timer heeft ingesteld, weerklinkt
er een alarm zodra de te frituren etens-
waren gaar zijn.
8. Als de te frituren etenswaren gaar zijn,
verwijdert u het deksel 4 naar boven
toe.
9. Afbeelding C: neem de frituurmand 6
uit de olie en hang hem met de houder
onder de greep 7 op de voorste rand
van de oliepan 8 om uit te druppelen.
10.Wanneer de olie afgedruppeld is, doet
u de levensmiddelen in een schaal of in
iets soortgelijks.
11.Als u nog andere etenswaren wilt fritu-
ren, stelt u eventueel een andere tempe-
ratuur in.
12.Laat het apparaat voor elk frituurproces
opwarmen tot het groene controlelamp-
je voor de temperatuur 29 weer brandt.
13.Wanneer u klaar bent met frituren, draait
u de temperatuurregelaar 30 naar MIN.
14.Laat het apparaat afkoelen totdat het
groene controlelampje voor de oliereini-
ging 27 brandt. Dan is het apparaat
gereed voor de oliereinigingsfunctie.
AANWIJZING: u kunt het apparaat na het
frituren ook uitschakelen en de stekker 13
uit het stopcontact trekken en de oliereini-
ging naar een later tijdstip (minimaal 4 uur
later) verplaatsen.
9.6
Beveiliging tegen
oververhitting
GEVAAR voor brandwonden!
Laat de frituurpan 15 afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het apparaat
beweegt.
De frituurpan is uitgerust met een beveiliging
tegen oververhitting die het apparaat bij over-
verhitting automatisch uitschakelt.
In dit geval kunnen de twee RESET-toet-
sen 33/35 aan de achterzijde van de elektri-
sche unit 10 naar buiten springen of slechts
een van beide. (Dit wordt bepaald door de wij-
ze waarop de beveiliging tegen oververhitting
is geactiveerd.) In ieder geval moeten beide
RESET-toetsen 33/35 weer helemaal inge-
59
NL