Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Remweerstand; Wanneer Een Remweerstand Toepassen - Nidec Control Techniques Unidrive M200 Handleiding

Voor industriele automatisering met geintegreerde plc
Verberg thumbnails Zie ook voor Control Techniques Unidrive M200:
Inhoudsopgave

Advertenties

Wanneer een remweerstand toepassen:

Tijdens de deceleratie van een draaistroommotor en zijn last, wordt een gedeelte van de opgeslagen kinetische
energie door de motor omgezet naar elektrische energie en teruggevoerd naar de frequentieregelaar. Indien een
grote massatraagheid in korte tijd decelereerd, is de geleverde energie te veel om door de condensatoren in de
DC tussenkring geabsorbeerd te worden. Hierbij zal het voltage in de tussenkring toenemen en dit kan resulteren
in een Over Volts trip. Deze regeneratieve energie kan gedissipeerd worden in remweerstanden die aangestuurd
worden door een remcircuit. Dit circuit meet de tussenkringspanning om vast te stellen wanneer de interne
remtransistor in werking moet treden.
L1
L1
L2
N
L3
Bepaling van het vermogen van de remweerstand:
Het vermogen van de remweerstand wordt berekend aan de hand van de energie die geabsorbeerd moet worden,
de verhouding waarin de energie teruggeleverd wordt en de tijd tussen de remacties.
Kinetische energie van de motor en de aangedreven machine is:
Q = 0,5 * J * ω ²
Bij een roterend object.
Q = 0,5 * m * V ²
Bij een lineair bewegend object.
Q = energie in Joules
ω = radialen per seconde (2.π.n)
n = motorsnelheid in rpm
V = snelheid in m/sec
J
= totale massatraagheid (kgm ²) van de motor en aangedreven machine, gemeten aan de motoras.
m = massa van het object in kg.
Uit bovenstaande blijkt dat de energie proportioneel is met het kwadraat van de (hoek)snelheid en dat de meeste
energie zich daardoor concentreert bij hogere snelheden.
Aangezien er heel veel variabelen zijn die het vermogen van de remweerstand bepalen, is het niet mogelijk
hiervoor een eenheidsberekening af te geven. Neem indien noodzakelijk contact op met uw leverancier.
Constructie van de remweerstand:
Weerstanden die bedoeld zijn voor remdoeleinden dienen een thermische schokbelasting aan te kunnen. Speciaal
daarvoor ontworpen weerstanden worden aanbevolen. Indien een weerstand overbelast wordt, kan door de hitte
van de weerstand een brandgevaarlijke situatie ontstaan, het is daarom ook ten zeerste te adviseren een
remweerstand uit te rusten met een temperatuurschakelaar die bij het aanspreken bij voorkeur de voedende
magneetschakelaar van de Unidrive M afschakelt.
Waarde van de remweerstand:
De weerstandswaarde in Ohms is bepalend voor het remkoppel dat de motor kan bewerkstelligen. Deze waarde is
voor elk type Unidrive M verschillend. Raadpleeg voor de juiste weerstandswaarde de specificatie van de
afzonderlijke Unidrive M bouwgrootten voorin deze handleiding of de tabel op de volgende pagina. De optimale
weerstandswaarde is de waarde waarbij 150% remkoppel behaald kan worden door de motor. De minimale
weerstandswaarde wordt bepaald door de remtransistor in de Unidrive M, een te kleine weerstandswaarde zal
resulteren in een OI.Brake trip. Het heeft de voorkeur te streven naar de optimale weerstandswaarde om
koppelfluctuaties tijdens het remmen te voorkomen.
Beveiliging van de remweerstand:
Gebruik de clixon (temp. schakelaar) van de weerstand om bij voorkeur de voeding van de Unidrive M uit te
schakelen. Bij compactweerstanden type DBR en DBR2 kan bij een extreme overbelasting de clixon te laat
schakelen en is het aan te bevelen het interne rekenmodel van de Unidrive M te gebruiken, zie volgende pagina's.
Programmering van de Unidrive M:
Bij toepassing van een remweerstand moet parameter #0.028 op Fast geprogrammeerd worden.
M200 handleiding versie 5.3
Unidrive M200

Remweerstand

Optionele externe
remweerstand
+
Interne
remtransistor
DC tussenkring
Pagina 30 van 186
U
M
V
W

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Control techniques unidrive m201

Inhoudsopgave