DE MOTOR STARTEN
Als de motor niet op temperatuur is
als het motortoerental verhoogd
wordt, kunnen de
waarschuwingszoemer en het
waarschuwingslampje voor
overbelasting geactiveerd worden en
zal het toerental automatisch
verlaagd worden.
Controleer voordat u de haven verlaat
de werking van de noodstopschakelaar.
80
Stationselectiemodus
ACT-CONTROLELAMPJE
[-] SCHAKELAAR
INDRUKKEN en
VASTHOUDEN
Voor typen met meer stations, gebruikt
u de [-]-schakelaar om van
bedieningsstation te veranderen.
Als u de [-] schakelaar van het
inactieve station ingedrukt houdt
terwijl alle afstandsbedieningshendels
in de N-stand staan, kunt u de
buitenboordmotoren met dit station
bedienen.
Er klinkt één keer een lange zoemtoon
en het ACT-lampje gaat branden
wanneer het station kan worden
bediend.