Een tweelingnaald inrijgen
Vervang de normale naald door een tweelingnaald. Zorg
ervoor dat de naaivoet omhoog staat en de naald in de
hoogste stand is.
1. Rijg de eerste draad in zoals staat beschreven in De
machine inrijgen, pagina 15.
2. Rijg de draad van voren naar achteren door het oog van
de naald.
3. Breng de extra garenpen aan en schuif er een
garenschijfje op. Plaats het tweede naaigaren op de
garenpen.
4. Breng de draad naar links en trek de draad van achteren
naar voren door de draadgeleider (A).
5. Rijg de tweede draad op dezelfde manier in als de eerste.
6. Zorg ervoor dat één draad door de draadgeleider bij de
naald gaat en de andere draad aan de buitenkant daarvan.
7. Rijg de draad met de hand van voren naar achteren door
het oog van de naald.
Let op: De tweelingnaald wordt niet bij de machine meegeleverd.
Let op: De dikte en het onregelmatige oppervlak van speciale garens,
zoals metallic garens, kan de mate van wrijving op de draad verhogen.
Door de spanning te verminderen, voorkomt u dat de naald breekt.
Let op: Wanneer u een tweelingnaald gebruikt, kan het nodig zijn de
steekbreedte te verminderen om beschadiging van de tweelingnaald, de
steekplaat of naaivoet te voorkomen. Hoeveel u de steekbreedte moet
verminderen hangt af van de steekpositie, de steekbreedte en/of de maat
van de tweelingnaald.
Let op: Gebruik geen asymmetrische tweelingnaalden; uw naaimachine
kan erdoor beschadigen.
2 Voorbereidingen
17