21. Opstellingslocatie
- Plaats de compressor uitsluitend op een vlak oppervlak.
22. Het is aan te bevelen, om toevoerslangen bij een druk boven 7 bar
van een veiligheidskabel te voorzien, bijv. een staalkabel.
23. Het is verboden de motor bij lage temperaturen onder 0°C te star-
ten.
24. Vermijd zware belasting van het leidingsysteem door flexibele slangaan-
sluitingen te gebruiken en knikken te vermijden.
25. Gebruik een aardlekschakelaar met een afschakelstroom van 30
mA of minder. Het gebruik van een aardlekschakelaar voorkomt het
risico op een elektrische schok.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften
Neem de overeenkomstige gebruikshandleidingen van de
betreffende persluchtgereedschappen / persluchtvoorzet-
apparatuur in acht! De volgende algemene aanwijzingen moeten
eveneens in acht worden genomen.
Veiligheidsvoorschriften voor werkzaamheden met pers-
lucht en luchtpistolen
• Neem voldoende afstand tot het product, ten minste echter 2,50 m en
houd de persluchtgereedschappen / persluchtvoorzetapparatuur tijdens
het gebruik uit de buurt van de compressor.
• Compressorpomp en leidingen bereiken tijdens bedrijf hoge temperatu-
ren. Contact leidt tot brandwonden.
• De door de compressor aangezogen lucht moet vrijgehouden worden
van toevoegingen die brand of explosies in de compressorpomp kunnen
veroorzaken.
• Houd bij het losmaken van de slangkoppeling het koppelstuk van de
slang met de hand vast. Zo voorkomt u letsel door de terugspringende
slang.
• Draag bij de werkzaamheden met het persluchtpistool een veiligheids-
bril en luchtwegmasker. Stoffen zijn schadelijk voor de gezondheid!
Door vreemde deeltjes en weggeblazen onderdelen kunnen verwon-
dingen ontstaan.
• Met het luchtpistool niet richting personen blazen of kleding op het li-
chaam wordt gedragen, reinigen. Gevaar voor letsel!
Veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van spuit- en
sproeivoorzetapparaten (bijv. verf spuiten)
• Houd bij het vullen het sproeivoorzetapparaat uit de buurt van de com-
pressor, zodat er geen vloeistof in aanraking kan komen met de com-
pressor.
• Spuit met de sproeivoorzetapparaten (bijv. verf spuiten) nooit in de rich-
ting van de compressor. Vocht kan leiden tot elektrische gevaren!
• Verwerk geen lak of oplosmiddelen met een vlampunt lager dan 55 °C.
Explosiegevaar!
• Lak en oplosmiddelen niet verwarmen. Explosiegevaar!
• Als er vloeistoffen worden verwerkt die schadelijk zijn voor de gezond-
heid, zijn er filterapparaten (gelaatsmaskers) nodig ter bescherming.
Neem ook de specificaties in acht die door de fabrikanten van derge-
lijke stoffen wordt verstrekt met betrekking tot voorzorgsmaatregelen.
• De specificaties en aanduidingen van de verordening inzake gevaar-
lijke stoffen die op de omverpakking van de verwerkte materialen zijn
aangebracht, moeten in acht worden genomen. Indien nodig moeten
aanvullende voorzorgsmaatregelen worden getroffen, met name wat
betreft het dragen van geschikte kleding en maskers.
• Tijdens het spuiten alsook in de werkruimte mag niet worden gerookt.
Explosiegevaar! Ook verfdampen zijn licht ontvlambaar.
• Vuur, open verlichting of vonkende machines mogen niet aanwezig zijn
resp. bediend worden.
• Bewaar of consumeer geen voedsel en dranken in de werkomgeving.
Verfdampen zijn schadelijk voor de gezondheid.
• De werkruimte moet groter zijn dan 30 m³ en er moet worden gezorgd
voor voldoende luchtverversing tijdens het spuiten en drogen.
• Spuit niet tegen de wind in. Neem altijd de voorschriften van de plaat-
selijke politie in acht bij het spuiten van brandbare of gevaarlijke spuit-
materiaal.
• Verwerk geen media zoals testbenzine, butylalcohol en methyleenchlo-
ride in combinatie met de PVC-drukslang. Deze media vernietigen de
drukslang.
• De werkomgeving moet door de compressor zijn losgekoppeld, zo dat
deze niet direct met het werkbereik in aanraking kan komen.
Gebruik van drukvaten
• Iedereen die een drukvat bedient, moet het conform de voorschriften in
goede staat houden, goed bedienen, controleren, noodzakelijke onder-
houds- en instandhoudingswerkzaamheden onverwijld uitvoeren en de
door de omstandigheden vereiste veiligheidsmaatregelen treffen.
• De toezichthoudende autoriteit kan in individuele gevallen nodige con-
trolemaatregelen vereisen.
• Een drukvat mag niet worden gebruikt als het defecten vertoont die
werknemers of derden in gevaar brengen.
• Controleer vóór elk gebruik het drukvat op roestvorming en bescha-
digingen. De compressor mag niet gebruikt worden als het drukvat
beschadigd of roestig is. Neem contact op met de klantendienst-werk-
plaats als u beschadigingen constateert.
Bewaar de veiligheidsvoorschriften zorgvuldig.
Restrisico's
Volg de in de gebruikshandleiding voorgeschreven onderhouds- en veilig-
heidsvoorschriften op.
Let altijd goed op tijdens het werk en zorg dat derden op een veilige af-
stand van uw werkplek blijven.
Ook bij een juiste wijze van gebruik van het apparaat blijven er altijd
bepaalde restrisico's bestaan, die niet kunnen worden uitgesloten. Uit het
soort en de constructie van het apparaat kunnen de volgende potentiële
gevaren worden afgeleid:
• Onopzettelijk inschakelen van het product.
• Beschadiging van het gehoor, als de voorgeschreven gehoorbescher-
ming niet wordt gedragen.
• Vuildeeltjes, stof enz. kunnen ondanks het dragen van de veiligheidsbril
in uw ogen of gezicht terechtkomen.
• Inademen van opstuivende vuildeeltjes.
7. Technische gegevens
Netaansluiting ......................................................................... 230 V∼ 50 Hz
Motorvermogen ................................................................................ 1100 W
Bedrijfsmodus ...............................................................................................S1
Toerental compressor .....................................................................2850 min
Inhoud drukvat..................................................................................... ca. 24 l
Bedrijfsdruk ........................................................................................ca. 8 bar
Theor. aanzuigcapaciteit ..........................................................ca. 213 l/min
Effectieve afgiftehoeveelheid bij 7 bar ...................................... ca. 85 l/min
Effectieve afgiftehoeveelheid bij 4 bar ....................................ca. 117 l/min
Effectieve afgiftehoeveelheid bij 1 bar ....................................ca. 149 l/min
Geluidsdrukniveau L
...........................................................................69 dB
PA
-1
NL/BE
17