5‐6
Problemen en oplossingen
Controle geleiding en
weerstandswaarde van de
spuitmondextensieweerstand
1
Afb. 5‐3
Controleren van de geleiding en weerstandswaarde van de spuitmondextensieweerstand
1. Weerstandhouder
2. Weerstand
Handleiding 31‐27
1. Zie afbeelding 5‐3. Verwijder de slijtbus/centreerbus/weerstand‐
houder (1,2,3) uit de spuitmondadapter (4). Haal de weerstand (2) uit
de slijtbus/centreerbus/weerstandhouder (1,3).
2. Controleer de weerstand met behulp van een mega‐ohmmeter. De
gemeten weerstandswaarde moet liggen tussen de 18 en 22 mega‐
ohm bij 500 V. Vervang de weerstand als de weerstandswaarde buiten
dit bereik ligt.
3
2
3. Centreerbus / Slijtbus
4. Spuitmondadapter
412 815D
Uitgave 01/97
4
E 1997 Nordson Corporation
Alle rechten voorbehouden
3127033A