7. DE MOTOR STARTEN
Voorinspuiting brandstof
BALGPOMP
Houdt de brandstof opvoerpomp
zodanig vast dat de uitgang hoger licht
dan de ingang (Met de pijl op de
brandstof opvoerpomp naar boven
gericht), en knijp zolang de
opvoerpomp hard aanvoelt wat inhoud
dat de brandstof de buitenboordmotor
heeft bereikt. Controleer op lekkage.
WAARSCHUWING
Mors geen brandstof. Gemorste
brandstof en brandstofdampen
kunnen ontbranden. Verwijder
gemorste brandstof voordat u de
motor start.
68
Raak de balgpomp niet aan als de
motor draait of als de motor
gekanteld wordt. De dampafscheider
kan overstromen.
De motor starten
(Type D1, D2)
NOODSTOPSCHAKELAAR
STOP
VEILIGHEIDSKOORD
NOODSTOPSCHAKELAAR
KLEM NOODSTOPSCHAKELAAR
WAARSCHUWING
De uitlaatgassen bevatten onder andere
het giftige koolmonoxide; inademing
hiervan kan leiden tot bewusteloosheid
en kan zelfs dodelijk zijn. Laat de
buitenboordmotor nooit draaien in een
boothuis of een andere afgesloten
ruimte.
Voorkom beschadiging van de
buitenboordmotor door
oververhitting en laat de motor nooit
draaien als de schroef zich niet in het
water bevindt.