Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Oplossing 4: Controleer De Driverconfiguratie; De Printdriver Controleren - HP Deskjet F4200 Series Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Deskjet F4200 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk 12
Na het opnieuw aansluiten moet het apparaat beginnen met de taken in de
afdrukwachtrij.
Opmerking
een USB-hub. Als de hub aan staat, sluit u het apparaat direct op uw computer
aan.
5.
Als het product niet automatisch begint af te drukken, start u nog een afdruktaak.
Oorzaak: De USB-kabel moest worden losgekoppeld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.

Oplossing 4: controleer de driverconfiguratie

Oplossing: Controleer of het apparaat als standaardprinter is ingesteld en of het
de juiste printerdriver gebruikt.
Controleren of het apparaat als de standaardprinter is ingesteld
1.
Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te
werk:
Windows Vista: Klik op de taakbalk van Windows op Start, klik op
Configuratiescherm en klik op Printers.
Windows XP: Klik op de taakbalk van Windows op Start, klik op
Configuratiescherm en klik op Printers en faxapparaten.
Windows 2000: Klik op de taakbalk van Windows op Start, wijs
Instellingen aan en klik op Printers.
2.
Controleer of het juiste apparaat als de standaardprinter is ingesteld.
Naast de standaardprinter staat een vinkje in een zwarte cirkel.
3.
Als het foute apparaat als standaardprinter is ingesteld, klikt u met de rechter
muisknop op het juiste apparaat en selecteert u Instellen als standaard.

De printdriver controleren

1.
Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te
werk:
Windows Vista: Klik op de taakbalk van Windows op Start, klik op
Configuratiescherm en klik op Printers.
Windows XP: Klik op de taakbalk van Windows op Start, klik op
Configuratiescherm en klik op Printers en faxapparaten.
Windows 2000: Klik op de taakbalk van Windows op Start, wijs
Instellingen aan en klik op Printers.
2.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram naast het apparaat en selecteer
Eigenschappen.
3.
Klik op het tabblad Poorten om te controleren of het apparaat de juiste poort
gebruikt.
De poort die door het apparaat wordt gebruikt, is gemarkeerd en aangevinkt. Het
apparaat moet zijn ingesteld op het gebruik van een DOT4-poort of de USB00X-
poort (waarbij X wordt vervangen door een nummer).
158
Probleemoplossing
Zorg dat de hub is ingeschakeld als u het apparaat aansluit via

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave