Functietoetsen
1
2
3
4
5
6
1. Naaldstop onder/boven met
indicator
2. STOP-functie
3. FIX-functie
4. Snelheid + en -
Naaldstop onder/boven Met indicator
Druk op naaldstop boven/onder om de naald omhoog of omlaag te brengen. De instelling van de naaldstoppositie wordt
tegelijkertijd veranderd. De LED-lampjes naast de toets geven de geselecteerde stoppositie aan. Het bovenste lampje gaat
branden als naaldstop boven is geselecteerd en het onderste als naaldstop onder is geselecteerd.
Natuurlijk kunt u ook het voetpedaal gebruiken om de naald omhoog of omlaag te brengen.
STOP-functie
STOP wordt gebruikt om een steek te beëindigen of om slechts één onderdeel van de steek te naaien. Uw naaimachine hecht de
draad af en stopt automatisch wanneer één steekonderdeel is voltooid. De LED naast de toets brandt wanneer STOP is
ingeschakeld. Om te annuleren, selecteert u STOP opnieuw of selecteert u een nieuwe steek. De STOP-functie wordt
geannuleerd wanneer de steek is voltooid. Druk opnieuw op de toets als u de functie weer wilt inschakelen.
STOP wordt ook gebruikt om de stop- of trenssteek even groot te herhalen.
FIX-functie
FIX wordt gebruikt om een steek af te hechten. FIX wordt automatisch geactiveerd wanneer u STOP gebruikt tijdens het
naaien. Eerst zal uw machine een paar aanhechtingssteken naaien en vervolgens gaat hij verder met de geselecteerde steek.
Wanneer u tijdens het naaien op FIX drukt, naait de machine een paar afhechtingssteken en stopt daarna automatisch. De LED
naast de toets brandt wanneer FIX is ingeschakeld. Druk op de FIX-toets om de functie uit te schakelen.
Snelheid + en –
Alle steken van uw machine hebben een vooraf ingestelde, aanbevolen naaisnelheid. Druk op Snelheid + of Snelheid - om de
naaisnelheid te verhogen of te verlagen. Er zijn vijf snelheidsniveaus. Druk op snelheid + of snelheid – voordat u begint met
naaien. Op het display wordt dan de huidige instelling weergegeven, die loopt van "S1" tot "S5". Wanneer u op snelheid + of
snelheid – drukt tijdens het naaien, wijzigt de snelheid maar de nieuwe instelling wordt niet op het display weergegeven. U kunt
7
5. Start/stop
6. Achteruitnaaien
7. Stekenselectietoetsen
8. Steeklengte
2 Voorbereidingen
8
9
10
11
9. Steekbreedte/naaldpositie
10. Horizontaal spiegelen
11. Aanbeveling naaivoet bekijken
23